w rqnrj ay 3 KoninLlyLe b«Ian<j- «Iclling werden bezocht en daarbij werden de twee nieuwtjes van Amsterdam niet ver geten, namelijk de pas geopende Artis en de Spoorweg. Juist een week na de officieele opening, op Vrijdag 27 September, maakten al de vorstelijke personen een reis naar Haarlem en terug. Voor deze bijzondere gelegenheid bestond de trein uit vijf, extra-versierde rijtuigen. Dat de hooge gasten zich na afloop uiterst gunstig over den tocht uitlieten, had ten gevolge, dat in De z.g. ontvanger" (stations-chef) van 1839, die behalve het rekenplichtig beheer ook den stationsdienst uitoefende. breede kringen het vooroordeel tegen het nieuwe vervoermid del afnam, Thans mogen wij gerust zeggen, dat deze met allen verschul- digden eerbied vol brachte eerste recla- De moeilijltlieJen Jer eerste jaren ine-stunt der spoor wegen met grandioos succes werd be kroond. De eerste locomotief der HdUamdsche IJzeren Spoorweg- Maatschappij. Deze locomo tief was reeds 2 jaar te voren"gereed, en was in Engeland gebouwd. In Augustus werd hiermee over een gedeelte van den weg de eerste proefrit gemaakt. Nog een andere voorstelling van de feestelijke opening van den eersten spoorweg van Amsterdam naar Ilaarlem op 20 September 1839. Op den voorgrond de trekschuit, naar Haarlem en een diligence. zijn, zoodat het treinstel moest wor den uitgebreid tot achttien rijtuigen. Ook deze rit ver liep volkomen naar wensch. Dien avond en Zondagavond was er te Amster dam in Groot Fras- cati een soiree musicale, ter ge legenheid van de opening van den IJzeren Spoorweg. Op het programma stond de„Haar lemmer IJzeren Spoorweg-W als, van J.B. van Bree". Op Dinsdag 24 Sep tember 1839 werd de lijn voor het publiek opengesteld en reden dage lijks in beide richtingen vier treinen. De directie was echter zoo verstandig ten einde op alle gebeurlijk heden te zijn ingesteld om wél het vertrekuur aan te geven, doch niet het tijdstip van aankomst. Je kon nooit wetenEn kort daarna verlustigden de Amster dammers zich in het lezen van een tweetal pamfletten „Samenspraak tusschen spoorwegen en trekschuit" en „de stervende Haarlemsche trekschuit of de revolutie der aansprekers om het lijk". Méér dan uit een verdere toelichting blijkt hieruit, dat de trein zich zeer spoedig burgerrecht had verworven en de oude, trouwe trek schuit in discrediet raakte. Frederik Willem Conrad 1S00- 1S69), afkomstig uit Spaarn- dam, was ingenieur van be roep. Van 1839 tot 1855 was hij als Ingenieur-Directeur aan de De gunstige gezindheid en zelfs het enthousiasme, dat de eerstgeboren spoor lijn vooral van de zijde van het Amsterdamsche publiek ondervond, waren voor een belangrijk deel veroorzaakt door een „il luster" voorbeeld. En dit voorbeeld was gegeven door de koninklijke fami lie! Op 18 Juni 1838 was De eerste machinisten droegen een wit pak met blinkende knoopen en een platte, goudgeel- gebiesde pet. Seeds in die dagen waren hun verplichtingen vastge legd in een reglement, dat niet minder dan 20 nauwkeurig om schreven artikelen be vatte. Indien deze heuglijke mededeelingen de meening zouden doen postvatten, dat alles naar wensch ver liep, dan is dit tot op zekere hoogte in strijd met de feiten. Van het driemanschap, dat. de concessie had verworven, was er bij de opening in 1839 nog slechts één over. Vooral het bedanken van ingenieur Brade bracht de jonge onderneming in moeilijkheden, aangezien hij de leiding had bij den aanleg. Door tuBsehenkomst van de regeering kreeg de destijds reeds vermaarde ingenieur F. W. Conrad toestem ming om de maatschappij hulp te verleenen. In den aanvang moest hij veel technische moeilijkheden overwinnen, vooral omdat volgens zijn opvatting het werk bij Sloterdijk en Halfweg niet deugdelijk was. Hij moest echter eveneens den strijd aanbinden tegen dwaze eischen. Bij Halfweg moest een schut ting worden geplaatst over een lengte van twee honderd en een hoogte van vijf meter, die van onderen geheel was gesloten en van latten voorzien, met het doel „het ijzige van de passagie" voor mensch en dier te verminderen. Vooral de dieren kostten hoofdbrekens. Boeren koesterden de vaste over tuiging, dat hun koeien, na eens het vuurmonster te hebben zien voorbijsnellen, geen druppel melk meer zouden geven -doordat de schrik hun op de uiers zou zijn geslagen. Een groep Amsterdamsche stalhouders dacht er ernstig over om bij het gemeente bestuur een protest in te dienen tegen den vuurduivel, die het traject tusschen Amsterdam en Haarlem onveilig maakte. Wanneer ze-een vrachtje langs den Haarlemmerweg moesten vervoeren, raakten de paarden namelijk duchtig van streek. Ook de gebrekkige onteigeningswetgeving vormde een bron van bijna onoverkomelijke moeilijkheden, hoewel deze op de lijn Amsterdam-Haarlem naar verhouding nogal meevielen. Uit het volgende voorval blijkt echter, dat men zich nog lang geen en blies een fanfare op zijn trompet, „waarna zich de trein langzaam in beweging begint te stellen" zoo luidde het voorschrift. Veel te vertellen hadden de reizigers niet! Wie le of 2e klas reisde mocht niet rooken en bovendien was ieder volgens het regle ment verplicht „stil te blijven zitten en niet op te staan gedurende de overtogt" Een conducteur van 1839. Het vertrek der treinen ging met eenige plechtigheid gepaard. Een kwartier van te voren luidde de ontvan ger (stationschefge durende vijf minuten de klok, welk gelui 2 minuten vóór het ver trek in een sneller tempo werd herhaald. Daarna werden de deuren der wachtzalen gesloten, de reizigers stapten in, de conducteur constateerde dat alles in orde was het huwelijk voltrok ken van den tweeën twintigjarigen erf prins later koning Willem III met prinses Sophia van Wurtemberg. De door luchtige echtelingen zoo werd het jonge paar in dien tijd ge noemd brachten een bezoek aan de hoofdstad om kennis te maken en werden daarbij niet vergezeld door koning Willem I, den grootvader, maar door den populairen prins van Oranje Willem II met, zijn gemalin, Hare Doorluchtige en Keizerlijke Hoogheid Anna Paulowna. Tal van instellingen Ook in 1839 deden reeds vrouwen dienst als overweg- wachter. Zij waren voorzien van een roode vlag, opge rold wanneer de weg veilig was, en droegen een soort hoogen hoed en een zwarte pelerine met rooden, omge slagen kraag.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 3