Een warm vest met lange mouwen Voor onze bakuisckjes Bij de 131e naald beginnen we aan het splitje voor het borstzakje. We breien 19 st. r., zetten er vervol gens 3 st. bij op en keeren om. 132e naald: 22 st. av. terugbreien. 133e naald: 22 st. r. breien, 3 st. er bij opzetten en omkeeren. 134e naald: 25 st. av. terugbreien. 135e naald: 25 st. r. breien, 3 st. er bij opzetten en omkeeren. 136e naald: 28 st. av. terugbreien. 137e naald: 28 st. r. breien, 3 st. er bjj opzetten, omkeeren. 138e naald: 31 st. terugbreien. 139e naald: 31 st. r. breien, 3 st. er bij opzetten, omkeeren. 140e naald: 34 st. av. terugbreien, waarna we deze 34 st. even op een hulpnaald zetten. We breien nu met een nieuwen draad eerst boven de overgebleven 47 steken van de 131e naald verder. Aan het begin van de 131e, 133e, 135e, 137e en 139e naald kanten we telkens 3 st. af en hebben dan nog 32 st. op de naald. Deze breien we bij de 140e naald gewoon terug. Vanaf de 141e naald breien we nu weer gewoon boven alle steken (66 st.) verder, zoodat de twee helften weer hij elkaar komen. Voor den schouder kanten we aan het begin van de 193e, 195e, 197e, 199e en 201e naald telkens 6 st. af, waarna we de overige 32 steken bij de 203e naald in één keer afkanten. Het rechtervoorpand rechts in het dragen): Dit breien we op dezelfde doch tegengestelde wijze als het linkervoorpand. Het inbreien van de splitjes voor de zakjes beginnen we dus aan den averechten kant. Verder is de methode precies dezelfde. Bovendien moeten we er aan denken om bij de 18e, 43e, 68e, 93e, 118e en 143e naald een knoopsgat in te breien, door 7 st. vanaf den kant gerekend 2 st. af te kanten en deze bij de volgende naald er weer bij op te zetten. De mouw. We beginnen onderaan en zetten 58 steken op. Als er één kleedingstuk in het najaar goed van pas komt, dan is het toch zeker wel zoo'n heerlijk warm vest, dat over een dunnere jurk of blousje kan worden aangetrokken. Geen wonder, dat vele moeders zich haastig aan het breien zullen zetten om de garderobe van haar dochtertje met dit practische stuk uit te breiden. Benoodigdheden voor het model van onze afbeel ding waren: ongeveer 250 gram zeer fijne lichtgrijze driedraads zephirwol, een restje roode wol voor de afwerking van de zakjes, 6 roode knoopen, twee aluminium breinaalden met knop no. 2% en een haaknaald no. 3. Maten. Totale lengte 50 cm.; lengte tot aan het armsgat 30 cm.; mouwlengte (aan den binnenkant gemeten) 43 cm.; bovenwijdte 82 cm. Proeflapje. 30 steken in de breedte en 40 naalden in de hoogte meten elk 10 cm. Het rugpand. We zetten 124 steken op en breien hierboven als volgt: le naald: 42 steken steeds afwisselend 2 av., 2 r., breien, de middelste 40 st. geheel recht en tot slot de laatste 42 steken weer steeds afwisselend 2 av., 2 r. 2e naald: we breien r. boven r. en av. boven av. Deze 2 naalden blijven we nu steeds herhalen. Voor het armsgat kanten we aan liet begin van de 121e tot en met de 130e naald telkens 2 st. af, zoodat dan voor ieder armsgat 10 steken afgekant zijn (104 st. over). Voor de schouders kanten we aan het begin van de 191e, 192e, 193e, 194e, 195e, 196e, 197e, 198e, 199e, 200e, 201e en 202e naald telkens 6 st. af. De overige 32 st. kanten we ten slotte bij de volgende naald in een keer af. Het linkervoorpand (links in het dragen)We zetten 76 steken op en breien hierboven als volgt: le naald: 44 r., vervolgens 32 st. steeds afwisselend 2 av., 2 r. 2e naald: we breien r. boven r. en av. boven av. Deze 2 naalden blijven we nu steeds herhalen. Bij de 41e naald beginnen we het splitje voor het zakje in te breienwe breien eerst 23 st. r., zetten er vervolgens 3 st. bij op en keeren om. 42e naald: 26 st. av. terug breien. 43e naald: 26 st. r. breien, 3 st. er bij op zetten, om keeren. 44e naald: 29 av. terug breien. 45e naald: 29 r. breien, 3 st. er bij opzetten, omkeeren. 46e naald: 32 st. av. terug breien. 47e naald: 32 st. r. breien, 3 st. er bij opzetten, om keeren. 48e naald: 35st. av. terug breien. 49e naald: 35 st.r. breien, 3 st. er bij opzetten, om keeren. 50e naald: 38 st. av. terug breien. 51e naald: 38 st. r. breien, 3 st. er bij opzetten, om keeren. 52e naald: 41 st. av. terug breien. 53e naald: 41 st. r. breien, 3 st. er bij opzetten, om keeren. 54e naald: 44 st. av. terug breien, waarna we deze 44 st. even op een hulpnaald zetten. We hreien nu met een nieuwen draad eerst boven de overgebleven 53 steken van de 41e naald verder. Aan het begin van de 41e, 43e, 45e, 47e, 49e, 51e en 53e naald kanten we telkens 3 st. af en hebben dan nog 32 st. op de naald. Deze breien we bij de 54e naald gewoon terug. Vanaf de 55e naald breien we nu weer gewoon boven alle steken (76 st.) verder, zoodat de twee helften weer bij elkaar komen. Voor het armsgat kanten we aan het begin van de 121e, 123e, 125e, 127e en 129e naald telkens 2 st. af l66 st.). (BOVENWIJDTE ONGEVEER 82 CM.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 34