Generaal-veldmaarschcdk Hermann Göring. Generaal-veldmaar- schalk Hermann Göring liield's middags voor de arbeiders van een groote Duitsche wapenfabriek 'n rede waarin hij de internationale situatie besprak. Hij zei hierin o.a.: Wat den strijd in hét oosten betreft, de Duit sche weermacht heeft hier prestaties geleverd, die zelfs wij ons niet hebben kunnen voor stellen. Dat het gelukt is in acht dagen in 'n vij andig land binnen te dringen en de hoofdstad van dat land in te nemen, is een prestatie, die door niemand, ook niet door ons, voor mogelijk werd gehouden. Bovendien echter blijven onze landlegers op rukken. Met trots moet ik thans évenwei een wapen noemen dat hier voor de eerste maal opgetreden is en dat den vijand de grootste afbreuk heeft gedaan: dat is het luchtwapen geweest. Dit heeft bewerkt, dat de Polen tot achter den Weichsel zijn teruggedrongen. Zoo even bereikt mij het bericht, dat zij Rozan hebben moeten verlaten. Wie op het oogenblik een kaart van Polen aanschouwt, met de posities der Duitsche legers, zal moeten erkennen, dat de vijand thans aan drie zijden ingesloten is. Het kan nog slechts enkele dagen duren, voordat het Poolsche leger geheel in Duitsche handen gevallen is. Wij kunnen hopen, dat veertien dagen na het begin van den strijd de hoofdzaak afgedaan is en dat over enkele weken bet laatste oprui- mingswerk kan worden uitgevoerd. De Fiihrer heeft alles voor den vrede gedaan, alleen niet de eer prijsgegeven. Op het laatste oogenblik hebben wij nog voorstellen gedaan. Het Duitsche volk is elk uur bereid 'n eerzamen vrede te sluiten, doch men verwissele 't Duitsche aanbod niet met zwakheid. Als men oorlog wenscht, kan men hem krijgen, in iederen vorm, dien men verlangt. Wij zijn bereid tot vrede, wanneer de verstandige menschen succes hebben, maar ook tot oorlog, wan neer oorlogshitsers als Churchill slagen. Een fatsoen lijke vrede zou ons het liefste zijn, maar wij zijn even zeer besloten tot het uiterste te strijden, wanneer men ons zou aanvallen. NEDERLANDSCH SCHIP OP EES MIJN GELOOPEN Uit Thisted in Denemarken wordt gemeld, dat elf leden van de bemanning van het Nederlandsche s.s. Mark, afkomstig uit Rotterdam, in een reddingsboot te Vorupoer zijn aangekomen. Zij deelden mede dat de Mark op weg van Finland naar Nederland op een mijn is geloopen en gezonken. De bemanning welke uit 22 koppeu bestaat is geheel gered. De Poolsche luchtmacht is nog niet in staat geweest zich behoorlijk te doen gelden. Hoewel zij kleiner is dan de Duitsche zou zij toch over uitstekend materiaal en goed geoefend personeel beschikken. 's Avonds werd van Britsche zijde de volgende officieele verklaring gepubliceerd: Tijdens de heden gehouden bijeenkomst van het Britsche oorlogskabinet is besloten, dat de Britsche politiek gericht zal zijn op de veronder stelling, dat de oorlog minstens drie jaar zal duren. Meldde het Duitsche Nieuwsbureau: Dank zij het voortdurende opdringen der Duitsche troepen op het strijdtooneel in het oosten is de Duitsche oostgrens definitief en voor altijd beveiligd. De opperbevelhebber van het leger heeft daarom den Führer gemeld, dat niet langer de noodzakelijk heid bestaat, dat het leger binnen de grenzen van het Duitsche rijk in het oosten de uitvoerende macht uitoefent. Alleen in de provincie Silezië ten noorden van de Oder moet om technische redenen nog korten tijd worden vastgehouden aan den tot dusver bestaanden toestand. De Führer en opperbevelhebber heeft daarom ver ordend, dat de achterwaartsche grens van het gebied der krijgsverrichtingen, met uitzondering van Silezië ten noorden van de Oder, van 9 September midder nacht af tot de Duitsche oostgrens zal worden ver schoven. De opperbevelhebber van het leger dankt alle volksgenooten, dat zij steeds met offervaardig heid de weermacht hebben gesteund en daarmede ook hun dee.1 hebben bijgedragen tot het gelukken van het groote werk, zoo besluit het D.N.B. Op een telegram van den voor- maligen Tsjecho-Slowaakschen pre sident Benesj heeft Chamberlain het volgende geantwoord Onder dankzegging bevestig ik Uwe Excellentie de ontvangst van uw edelmoedige boodschap van sympathie en steun in deze moeilijke uren. Het leed van de Tsjechische natie is niet vergeten en wij verwach ten den triomf der beginselen, waarvoor wij de wapens heb ben opgenomen, om het Tsje chische volk van vreemde over- heersching te bevrijden. Van officieele Poolsche zijde wordt de bezetting van Warschau door de Duitschers nog steeds tegen- Om zeker te zijn, dat in het door de Duitschers bezette gebied de ver bindingen geen gevaar loopen, heeft men op de spoorwagens luchtafweer geschut gemonteerd. Paul Beynaud, de Fransche minister van financiën. niettegen staande Göring in zijn rede hier ook reeds melding van maakte. Het officieele Sovjet agentschap Tass be richtte In verband met den Duitsch-Pool- schen oorlog, die een steeds grooter omvang en een dreigender ka rakter krijgt, heeft de regeering der Sovjet unie besloten, verscheiden lichtingen onder de wape nen te roepen ter verdere versterking van de defensie van het land. De oproep van reservisten voor het roode leger is geschied in de Oekraine, in Wit-Rus- land, te Leningrad, Moskou en in de militaire distric ten Kalinin en Orel. Zondag IQ September Canada verklaarde Duitschland den oorlog. Een afschrift van deze verklaring is naar Londen geseind. Dit is de eerste keer, dat Canada in dit opzicht zelf standig is opgetreden als natie. In 1914 heeft de Canadeesche regeering zich beperkt tot het afdruk ken in het staatsblad van de oorlogsverklaring van Groot-Brittannië. Wat de verovering van Warschau betreft, spreken de Duitsche en Poolsche berichten elkaar nog steeds tegen. Volgens een Duitsch communiqué zou Lodz reeds Zaterdag bezet zijn. De Fransche minister van financiën, Reynaud, hield 's avonds 8 uur een radiotoespraak, waarin hij o.a. zeide: Ik wil de kracht van (feu tegen stander niet onderschatten, maar ik geloof, dat ik dat niet doe, wanneer ik u zeg: Duitschland is reeds in groote mate uitgeput door de gigan tische inspanning, die het zich heeft getroost voor de voorbereiding van den oorlog. Economisch en financieel is het Duitsche organisme reeds zeer kwetsbaar. Op dat front heeft Duitschland geen ver- sche troepen meer. Wat nu Frankrijk betreft: Het is een feit, dat het den oorlog begint in veel betere economische en financieele omstandigheden dan de vijand. En wat den goudvoorraad betreft: Het zal vol doende zijn, indien ik mededeel, dat deze oorlogs- schat in enkele maanden met bijna 30 procent is gestegen. Het is niet slecht, dat men hier en elders weet, dat de bank van Frankrijk thans tweemaal meer goud bézit dan in Augustus 1914. Verder legde de minister den nadruk op de nood zaak om zooveel mogelijk te produceeren en zoo wei nig mogelijk te verbruiken. Deze week eindigt met een vraagteeken. Het heden is onzeker, daar een aantal tegenstrijdige berichten circuleert, de toekomst is ongewisser dan ooit.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 17