■ft*
LANGS DE
MIDDELS UR GSCHE SINGELS
HM,
y
11 i n mm m i i i i sn r*u m* itsa jmmummmm* - "«J r
Diep is het vergezicht, dat plotseling het geboomte u gunt over het wijde water
der oude singels.
Haast een eeuw zijn de Middetburgsche bolwerken beplant, maar nu vindt u er
dan ook zulke romantische plekjes, dat u er zich in een compleet bosch kunt wanen.
Kastanjes, eikels en beukennootjes waren dit jaar meer dan ooit een welkome
buit voor de jeugd.
Hoe zeere vallen ze af.
daarin de winden bliezen
de ziehe zomerbl&ren
vol luider blijdzaamheid.
hoe zinhen ze, altemaal.
nu tonge en taal verliezen,
die eer zoo groene waren.
en zwijgen gansch.
te grondewaard!
Hoe zeere vallen ze af.
Hoe deerlijk zijt gij ook
nu. boomen al. bedegen 1)
onhoorbaar, in de lachten.
boe schamel, die weleer
en schier onzichtbaar, in
des aardrijks, allerwegen,
de natte nevelvachten
de schoonste waart l
der. droeive maand.
die, t ijzervaste speur,
Daar vult er nog een blad;
ontembaar ingetreden,
het wentelt, onder 't vallen.
die, al de onvruchtbaarheid.
den alderlgatsten keer,
die al de onvriendlijkheden
en 't gaal de duizendtallen
des winters baant
vervoegen 2j thans
zoo zullen ze, een voor een.
Ij Geworden. *j Vermeerderen.