Eén van de 350 OSWALD ALS BEMIDDELAAR Eerst beklaagd om haar dikte nu bewonderd om haar figuur „Nog; niet zoo lang geleden woog ik 132 pond, bij een lengte van 1.55 Meter nu nog inaai 102 en de omvang van buste, taille en heupen is afgenomen, mijn gezondheid is vooruitgegaan, mijn teint is friseh en gezond geworden." Zy vatte anders altijd kou! Ma ■mm 18 Vervolg van blz. 5 Dat zijn de eigen woorden van Mej. A. W. U kunt een even verheugend resultaat ver krijgen, z u n d e r medicijnen, dieet of afmattende oefeningen alléén door Wex te nemen, het smakelijke, mousseerende zout uit druivensapderivaten, éénmaal per dag 's morgens direct bij het opstaan. Hegin morgenochtend dadelijk met dit doeltreffende middel en binnen eenige weken zult U ponden lichter wegen, met elk pond overtollig vet zult ge de jaren van IJ voelen afvallen en ge zult 1' weer voelen als een kwieke levens lustige vrouw met een bekoorlijk, benijdens waardig figuur. Wex is verkrijgbaar bij Uw apotheker of dro gist in handige, apart verpakte hoeveelheden een doos met 6 stuks a f 0.40, per groote flesch f 1.20. briefkaart Rown DRUIVENZOUT grati modellen uit het modeboek WINTER WEELDE 1939-1940 Verkrijgbaar in de maten 40 - 42 - 44 - 46 - 48 a ZU ct. plus 5 ct. porto voor toezending Misschien zoekt U juist zoo'n voorbeeld als het hierboven af gebeelde blouse-model. Het knip patroon in Uw maat ligt al bij ons klaar om binnen 24 uur te worden geleverd. U kent ze toch, die gemakkelijke Kant- en Klaar- patronen, waarmede U geen risico loopt Uw stof te verknippen Maakt gij liever zelf keus, bestel dan nog heden het schitterend modeboek „Winterweelde" met 350 modellen k 60 cent. Bestellingen kunnen nis volgt geschie den door bemiddeling van Uu' agent of bezorgerdoor girostorting op no. 293631 door toezending van bet Itedrag per postwissel of in postzegels aan Patronenkantoor PAN0RA Nassau plein 1, Haarlem „Als je niet uitscheidt met die gek heid," snauwde hij, „dan ga ik. „Hierheen, jongens," zei de boer, terwijl hij een denr openmaakte. Freddie, die worstelde, schopte en ;het spijt me, dat ik het moet zeggen) zelfs schold, werd vooruit geduwd en in het donker gesmeten. Een grendel schoof voor de deur, voetstappen stierven weg en hij was alleen in een sombere stilte en omringd door een sterke lucht van uien. Toen zijn oogen aan de duisternis gewend waren, zag hijdat hij zich in een schuurtje bevond, waarin men groen ten had opgeslagen. Langs de muren lagen aardappelen opgestapeld, aan het dak hingen uien en hij zat op een berg rapen. Hij stond op en onderzocht de deur, maar er was geen beweging in te krijgen. Er was geen raam, maar slechts een kleine opening bovenin, die net groot genoeg was om een magere kat door te laten. Hij duwde tegen de muren, maar deze gaven niet mee. In wanhoop ging hij weer op zijn rapen zitten. Dit was dus het einde, overwoog hij. En zijn tegenwoordigen, onaangenamen toestand had hij aan Oswald te danken. Bij de gedachte aan den laatsten zou hij gaarne zijn kans op een langen levens duur verspeeld hebben, als hij een kort onderhoud met den dikken jongen had mogen hebben en tevens een buigzaam stokje had kunnen leenen. Hij was geheel verdiept in deze en dergelijke gedachten en het duurde eeni- gen tijd voor hij bemerkte, dat er op de deur geklopt werd. Toen dit eindelijk tot hem doordrong, ging hij ineens recht op zitten, waardoor de hoop rapen onder hem wegzakte en hij op zijn rug kwam te liggen. Het geklop herhaalde zich. „Bent u daar?" hoorde hij fluisteren. Freddie scharrelde overeind. De vraag ergerde hem. Natuurlijk was hij er. De hemel gave, dat hij er niet was. Hij naderde de deur voorzichtig, een hinder laag, een valstrik vermoedend, een hij wist niet wat. „Hallo!" zei hij. „O, wees stil!" werd er gefluisterd. „Ik ben bezig u vrij te laten. De mannen zijn allemaal naar het veld teruggegaan en iemand is naar Dimdale vertrokken om de politie té halen. Bent u klaar?" „Ja-ja," zei Freddie vaag. Hij kende die stem. De grendel schoof terug, de deur zwaaide open en Freddie keek knip perend tegen het daglicht in Joan's gezicht. „Kom mee gauw!" zei ze. „We moeten uw motorfiets wegrijden." Zij sloot en grendelde de deur weer, „Maar. zei Freddie. „Dat geeft nu niet. We moeten meteen weg. Kom mee!" De volgende tien minuten verliepen voor Freddie als een soort droom. Met, inspanning van al zijn krachten duwde hij de motorfiets het erf af en de laan op naar den hoofdweg. Op Joan's bevel reed hij het vehikel daarop door een hek een paadje langs en in dicht struikgewas. „Hier kunt u hem op uw gemak repareeren, denk ik," zei Joan. „Als er iemand komt, bedekken we de fiets met bladeren en u moet in een boom klim men. Ik hoop, dat u die appels niet werkelijk gestolen hebt. Oswald ver telde me, dat men er u voor gearresteerd had, daarom ben ik komen kijken. Het lijkt meer op iets, dat hij zou kunnen doen en daarom besloot ik u te be vrijden." Kennelijk had ze plezier in het avon tuur. Maar Freddie had niet geluisterd. Hij keek langs haar heen naar 'n plaats, waar tegen een boom twee fietsen ston den. Eu daarnaast zat iemand iets uit een papieren zakje te eten Oswald! Het gezicht van den dikken jongen ver oorzaakte bij Freddie een soort ver standsverbijstering. Hij vergat Joan en het heerlijke gevoel, dat ze hem in zijn nood geholpen had; hij wist alleen, dat daar voor hem de oorzaak van zijn ongeluk iets uit een papieren zakje zat te eten. Hij sprong vooruit. Geheel onvoorbereid, voelde Oswald zich plotseling in de lucht geslingerd en op een mannenknie neergesmakt. De kleine schelm gaf een geluid als een karpet, dat uitgeklopt wordt. Niet nadat zijn arm begon pijn te doen en het geschreeuw van den ongelukkigen Oswald door het uitspansel schalde, besefte Freddie, wat hij gedaan had. Vlak voor Joan's oogen had hij haar broertje afgerost! Hij had al zijn kansen vernietigd. Hij liet Oswald onverwacht vallen en keerde zich met een boet vaardig gezicht tot het meisje. „Het.... het spijt me verschrikkelijk," stotterde hij. „Ik weet niet, hoe ik. Zijn stem begaf hem, toen hij haar gezicht zag. Het straalde goedkeurend het gezicht van iemand, die een goede daad juist en volgens de regels ziet verrichten. „Prachtig!" schreeuwde zij. „O, dank u wel! Dat is juist wat hij noodig heeft. Ik heb er steeds naar verlangd het zelf te doen. Ga alstublieft verder." „M-inaar," slikte Freddie, „hij is toch uw broer, nietwaar?" Het meisje lachte hartelijk. „Mijn broer? Gelukkig niet. De hemel beware me. Hij is de zoon van mijn werk gever zijn oogappel. Zijn vader is net weer getrouwd en toen hij hoorde, dat ik dezen zomer nergens heen ging, heeft hij me gevraagd of ik hier wilde komen, terwijl hij op zijn huwelijksreis was, om op Oswald te passen. Ik had Oswald nog nooit gezien en daarom kwam ik." Freddie deinsde achteruit tegen een boom en greep naar zijn hoofd. „Maar hij noemt u Joan." „Is hij dan het soort jongen, dat mij miss Felton zou noemen?" „Wel, wel," zei Freddie verbluft. „En ik, die al dien tijd heb geprobeerd om bij dien kleinen schurk in het gevlij te komen omdat ik met u kennis wilde maken." Hij hield verschrikt op, bang dat hij te veel gezegd had. Joan bloosde licht, zij toonde plotseling groote be langstelling voor de punten van haar schoenen. Er volgde een beteekenisvolle stilte. „In elk geval," zei Joan, „ga ik morgen naar huis terug. Mr. Croxley- Smith komt." Freddie richtte zich op. alsof een bij hem gestoken had. „Mr. Wie?" „Croxley-Smyth Oswald's vader." Freddie sperde zijn mond open van verbazing, want zij, die eens Violet Ja- mieson was geweest, was nu, naar hij met zekerheid kon weten, Violet Crox ley-Smyth. Oswald was dus Violet's stiefzoon Merkwaardigerwijze liet deze ontdek king hem koud. „Hebt u zijn eh vrouw gezien?" vroeg hij onverschillig. „Neen," zei Joan. „Waarom? Kent u haar?" „Ik heb wel eens over haar liooren spreken," zei Freddie. „Tussclien haak jes, ik ga morgen ook naar de stad terug. Met welken trein gaat u?" Het fijne goed wascht Mevr. Gerritsen toch altijd maar liever thuis. Het is een warm werkje Maar de wind koelt haar wel gauw af, een beetje te snel... Mooi weer voor de wasch, 't ts zóó droog, zegt Mevr. Vink. Maar je bent verkouden voor je 't weet! - meent Mevr. Gerritsen. Neemt U 'n „Wy bert je",dat is ons huismiddel. Wybert-tabletten helpen altijd tegen hoest, keel pijn en heeschheid. Alleen in origineele blauwe doozen a 25, 35 en 60 cent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 16