„HONDERD JAAR" www DE LOTGEVALLEN DER SPOORWEGEN TN NEDERLAND leeren zouals twintig jaar geleden menige aapjes koetsier den bok van zijn rijtuig beeft verwisseld voor de zitplaats acbter bet stuur van een taxi. Steeds meer werd er gebruik gemaakt van bet nieuwe vervoermiddel:de spoorwegen de tegen standers stonden met. stomheid geslagen. Voor de „commeroieele" geesten van bet bedrijf was er echter een aanleiding om uit te breiden tot Rotterdam. Eerst nu begon de worsteling met de onteigeningswet.. De eigenaars van gronden, welke door den spoorweg moesten worden doorsneden, vroegen hooge prijzen en er zat voor de maatschappij in vele gevallen niets anders op dan na ..loven en bieden" te betalen, aan gezien een proces in de eerste plaats den aanleg maanden, ja zelfs jaren kon ophouden en bovendien eveneen^schatten geld verslond. De bestuurderen dei- stad Haarlem maakten het de maatschappij al even min gemakkelijk. In deze stad reden de treinen eenige honderden meters binnen de stadsmuren en dat in een tijdperk, waarin het gemeentebestuur nog aanzienlijke inkomsten genoot door het heffen van poortgeld. Zooiets liet. men zich niet ontgaan en zoodoende moest de spoorwegmaatschappij toestem men in een regeling, waarbij vijf cent moest worden betaald voor iederen, na sluitingstijd binnen de veste Haarlem „gesmokkelden" reiziger. Voor „doorgaan de" reizigers bedroeg deze beffing zelfs tien cents. Wij moeten bewondering hebben voor de handelsinzich ten van liet toenmalige stadsbestuur immers zoo'n „doorgaande" verliet de stad zónder iets verteerd te hebben. Van zulke individuen moest extra-belasting worden geheven. Toch konden al deze belemmerende factoren den ondernemingslust niet fnuiken. Onder leiding van den ingenieur F. W. Conrad werden de eerste spoor bruggen gebouwd over bet Spaarne te Haarlem, over de Leidsche Trekvaart bij Vogelenzang, over de Warmonderlee en over de trekvaart bij Leiden. Helaas werd een dier bruggen tevens de oorzaak van het eerste min of meer ernstige spoorwegongeluk in ons land. Vrij kort na de opening van het traject Haarlem-Leiden stortte een locomotief vaneen trein in het water, doordat de brug over de Warmonderlee niet goed was gesloten. Een doode en enkele gewon den waren bet gevolg en de maatschappij zelf con stateerde onmiddellijk een vermindering van het per sonenvervoer. Niettegenstaande de pogingen van de tegenstan ders der spoorwegen om, door te wijzen op bet ge vaar, het nieuwe verkeersmiddel weer in discrediet te brengen, begon het publiek al zeer spoedig op nieuw van den trein gebruik te maken en werden de werkzaamheden 0111 de lijn tot Rotterdam door te trekken onverpoosd voortgezet. In de annalen van de geschiedenis der Neder- landsche Spoorwegen staat met vette letters het Drama met Je laromme lijn A. H. van Wickevoort Crommelin, die eigenaar was van terreinen in de buurt van de Zandvoortsche laan, bad de directie van de H.IJ.S.M. verzocht om daar een halte op te richten. Dit verzoek werd van de hand gewezen en lievig ontstemd kocht toen ile heer Crommelin met twee andere heeren van een zekeren Van der (laag in de buurt van Delft een laantje, dat liet derde station te Amsterdam, het Wes- terdokstation, aan het Droogbak, werd 1~> October 1878 in gebruik genomen. Heisgenaugten et vertrek van iederen trein had veel weg r A/ van een goed geregisseerde voorstelling. -j\ De reizigers moesten zorgen een kwartier vóór het vertrek van den trein aanwezig te zijn. Dan liet de ontvanger (deze voor onze moderne ooien naar belastingen zweemende titel werd later vervangen doordien van stationschef) vijf minuten een klok luiden. Twee minuten voor het vertrek werd het tempo versneld, als waarschu wing, dat het oogenblik nabij was, waarop er wéér een trein zou vertrekken. De conducteur fun geerde als hoornblazer en blies op een instrument, dat hem aan een groen koord om het lijf hing. Het is begrijpelijk, dat de tocht naar Haarlem in den winter het tegendeel vormde van een plezier reisje. Verwarming kende men niet en eerst in 184+ werd besloten tot het aanschaffen van veertig koperen flesschen ten dienste van eerste-klasse- reizigers. die echter alléén werden verstrekt „zoo zij er om vroegen." De machinist uit die dagen stond in een smetteloos wit costuum op zijn machine, dat wil zeggen op het tijdstip, dat hij zijn dagdienst aan ving. Het lijkt ons onmogelijk, dat hij, niettegen staande de door de regeering geprotegeerde cokes, Amsterdam-Haarlem en terug kon afleggen, zonder besmeurd te worden. Op feestdagen lieten de Nederlandscbe Spoorwegen extra-treinen loopen om liet overvloedig getal reizigers te kunnen venverken. In de eerste jaren van den spoorweg moest men op sommige dagen even eens deze moeilijkheid overwinnen. Geen nood. Waterwagens en beestenwagens werden tijdelijk inge richt voor personenvervoer en niettegenstaande deze ongemakken namen de spotzieke Amsterdammers de al-oude trekschuit mét inhoud duchtig op den bak. Vermoedelijk heeft destijds menige schipper woedend zijn concurrent nagestaard en zich afgevraagd of hij er niet verstandiger aan zou doen voor machinist te Door de geweldige toename van het treinverkeer bleek reeds in de eerste jaren het station te Amsterdam te klein. Men verplaatste het beginpunt meer naar de stad, in de buurt van de Willemspoort, waar het in 1843 in gebruik genomen werd. Het halfronde gebouw had een fronton als een Orieksche tempel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 6