De kleine bootjes zijn van water en proviand voorzien, maar de voornaamste lading
vormen de lijnen.
Als het water ijsvrij is kan men het zeil hijschen,
maar zoodra er schetsen zijn moet men het weer
strijken. Dikwijls wisselt men enkele malen per dag
olie is nu eenmaal duurder dan wind.
Hechts: In het want klauteren is nog een van de
gemakkelijkste werkjes bij dit gevaarlijke bedrijf.
deint, dat een landrot al zeeziek wordt als liij er
naar kijkt, laat men kleine roeiboot jes neer, bemand
met twee personen. Deze scheepjes zien er niet erg
stevig uit en toch zwalken de vissehers hierin (lagen
lang rond en doorstaan soms een flinken storm.
Het „moederschip" vaart intusschen op halve
kracht verder en laat in een boog van tien tot
twintig kilometer lengte steeds meer bootjes vieren,
die onmiddellijk hun lange vischlijnen uitzetten.
Het gevaar van deze methode is gemakkelijk te
begrijpen. Als een kurk op de golven dansend, worden
de ranke vaartuigjes gemakkelijk met een stroom
meegesleept o{ een storm steekt op, zoodat bet
motorvaartuig de scheepjes niet meer op tijd aan
boord kan nemen.
Weliswaar hebben de vissehers een vaatje zoet
water en voor een paar dagen levensmiddelen hij
zich, maar zelfs als ze er in slagen, drijvende te blij
ven, dan bestaat er nog weinjg kans, dat men hen
terugvindt. En weer zijn twee man verloren en op
een kerkhof begraven, waar geen steen hun graf
siert, -waar alleen de golven eindeloos voörtdeinen
naar een onbestemd doel
Aan boord wordt goed gegeten, want van de reserve-
kracht. die men ter beschikking heeft, kan veel