Wmm w Een aardige gebreide Bab ycape he i M iyifrWfi 'DAT MAKEN WE ZELF EEiN PRACTISCH SLEUTELZAKJE WSmiSEW yV; l#ÏW Benoodigdheden voor deze baby cape waren: onge veer 120 gr. fijne lichtblauwe babywol niet een zijden draadje en een paar lange aluminium breinaalden met knop nr. 4. We zetten 72 st. op en breien hierboven: le naald: 6 r., 6 av. Yanaf herhalen. 2e naald: 6 av., 6 r. Vanaf herhalen. Het patroontje verspringt hier dus, zoodat r. boven av. komt en av. boven r. ■3e, Se, 7e en 9e naald: als le naald. ie, 6e, 8e en 10e naald: als 2e naald. 11e naald: steeds afwisselend 2 r., 2 av. 12e naald: steeds afwisselend 2 r., 2 av. (r. komt dus weer boven r. en av. boven av.). 13e naald: steeds afwisselend 2 av., 2 r. (het blokje verspringt hier dus). lie naald: steeds afwisselend 2 av., 2 r. We herhalen nu de lie tot en met de 14e naald voortdurend, totdat we 9 blokjes boven elkaar hebben. We hebben nu dus één streep in ribbels en één streep in blokjes. We breien nu verder steeds afwisselend één streep ribbels en één streep blokjes. Wanneer we in totaal 9 strepen in ribbels hebben, kanten we af. We hebben dan een lap van ongeveer 45 bij 90 cm. We nemen nu aan één kant (lengtezijde) van den lap de lussen op (in totaal 126 lussen) en breien hier boven het schouderstukje als volgt le naald: 2 r., 3 av., 2 r., 2 av., 2 r., 3 av., 2 r., 3 av., 2 r., 2 av., 2 r., 3 av., 2 r., 2 av., 2 r„ 3 av., 2 r„ 3 av., 2 r., 3 av., 3 r., 2 av., 2 r., 2 av., 2 r., 3 av., 2 r., 2 av. Deze laatste 2 averechte steken vormen het midden van de naald; de tweede helft. van de naald breien we dus in omgekeerde volgorde af. We eindigen vanzelfspre kend weer met 2 r. 2e naald: de steken, die we bij de vorige naald r. gebreid hebben, breien we nu av.; de steken, die we bij de vorige naald av. ge breid hebben, breien we nu r. We breien dus r. boven r. en av. boven av. 3e naald: we breien weer r. boven r. en av. boven av.,- maar breien bij de groepjes van 3 av. steken telkens den len en 2en averechten steek te zamen, zoodat er nog slechts 2 av. overblijft. le naald: we breien weer r. boven r. en av. boven av. 5e naald: 2 r., 2 av. te zamen breien, 2 r., 2 av., 2 r., 2 av. te zamen brei en, 2 r., 2 av., enz. We muideren nu dus bij de groepjes van averechte steken telkens om den an deren keer. 6e naald: we breien r. boven r. en av. boven av. le naald: van ieder groep je van 2 av. steken maken we nu 1 averechten steek. 8e naald: we breien r. boven r. en av. boven av. 9e naald: hierin ver dwijnen ten slotte alle ave rechte steken. We breien dus als volgt: 2 r., 2 r. te zamen breien, 1 r., 2 r. te zamen breien, 1 r. enz. 10e naald: geheel ave recht. 11e naald: geheel recht. 12e naald: geheel ave recht. 13e naald: 16 st. afkan ten, 24 st. breien (steeds af wisselend 2 r., 2 av., dit wordt het begin van het kap je) en nog 16 st. afkanten. Boven de middelste 24 st. breien we nu weer in blokjespatroon verder (dus steeds afwisselend 2 r., 2 av. en telkens na 2 naalden ver springen). Wanneer we 24 blokjes boven elkaar heb ben, zetten we er aan het begin van de volgende naald 24 st. bij op, breien dan weer boven 24 st. en zetten daarbij aansluitend nog 24 st. erbij op, zoodat we nu in totaal 72 st. op de naald hebben. Boven dit aantal steken breien we nog 12 blokjes, daarna nog een streep in ribbelpatroon, en kanten af. We persen nu de cape luchtig onder een vochtigen doek op en naaien het kapje in elkaar. Xu breien we nog een kantje als volgt we zetten 6 st. op en breien hierboven le naald: recht. 2e naald: 2 r., omslaan, 2 r. te zamen breien, om slaan, 2 r. 3e naald: 1 av. afhalen en de naald verder recht uit breien. le naald: 3 r., omslaan, 2 r. te zamen breien, omslaan, 2 r. 5e naald: als 3e naald. 6e naald: 4 r., omslaan. 2 r. te zamen breien, om slaan, 2 r. 7e naald: als 3e naald. 8e naald: geheel recht. 9e naald: 3 st. afkanten en de naald recht uitbreien Wehebben nuweer 6st. op de naald en herhalen verder de 2e tot en met de 9e naald voortdurend (10e naald is dus gelijk aan de 2e naald enz.) tot we een lengte van ongeveer 3 m. bereikt hebben. We naaien nu dit kantje met een wollen draad om den geheelen omtrek van de cape. We haken vervolgens met 4 draden wol nog een koord van lossen, voorzien de uiteinden van kwastjes en naaien dit koord dan aan den binnenkant langs het kapje: we nemen het daarbij iets te kort, zoodat de wijdte van den hals wat ingewerkt wordt. Ongetwijfeld zal zoo'n sleutelzakje voor menigeen een welkom cadeautje beteekenen, want het be zit een practische waarde, die zeker niet onder schat mag worden. Wat een gemak beteekent het immers niet voor de huisvrouw of den zakenman, wanneer zij of hij alle sleutels, die geregeld gebruikt worden, netjes bij elkaar in zak of tasch heeft, zonder dat de voering door de scherpe deelen der sleutels beschadigd wordt. Xoodig voor een sleutelzakje als hierbij afgebeeld zijn slechts: twee klokvormige stukjes leer, beide zoo groot, dat ook de langste sleutels er goed in passen, een reepje leer, ongeveer anderhalven centimeter breed en een centimeter of 5 langer dan de hoogte van het zakje bedraagt (hier 16 cm.), dat aan de beide uiteinden wat breeder wordt, twee druk- knoopen, ieder bestaande uit een boven- en onder deel, een sleutelringetje (in den winkel reeds voor een paar centen verkrijgbaar) en ten slotte wat garen 11 cm 7cm om te stikken. (Zij, die het zakje met leerband willen afwerken, hebben natuurlijk een stuk leer band noodig). Wanneer we ons zakje, nadat we de verschillende „ingrediënten" gereed hebben liggen, in elkaar willen gaan zetten, be ginnen we met aan hel eene verbreede uiteinde van het reepje leer (het reepje is tevoren keurig afgestikt langs de ran den) een drukknoop te be vestigen, de eene helft zoover mogelijk naar on deren toe.de andereop an derhalven centimeter af stand van de eerste helft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 36