VOOR VACANTIEDAGEN gecompleteerd door een wit bloesje van gewone katoen met een kan tje, of organdie of neteldoek. Tegen woordig wordt er ook een imitatie damasséstof gebracht, die zóó uit de operette „Het witte paard" weggenomen zou kunnen zijn. Het spreek! natuurlijk van zelf dat men bij een zoo uitgesproken sportief pakje geen gekleed schoen tje met hooge hakjes draagt, doch een flinke molière met wat zwaar dere kousen. Als materiaal wordt naast katoen vooral veel een half wollen stofje gebruikt, terwijl streep en bloeme tje elkaar voor jurk en schortje afwisselen. Voor koude avonden kan men een gebreid jakje dragen, dat gesloten wordt met Beiersche knoopen van hertshoorn of dat andere Tiroler motieven vertoont. Juist omdat men in een kleine kofferruimte voldoende schoone bloesjes kan medenemen en ook rekening houden meteven tueele kou de dagen is zoo'n „dirnl"-pakje zoo geschikt voor vacantie-uitstapjes. Het „dirndl"-jurkje, dat enkele jaren geleden van uit Tirol naar ons land overgewaaid kwam, heeft zijn zegetocht tot Parijs en New York voortgezet en dit seizoen zien we zelfs middag en avondjurken, die een uitgesproken Bsiersch ka rakter vertoonen. Het gewone sportieve ,,dirndl"-jurkje hoeft tegen woordig niet meer uitsluitend gereserveerd te worden voor uitstapjes in de bergen, maar kan ook uitstekend in het eigen land dienst doen voor de steeds meer in zwang komende wandelsport en fietstochten. Over het algemeen kiest men het liefst een waseli- baar stofje, dat ook niet verschiet. Bloempatroontjes en strepen wisselen elkaar af. De rok wordt met ruimte aan het strakke lijfje gerimpeld, terwijl voor het schortje gewoonlijk weer heel ander materiaal gebruikt wordt. Over het lijfje draagt men veelal een strak vestje dat van voren dichtgeveterd is en meestal van een wat zwaardere stof, zooals peau de pêche of laken, genomen word'. Het gein el wordt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 38