VOOR ELK PROFIEL EEN HOED Vrouw Mode maakt het ons ditmaal wel erg gemakkelijk om het ons passende hoofddeksel te vinden. De keus is zóó groot, dat er voor niemand ook maar de geringste verontschuldiging bestaat om met een minder flatteuzen hoed op de proppen te komen. Hoeden mèt en zónder rand! Chasseurs en postiljons, tricorns en turbands, ba retten en pet-modellen, kleine matelots, piccolo petjes en bretons, hooge kozakkenmutsen en kleine toques. Nieuw onder de zon zijn de cylinderbollen, die afgekeken zijn van de heeren-hoogehoeden. Zelfs de velours panne is niet origineel. Over het al- meen echter zijn deze cylinderhoedcn van het veel practischer vilt vervaardigd. Fluweel zien we slechts sporadisch, daarentegen wel een eenigszins ruige haarvilt. Het meerendeel der hoeden is gegarneerd met satijnen lint, dat vaak lustig achter de draagster aanwappert. Ook de voile blijft gehand haafd als garneering, hoewel minder dan dezen zomer. Veeren, vooral patrijs- en fazantveeren en kopveertjes van struis, zijn uiterst populair. Veeren, die vaak zóó lang zijn, dat er geen moge lijkheid bestaat om in tram of taxi behoorlijk plaats te nemen. Ook bont is dit seizoen een geliefde garneering, zoowel ruige vossenstaarten als appliques van breitschwanz, persianer of bever. Metalen clips, spel den en motiefjes vroolijken menig eenvoudig hoofd deksel op. Wat de kleuren betreft, zien we naast overwegend veel zwart ook bordeauxrood, roodbruin, lichtgrijs, groen en hruin in een massa verschillende nuances, en, geheel in tegenstelling met andere jaren, slechts weinig marineblauw. In veel gevallen completeert men een mantel of een pakje met een hoedje, handschoenen en tascli in een contrastkleur. Een breton met garneering van genopte voile.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 38