PANORAMA- OORLOGSKROIMIEK Week ran 30 October tot 6 November 1939 Maandag SO October De koopvaardijschepen hebben het de laatste dagen weer zwaar te verduren gehad. Behalve de beide Britsche schepen „Malabar", „St. Nidan" en „Cairnmona", zijn l et Noorsche sehip „Vavang- malin" en 't Finsche vaartuig „Juno" als slachtoffers van den oorlog ter zee vergaan. Naar aanleiding van het Duitsche officieele com muniqué van 28 dezer, volgens hetwelk slechts drie duikbooten verloren zouden zijn, deelt de Fransche admiraliteit het volgende mede: „Bat cijfer is waarschijnlijk lager dan de verliezen, die de Fransche vloot toegebracht heeft, waarbij dan nog geen rekening gehouden is met de actie der Britsche vloot." Aan het westelijk front blijft het zeer kalm. Van Engelsche zijde bericht men, dat de koude zeer hevig ishet is dus vrijwel onmogelijk verkenningsvluchten boven Duitschland uit te voeren, aangezien zich op de vleugels der vliegtuigen dikke ijskorsten vormen. De regeeringspersdienst meldt: Onvoorziene om standigheden voorbehouden, ligt liet in liet voor nemen om de dienstplichtige korporaals en soldaten, behoorende tot de hierna genoemde lichtingsploegen, op de daarachter vermelde data in het genot van onbepaald klein verlof te stellen: lichting 1924, be reden artillerie 15 November 1939; lichting 1924, motorartillerie, 15 November 1939; lichting 1924, kustartillerie, 15 November 1939; lichting 1924. luchtdoelartillerie, 5 Januari 1940. Dinsilag 31 October Deze dag wordt weer gekenmerkt door „politieke sensatie" in plaats van groote oorlogsactiviteit. In Italië bracht Mussolini een grondige wijziging in zijn kabinet aan. Starace, de partij-secretaris, is afge treden, alsmede verschillende ministers. Aangebleven zijn slechts Mussolini zelf, Ciano voor buitenlandsche zaken, Grandi, de vroegere gezant in Londen, voor justitie, Thaon di Bevel (financiën) en Bottai (onder wijs). Men beweert, dat hierdoor de fascisten van de oude garde een grooteren invloed hebben verkregen en dat de regeering nog meer tegen het communisme gekant zal zijn dan voorheen. Terwijl de Finsche delegatie reeds op weg was naar Moskou heeft Molotov, de Russische volkscommis saris voor buitenlandsche zaken, een opzienbarende rede gehouden, waarin liij Engeland en Frankrijk scherp aanviel en betoogde, dat zij den oorlog niet voortzetten om het. voormalige Polen te herstellen of om te strijden voor de democratie en tegen het Hitlerdom, maar uit sluitend om hun stoffelijke belan gen te dienen. Wel zal de Russische politiek er op gericht blijven de neutraliteit voort te zetten, doch Rusland wil de vrije hand in inter nationale aangelegenheden en zal er overigens toe bijdragen, dat de oorlog zich niet uitbreidt maar wordt stopgezet. Het belangrijkste deel van de rede handelt echter over <le eisclien aan Finland. Molotov kwalificeerde een aantal geruchten, die omtrent de eischen van de Sovjetunie aan Finland de ronde hebben gedaan, als verzinsels en leu gens. In het bijzonder zeide hij in dit verband nog, dat de berichten over aanspraken van de Sovjetunie jegens Zweden en Noorwegen onscrupuleuze leugens waren, die niet eens verdienden tegen gesproken te worden. „In werkelijkheid," zoo vervolgde Molotov, „zijn onze voorstellen bij de Finsche besprekingen uiterst bescheiden en tot dat minimum beperkt geweest, zonder hetwelk het ons onmogelijk is, de veiligheid der Sovjetunie te verzekeren en vriendschappelijke betrekkingen met Finland te onderhouden. De Sovjetregeering heeft Paasikivi en Tanner een verdrag van wederzijdsche hulpverleening voorge steld, ongeveer als de overeenkomstige verdragen met de Oostzeelanden. Daar de Finsche regeering Molotov, Russisch volkscommis saris van buitenlandsche zaken, hield een opzienbarende rede. echter verklaarde, dat een dergelijk verdrag in strijd was met de door haar aangenomen houding van absolute neutraliteit, heeft de Sovjetunie daaraan niet vastgehouden. Zij stelde daarop voor om tot de concrete vraagstukken over te gaan, waarbij de Sovjetunie met het oogop haar veiligheid l>elang had." GRENSWIJZIGINGEN „Wij stelden voor, dat de R u- sisch-Finsche grens op de Kareli- sche landengte eenige tientallen kilometers naar het noorden verlegd zou worden, (n ruil daarvoor stelden wij voor Finland een gedeelte van het gebied van Sovjet-Karelië af te staan, dat tweemaal zoo groot was als het gedeelte dat Finland aan de Sovjetunie zou afstaan. Finland zou ons een klein deel van zijn gebied in de buurt van den toegang tot de Finsche Golf ver pachten, opdat wij daar 'n marine basis konden vestigen. Er bestond bij ons geen twijfel over, dat dit ook de veiligheid van Finland ten goede zou komen. Tegen de andere voorstellen van de Sovjetunie, in het bijzonder het voorstel tot ruiling van eenige eilan den in den Finschen zeeboezem en van een gedeelte van de schier eilanden Rybatsji en Sredni tegen een tweemaal zoo groot stuk van Sovjet- Karelië schijnen van den kant van de Finsche re geering geen bezwaren te bestaan. De meeningsverschillen over een aantal van onze andere voorstellen zijn nog niet opgelost, en het is duidelijk, dat de in dit verband door Finland gedane consessies, b.v. gedeeltelijke afstand van gebied op de Karelische landengte, hun doel missen." Ook Turkije kreeg eenige onaangename woorden 'e hooren: „Gelijk bekend, heeft de Turksche regeering er de voorkeur aan gegeven haar lot te verbinden met dat van een bepaalde groepeering Europeesche mogendheden, die in den oorlog betrokken zijn. Daardoor heeft Turkije een politiek van voorzichtige neutraliteit definitief overboord geworpen en is den kring van den zich ontwikkelenden oorlog binnenge treden. Daarover is men zoowel in Engeland als in Frankrijk ten zeerste verheugd, daar deze landen graag zooveel mogelijk neutrale landen in hun oorlogssfeer willen betrekken. Of Turkije daarvan geen berouw zal hebben, willen wij niet voorspellen. Wij moeten slechts deze nieuwe ontwikkeling van de buitenlandsche politiek van onzen nabuur constateeren en den loop der ge beurtenissen aandachtig volgen." De publicatie der Russische eischen, terwijl de Finsche delegatie reeds naar Moskou vertrokken was, heeft in Finland groote ontsteltenis gewekt. Het gerucht ging zelfs, dat zij teruggeroepen zou worden, maar ten slotte zette zij toch de reis voort, onder leiding van Paasikivi. Intusschen is door de Fransche, Duitsche en Engelsche autoriteiten meedegedeeld, dat er van hun kant geen bezwaar bestaat burgervliegtuigen van neutrale staten oranje te schilderen, waardoor zij gemakkelijker te onderscheiden zijn van vlieg tuigen der oorlogvoerende partijen. De betrokken luchtvaartmaatschappijen, o.a. de K.L.M., hebben in beginsel deze oranje-kleur aanvaard. Men zal Een Duitsche bommenwerper werd boven Schotland gedwongen te dalen. Twee der inzittenden werden gedood, één gewond.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 14