De transfusie heeft plaats.
moeiden arbeid der vereeniging Y.AT.H. (Vrijwillige
Vrouwelijke Hulp in tijd van oorlog). Deze dames
liebben, oui zoo te zeggen, noch op tijd noch op moei
te gekeken!
Dr. van Dijk was zoo vriendelijk ons in de ge
legenheid te stellen bij een bloedtransfusie aanwezig
te zijn; zijn assistent, de heer dr. H, J. Henrichs, ver
richtte de transfusie. Dien middag gaf de heer Ver
hoeven voor de zesde maal zijn bloed. En terwijl dit
geschiedde, deed zich de ongezochte gelegenheid
voor tot een gesprek met den heer dr. C. J. Wijn
berg, officier van gezondheid le klasse van het Kon.
Ned. Ind. Leger, oud-assistent van dr. van Dijk, die
in Indië de bloedtransfusie ingevoerd heeft en thans
met verlof hier te lande vertoeft. Wat hij vertelde,
was tot beden nog niet algemeen bekend:
De eerste transfusie, zoo vertelt dr. Wijnberg, deed
ik in Soerabaia, op den verjaardag van wijlen Z.K.H.
Prins Hendrik, op 19 April 1934. De dienst in Soera
baia bestaat nog steeds en
doet goede diensten. Ik
heb een onbeperkt aantal
donors van de marine.
Oorspronkelijk opgezet
voor het Roode Kruis,
wordt deze dienst nu tijde
lijk waargenomen door den
Medischen Dienst der Kon.
Marine. In Indië worden
nog voortdurend bloed
transfusies gedaan. De
marine-menschen worden
steeds medisch gecontro
leerd.
Het is de bedoeling, dat
het in den Archipel verder
wordt gepropageerd. Als
een bijzonder resultaat mag
zeker vermeld worden, dat
hst geheele leger en de ge
heels vloot in Indië nu al
op de bloedgroepen onder
zocht zijn!
Van Soerabaia begint
de victorie: het begin van
den burgerlijken bloed
transfusiedienst in Neder-
landsch-Indië.
Het Nederlandsche Roode
Kruis mag trotsch zijn op
zijn bloedtransfusiedien
sten, aldus dr. van Dijk, en
ons volk is véél dank ver
schuldigd aan die honder
den bloedgevers en bloed-
Men ziet het bloed uit 't reservoir vloeien,
na een filter te zijn gepasseerd. Dr. Wijnberg,
de stichter der bloedtransfusiediensten van het
Indische Roode Kruis, met verlof in Neder
land, tijdelijk terug in het gasthuis, waar hij
vele jaren assistent is geweest.
geefsters, die zoo menig mensehenleven met hun
bloed gered hebben
En danmisschien nog meer dan de afschuwelijke
tooneelen, die ik als jong arts aan 't Balkanfront heb
meegemaakt en aanschouwd, heeft op mij een diepen
indruk gemaakt de machteloosheid, waarmede de
geneesheeren stonden tegenover de verbloede en in
shocktoestand zich bevindende militairen en burgers.
Hier wordt de wetenschap een halt toegeroepen!
Hier kunnen wij niet meer helpen, hier kan alleen
de menschheid redding brengen door haar bloed!
Zou men deze redding dan niet als een plicht willen
aauvaardenl
Zouden duizenden Nederlandsche vrouwen niet
het prachtige voorbeeld van prinses Juliana willen
volgen, wier uitdrukkelijke wenscli het geweest, is,
dat zij zou worden ingelijfd bij het corps donors,
daarbij haar bloed ter beschikking stellende, indien
iemand het noodig mocht hebben! Welke Neder
landsche vrouw zou achter willen blijven, waar de
prinses met haar koninklijk
voorbeeld zoo voorging!
Deze vorm van liefdadig
heid verdient den steun
van alle Nederlanders, die
er voor in aanmerking
komen! Speciaal de vrouw
heeft een roeping te ver
vullen, die haar geïnspireerd
wordt door aller wenseh om
zooveel mogelijk mensche-
lijk leed te verzachten. Help
uw medemensch door uw
bloed te geven! Hoe dit
geschiedt, laten onze illus
traties duidelijk en uit
voerig zien.
Een Fransche genees
heer heeft eens gezegd„Ik
spreek de hoop uit, dat de
dag zal komen, waarop er
nog maar één roemrijke ma
nier zal zijn, om zijn bloed
te geven ten bate van een
medemensch!"
Laten wij ons dit voor
gezegd houden, d.w.z. ons
onverwijld voor dit mooie
werk beschikbaar stellen.
In tal van gemeenten in
ons land is dit mogelijk.
Niet 't ontvangen van den
Landsteiner-penning, doch
de redding van het leven
van onzen medemensch is
er de schoonste belooning
men thans ongeveer 1,000 ingeschrevenen - 't moe
ten er 20.000 zijn. In Amsterdam zijn er 2.500 in
geschrevenen. Als een gelukkig verschijnsel kan ge
memoreerd worden, dat na de laatste oproeping thans
ook de élite van Rotterdam op de lijst van den Rot-_
terdamsclien bloedtransfusiedienst voorkomt: „klin
kende" namen van Rotterdamsche dames. Onge
twijfeld een goed voorbeeld! Een voorbeeld ook, dat
gróóte navolging verdient. In breede volkslagen moet
het doordringen, dat men zich thans dient op te geven
en niet als de nood aan den man is! Met bijzondere
waardeering spreekt, dr. van Dijk over den onver-