mum
mm a
MKHHH
31
mes was tweemaal zoo lang als een zeis. Eens vroeg ik
(len barbier om een aantal stoppels, die tamelijk lang
waren, omdat de mannen van dat land slechts tweemaal
per week geschoren werden. Ik bemachtigde daarop een
stukje hout en maakte hierin met een naald op gelijken
afstand verschillende gaatjes. Op die manier verschafte
ik mij een kam, want de mijne was gebroken en geen
werkman in het land was in staat geweest er een voor
mij te maken.
De koning hield veel van muziek en hij gaf dikwijls
oncerten, die ik meestal bijwoonde, maar het geluid was
zoo hard, dat ik geen enkel accoord kon onderscheiden.
1 >p mijn verzoek werd mijn kamer dus zoo ver mogelijk
van de muzikanten geplaatst en als ik dan vensters en
deuren sloot en de gordijnen dichttrok, kon ik met eenige
moeite de melodie onderscheiden.
In mijn jeugd had ik zelf clavecimbel leeren spelen,
i dumdalclitch had er een in haar kamer staan en elke
week kwam een leeraar haar les geven. Plotseling kreeg
ik lust den koning en de koningin op een Engelsch
liedje te vergasten, maar ik wist niet hoe ik dat kon
doen, want het instrument was twintig meter lang en
iedere toets zeker een voet breed. Ik kon met mijn twee
armen dus niet meer dan ongeveer vijf toetsen bereiken
en om een toon aan te slaan, moest ik mijn vuisten
gebruiken, anders kwam er geen geluid.
Maar eindelijk had ik er iets op gevonden: ik liet
twee stokken maken en overtrok de einden met muizen-
Nelletjes. Voor het clavecimbel liet ik een lange bank
zettenen nu liep ik in vollen ion van den eeneu toets naar
den anderen. Op die manier haalde ik toch nog een
Engelsch wijsje uit het instrument,-tot groote voldoening
van den koning en de koningin. Ik voelde er echter niets
voor oui dikwijls op te treden, hoewel ze mij er telkens
om verzochten, want het was een vermoeiende bezigheid.
Hoewel men het misschien niet zou verwachten, waren
de mensehen in dit vreemde land tamelijk beschaafd;
de boekdrukkunst bijvoorbeeld was er al eeuwen lang
bekend, maar 't aantal boeken was niet bijzonder groot.
De bibliotheek van den koning, een van de grootste in het
land, bevatte maar duizend
banden, gerangschikt op een rij
van vierhonderd meter lengte,
waar ik naar hartelust in mocht
lezen.
Dit deed ik ook, want de
niter te ijuard bereikte een hoogte van dertig metei
't verstandigste leek, zoo weinig mogelijk tegen te
spartelen, hoewel hij mij zoo nu en dan lëelijk pijn
deed. Op 'n gegeven oogenhlik werd er echter aan
de deur gemorreld, alsof iemand op het punt stond
binnen te komen. Het dier nam mij bij mijn gor
del, sprong naar het venster en zóó het dak op.
Achter mij hoorde ik Glumdalclitcli verschrikte
kreten slaken, maar haar wanhoop kan niet zoo
groot geweest zijn als de mijne, want ik hing
aan mijn riem te bengelen en keek in een
duizelingwekkende diepte.
Intusschen was door het geschreeuw van mijn
verzorgster het heele paleis in rep 011 roer geraakt
en verschillende knechten kwamen met ladders
aandragen. De aap ging onder die bedrijven op
zijn gemak zitten, terwijl hij mij als een pop in zijn
armen hield en me trachtte te voeren met stukjes
vleesch, die hij in de gauwigheid nog had buitge
maakt. Als ik niet. wilde eten, tikte hij me op mijn
hoofd, zoodat ik wel gedwongen was zijn zin te
doen. De mensehen beneden schenen het schouw
spel nogal koddig te vinden, want ik
hoorde, linn bulderend gelach, maar mij
stond het huilen nader dan het lachen.
Enkele mannen gooiden met steenen,
maar dat werd hun verboden, omdat
zij mij dan kop den raken en dat had
voor mij een wissen dood beteekend.
Toen de. ladders tegen de muren stonden,
klommen verscheidene mannen naar bo
ven en onmiddellijk vluchtte de aap
weg, mij in de goot achterlatend. Zoo
kwam ik er toch nog goed af, want
een der lakeien vischte mij op en bracht
me in zijn jaszak naar mijn verzorgster
terug.
Tweemaal per week begaf ik mij reeds
vroeg naar de vertrekken van den koning
en keek toe hoe hij geschoren werd, hoe
wel ik deze operatie in 't. begin buiten
gewoon griezelig vond, want zijn scheer-
tiininernian van de, konin
gin had een trap van achtentwintig treden ge
maakt, ongeveer zestien meter breed, die voor het
geopende boek werd neergezet. Ik begon links
bovenaan op de ladder en ein
digde rechts onderaan en terwijl At
ik op die manier mijn geest \wA
verrijkte, deed ik tevens in niet 1^
onbelangrijke mate aan sport,
want ik legde op deze wijze
flinke afstanden af. Ik was in
staat zelf de bladzijde om te
Ik werd zoo
slaperig, dat ik
den page ver
zocht de kamer
te sluiten.
Ken trap van achtentwintig treden, ongeveer zestien
meter breed, werd voor het geopende boek neergezet.
slaan, want het papier was dik als karton en de
bladzijden van de grootste boeken waren niet
breeder dan zes of zeven meter.
Wat het leger betreft, vertelde men mij, dat het
uit 17Undo man voetvolk en 32000 ruiters bestoud.
een respectabel aantal dus.
Ik heb de cijfers echter niet
kunnen controleeren, want
eens heb ik oefeningen
bijgewoond van slechts
22000 man voetvolk en
tiOOO ruiters, maar die na
men al zooveel plaats in,
dat ik onmogelijk het ge-
heele terrein kon overzien.
En dat is ook zeer begrij
pelijk, want een ruiter te
paard bereikte 'n hoogte
van dertig meter. Op een
gegeven bevel trokken de
cavaleristen plot seling allen
hun sabel en de zon weer
kaatste zoo fel in het on
afzienbare veld van blin
kend staal, dat ik er geheel
door verblind werd.
Toen ik twee jaar in dit
land vertoefd had, besloten
de koning en koningin een
reis te gaan maken naar
de zuidkust van het rijk
en het sprak vanzelf, dat
ik meeging. Toen wij aan
het doel van onzen tocht
gekomen waren, nam de
koning zijn intrek te Flan-
flasnic, een plaats, die
slechts een kilometer of
twaalf van de kust gelegen