I
en vroege namiddag in
Juni 1960.
Het boschland der
Vereenigde Staten ziet
er nog steeds rijp-
groen uit en het koren staat geel te
glanzen op de velden. De zonnebal
hangt nog te trillen aan het luchtge
welf, maar in de verte nadert
langzaam de avond. Menseben zijn
geboren, eten, slapen en sterven.
Alles is en gaat zooals het geweest
is en gegaan heeft. Alle tijden door.
Werkelijk?
Neen. tóch is er iets veranderd.
Het land is groener dan het in 1939
was. Stevige beschoeiingen besehut
ten de vruchtbare perceelen in de
dalen tegen erosiewetten en voor
schriften verbieden het hakken van
hout op de beboschte hellingen der
heuvels; dammen en kanalen voor
komen overstroomingen en de men-
sohen zijn méér en beter gaan
houden van hun velden en hun
tuinen.
Zeker, er is minder akkerland,
maar het wordt intensiever be
bouwd en wetenschappelijker geëx
ploiteerd en daarom zijn de produc
ten ruim toereikend om de he le
bevolking van Amerika afdoende
te voeden.
Juni 1960
In de uitgestrekte parken van
Amerika bewegen zich sterke, dooi
de zon gebruinde mensehen die, in
die twintig vervlogen jaren, geleerd
hebben hoe ze het best en het
zekerst van liet leven kunnen
genieten. Menseken die kampeeren in de bosschen en vroolijk stappen over de
veldwegen, samen met hun van gezondheid stralende vrouwen en kinderen.
Het ex-studentengilde van 1910 is er op uitgetrokken: de helft van hen
is nog in leven en blaakt van geestdrift en bezieling. Ze zwermen in de plane
taria om het uitspansel te bewonderen en de groote telescopen verraden hun
ineer en beter de hemelraadselen, waaraan de mensch van 1939 slechts angst-
Een detail van de
merkwaardige ma
quette te New York.
De hoogte dezer ge
stroomlijnde wol
kenkrabbers is bere
kend- op 450 meter.
Ze staan hier en
daar geplant als
machtige pylonen
tusschen de villa's
van morgen.
Dammen voorko
men dreigende over-
siroomingen der dalen en leveren bovendien de noodige
electrische energie.
vallig durfde te denken. Deze menschen bekommeren
zich zoo weinig mogelijk om eigen bezit; ze houden
niet hardnekkig vast aan eigen woningen of steden,
want treinen en vliegtuigen razen met hen, in vier
entwintig uur, dwars door heel Amerika. Het heele
land staat voor lien open en wie geen trein of geen
vliegtuig verkiest, snort in zijn eigen auto of kampeer
wagen of huurt er een.
Het schitterende wegennet bestaat uit dubbele
banenvier 50-mijl-per-uur-banen, links en rechts
twee paar 75-mijl-wegen in het midden en twee
aparte strooken voor 't 100-mijl-per-uur-snelverkeer.
Wie wil oversteken naar een andere baan, wacht op
het sein van den naastbijgelegen controle toren, die
't verkeer regelt en bewaakt, en wijkt af op de daar
voor aangegeven plaats. Geen gevaar voor ongeluk
ken, want de bestuurder, die zich op een hoofdweg
bevindt, heeft de snelheid niet in eigen handen. Ze
berust bij de controle-torens, die de snelheid per radio
regelen en den bestuurder eerst weer aan zijn eigen
lot overlaten, nadat hij de hoofdwegen achter zich
heeft en op zijwegen is aangeland.
Waar twee hoofdwegen elkaar kruisen, loopen de
banen voor het snelverkeer gewoon rechtdoor, maar
links en rechts buigen de andere strooken af om gelei
delijk met de kruiswegen samen te vloeien. Elke auto
behoudt zijn minimum-snelheid van 50 mijl per uur;
is uitgerust met krachtige geperfectionneerde dieset-
motoren en de atmosfeer in den wagen blijft steeds
een zelfde zachte behaaglijke temperatuur houden.
Zoo'n wagen kan iedereen zich aanschaffen voor
tweehonderd dollar.
Voetgangers hebben hun eigen paden-, die zorgvuldig
van het gemotoriseerd verkeer zijn gescheiden, waar
door het saldo aan verkeersongelukken tot 'n minimum
wordt gjredue-eerd.