WRIGLEY PETROLE HAHN EEN HAAR VALT UIT EN DAARNA WEER EEN 13 Toén er zich achter in den middag nog ■een spoor van meneer Glencannon ver toonde, trok kapitein Ball zijn Zondag- sche uniform aan, installeerde zijn gebit-voor-den-wal en vervoegde zicli met eenige bezorgdheid aan boord van de Veletïa. Sa een aanzienlijk uitstel werd hij beneden in de rookkamer gelaten, die zoo vol stond met den rook van Bavana-blad en negerwol-shag, dat hij er aanvankelijk haast niet door been kon kijken. ..UnghKom er maar innoodde een grauw ergens in den walm. Op den tast, struikelend over eeu leege flesch en een emmertje ijs, bereikte de bezoeker een tafel, aan welker eene einde een forsclie purperen heer zat, dien hij voor majoor üuggan hield." Aan den overkant zat meneer Glencannon. Zij zagen er beiden ontredderd uit. rood van oogen en half uitgekleed. De toestand was blijkbaar eritiek „Goedenmiddag mijnheer," zei kapi tein Ball, snel olie aandragend voor de woelige wateren. ,,Ik ben zoo vrij ge weest even...." „Ga zitten en zwijg!" blafte majoor Duggan. ..Zie je niet, dat we bezig zijn?" „Als u misschien een minuutje ge duld wilt hebben, kaptein," zei meneer Glencannon luchtig. „Er zit over de veertig pond in den pot, ziet u, maar zoodra ik hem gewonnen heb...." „Je wint hem niet!" bulderde Duggan „Je zult hem niet wéér winnenDat kan niet, dat kan niet. dat kan niet, zeg ik je Hier, 't is mijn beurt." Met een woesten zet van zijn vingers bracht hij het groene tolletje aan 't dansen over de tafel en toen boog hij er zich overheen, alsof hij het bijten wilde. De aderen van zijn voorhoofd bolden uit als trossen pr ima kasdruiven. Meneer Glencannon zat kalm achterover, ver deelde den grooten hoop bankbiljetten naast zich in Engelsehe en Fransche en maakte er nette stapeltjes van. Kapitein Ball bewoog zicli onrustig. „Heerlijk weertje," merkte hij op. „Ik ben zoo vrij geweest. „UnghZet twee! Vervloekt!" knerste majoor Duggan, twee pond neerleggend op den heuvel in 't midden. „Nog nooit van mijn leverr heb ik zoo'n pech gehad. Schoon, goed bekeken" err begeerig keek hij beide aanwezigen aan, als zocht hij bemoediging „de pot is nog niet verloren voor me, is 't wel? Ik hoefde maar twee bij te zetten des te zoeter is 't winstje, als ik den volgenden keer draai. De fortuin heeft me nog niet irr den steek gelaten, heeren!" Hij dronk zijn glas leeg err schonk het aanstonds weer vol. „Nee nee, de fortuin heeft me nog niet in den steek gelaten! Wat dacht je! Ik ben boffer Dug gan! Infor meer maar eens irr MentonInformeer maar eens in Cannes! Vraag 't ze maar eens hier in Morrte! Vraag 't ze ungh - vraag 't ze maar eens in Carmenton.... eh. Canmonte, ungh, vraag 't maar eens aart Carlo! Dan zul je hooren, dat ik boffer Duggan benDus vooruit maar, Glencannon, goeie klant dat je bent draai maar eens goed, dan kim je den pot spekken, en dan zul je boffer Duggan den buit eens binnen zien halen Toen meneer Glencannon zijn winst naar zijn zin had gerangschikt en zijn neus weer buiten zijn glas had, greep hij het tolletje en draaide hij het nonchalant en vol goeden wil. De beweging was echter naar links gericht. Zooals onver mijdelijk was strookte het middelpunt vliedende draairesultaat nauwkeurig met de reeds welbewezen Glencannon- I heorie, om maar te zwijgen over de theorieën van Einstein, Sperry, Bierman en anderen. De tekst luidde: „Neem pot". I erwijl meneer Glencannon met t wee handen aldus deed, schoot majoor Dug gan zijn stoel uit, met zooveel heftigheid, dat hij de beide armleuningen meenam. „Wel alle donders!" brulde hij. „Weer verloren!" „Ah-rr-hem!" sprak kapitein Ball. „Ik ben zoo vrij geweest even aan boord te komen, meneer, om...." „Da's drieënzeventig maal achter elkaar, dat ik den pot verlies vanmid dag! 't Geld kan me niet schelen nee. lak aan 't geld! Ik heb honderdmaal zooveel gewonnen op de bank van Monte Carlo. Maar" - de majoor zweeg, drukte een bevende hand tegen zijn voorhoofd; toen hij doorsprak, klonk zijn stem fluisterend „maar ik. ik vraag me af, of de fortuin me in den steek heeft gelaten! Mijn fortuin in zaken ook! O, hemeltje, ik moet me niet indenken, wat dat zeggen wou...." „0. hemeltje, denk maar gerust!" knikte kapitein Ball plechtig. „Maar ik heb me de vrijheid gepermitteerd. „Houd je gezicht!" snauwde majoor Duggan. „Hoor eens. Glencannon, je hebt alle contanten in de wacht gesleept, die ik aan boord had, maar we laten 't er niet bijIk moet nog eens met je spe len ik moet spelen en spelen en spelen tot ik win, al is 't maar een lialven stui ver. Ik moet mijn geluk terugwinnen. Snap je me? Kom morgenochtend zoo vroeg mogelijk hier en. Meneer Glencannon schudde zijn hoofd, terwijl hij zijn winst in zijn jasje propte. „De Inchcliffe Castle vaart van nacht om twaalf uur uit," meldde hij. „Ik moet gauw aan boord om stoom te maken, 't Spijt me, meneer, maar ik ge loof, dat we ons laatste spelletje achter den rug hebben." „M-inaur dat gaat toch niet! Je weet niet, je begrijpt niet, wat 't voor me zeggen wil! Maar wacht!" Hij greep den ander vurig bij zijn pols. „Wanneer kom je in Glasgow?" „Glesgow? Denkelijk nooit," zei me neer Glencannon. „We hebben nooit werk in Glesgow - dat hebben de reeders nooit kennen krijgen. Als we een con tract met Glesgow hadden, ja, dan zou 't natuurlijk kennen. „Wat zeg je? Een contract? Kerel, we zijn er! Ik heb zes van die vermolmde schuiten van de Koninklijke Victoria voor mijn papierfabrieken in de vaart -- van Glasgow naar Noord-Afrika om esparto-gras te halen. Het contract loopt den vijftienden af. Weet je wat ik doe? Ik geef dat werkje aan Clifford en Castle!" „Reusachtig!" juichte meneer Glen cannon toe. „Dan kennen we mekaar eens per maand treffen om uw geluk te beproeven." Hij nam het tolletje en borg het met zorg in zijn zak. „En mag ik u nou nog vragen, om dat telegram metje aan de reeders zoo in te kleeden, dat u ze meteen uw besluit kenbaar maakt, en dat ze goed merken, dat ik 't gedaan heb gekregen? D'r zit een stukje gratificatie en zoo voor me an vast, ziet u." „Ik beloof 't je!" straalde majoor Duggan. „Ik beu zelf een prima ver- kooper ja, altijd geweest en ik zal 't altijd blijven ungh tot nu toe heb ik ten minste altijd succes gehad. Zijn zelfvertrouwen welkte weer en zijn woorden aarzelden weg. „Arr-hem!" zei kapitein Ball, ietwat verbluft. „Nu, majoor Duggan, als ik me nu de vrij „Nou, kaptein, u neemt me dewoorden uit mjjn mond!" grinnikte meneer Glen cannon. „Ik wou den majoor net voor stellen, als hij soms 'n paar waardelooze kisten ouwe whisky ergens hier aan boord had zwerven, die in den weg lagen, dat, wij hem er dan met alle pleizier af zouen helpen en dat we ze dan meteen maar mee zouen nemen." Wanneer U door vermoeidheid wordt overvallen, haal dan een paar stukjes WRIGLEY'S P.K. uit Uw zak. U knapt er werkelijk van op, zoowel geestelijk als lichamelijk. P.K. kauwen na eiken niaaltüd bevordert de spijsvertering, helpt Uw tanden sterk, wit en gezond te houden en voorkomt tand bederf op de meest natuurlijke wijze. De lekkere, frissche smaak van P.K. geeft U een zuivere adem, een kenmerk van per soonlijke beschaving. P.K. verzacht de keel, een ware uitkomst voor rookers en voor hen die veel moeten spreken. Koopt vandaag nog enkele pakjes en houdt er steeds een paar bij de hand. Geef ze ook aan de kinderen, ze zjjn er dol op. Veel genot voor weinig geld 5 cent. De beste grondstoffen - de fijnste smaak. Als U geen voorzorgen neemt, zult U kaal worden door Uw eigen fout. Grijp dan in, nu het nog niet te laat is. Voltooi iederen morgen Uw toilet door een friction Petrole Hahn, welke den haaruitval stopt, hoofdroos verdrijft en U een goede verzorging en schoonheid van Uw haardos verzekert. Reeds meer dan een halve eeuw wordt de heilzame en krachtige werking van PETROLE HAHN erkend, niet alleen door het publiek, maar ook door de doktoren, die het gebruiken en het met succes aanbevelen. Overal verkrijgbaar in flacons a f 1.25, f2.- en f 3.75. En gros FIRMA A. MAAS, 239, O. Z. Voorburgwal, Amsterdam-C. UITSLUITEND VERPAKT IN ZWART-ROOD ETUI LET OP DE HANDTEEKENING F. VIBERT - WEIGERT NAMAAK!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 13