Langs de
ZEEUWS CH-VL A AMSCHE
KREKEN
ds van den weg af krijgt w dit heerlijke uitzicht
over de Nieuwerkerksche kreek onder Groede.
Wat een rust in een landschap, dat nog geheel af
zijdig ligt van drukte en verkeer!
Voor het vee is in den zomer de kreek een verfri
schend wed.
De visschers, die roeten er de goede en de mooie plek
jes wel te vinden, zooals hier tusschen het riet van
het Groot Eiland.
En bij de boerderijtjes,
ploiteeren,
We zijn in het dagelijksch leven zoo gewend,
Zeeuwsch-Vlaanderen als het vasteland-van-
Zeeland te beschouwen, in tegenstelling tot
de grootere en kleinere eilanden, die het noordelijk
deel van ons gewest vormen. Er voor den opper-
vlakkigen bezoeker, voor de meeste bewoners zelfs,
is er dan ook in Zeeuwsch-Vlaanderen maar heel
weinig overgebleven, dat eraan herinnert, hoe in nog
niet eens zoo lang ver
vlogen eeuwen Zeeuwsch-
Vlaanderen een eilanden
rijk was van juist hetzelfde
karakter als overig Zeeland.
Dat het Zwin niet alleen,
maar ook de Dollaard, de
Saaftinge, de Otevee, het
Hellegat, de Zoutvliet, de
Blije, de Braakman, do
Reverne, de Bolixate en de
Elmara stroomen waren,
nauwelijks minder machtig
dan de huidige Schelde-
armen. Van eeuw op eeuw
wijzigde zich hun omvang
en diepte; hier slibden zij
dicht, daar overstroomden
zij nabijgelegen gronden
heele zeeboezems verzand
den, en nietige stroompjes
zwollen tot breede rivieren,
die akkers, dorpen en kas-
teelen verwoestten en ver
zwolgen. Dan weer won de
mensch door inpolderingen
het verloren gebied terug,
dan weer werd hij door den Zeeuwschen erfvijand
het water verslagen en teruggedrongen; maar ten
slotte wist de Hollandsche waterbouwkunde het
water uit te bannen voorgoed en langzaam bij dijk
na dijk, polder na polder toe te voegen aan den
kostbaren Zeeuwschen bodem.
De tallooze, nu nuttelooze dijken, die de Zeeuwsch-
Vlaamsche wegen op hun kruinen dragen, weten ons
van dit reuzenwerk nog te vertellen. En de merk
waardige Zeeuwsch-Vlaamsche kreken zijn het, die
als resten van de eens zoo machtige en woeste
waterstroomen nog een laatste herinnering bewaren
aan het Zeeuwsch-Vlaamsche landschap uit de Mid
deleeuwen. De kreken, dat zijn de diepste geulen
der vroegere stroomen, die bij de drooglegging der
aangeslibde en opgegroeide gronden niet geheel en al
bedwongen konden worden en nu als machtige natuur
monumenten en monumenten van Zeeuwsch-Vlaam
sche historie de grootste bekoring uitmaken van het
landschap bezuiden de Schelde. In dat opzicht is
Zeeuwsch-Vlaanderen zelfs bevoorrecht boven zoo
vele polderlandschappen, die in hun nuchterheid niet
de minste romantiek der natuur vertoonen.
Toch verbaast het, hoe weinigen van de omwonen-
die het grasland en de akkers rondom de kreken ex-
omzoomen grillige knotwilgen het water.