1 I 4 ook de personeelsbezetting. Alom in ons land zijn of worden vrouwen en meisjes opgeleid, die te zamen het leger van 14.000 helpsters van het Roode Kruis moeten vormen, dat mee zal helpen, als het noodig mocht zijn, ook uw zonen en mannen, uw vaders en broeders te verzorgen en te verplegen. Weer een ander leger van mannen en vrouwen, die hun bloed willen geven om het leven van hun medemensch-in- stervensnood te redden, wordt onder de vaan van het Roode Kruis georganiseerd. Men heeft hierover uitvoerig kunnen lezen in ons artikel over de bloedtransfusie in het nummer van 26 October jl. Honderdduizend bloedgevers (donors) zullen in stad en land, tot straks in de kleinste dorpen, gereed staan om voor gewonden en zieken, soldaten en burgers, in oorlogs- zoowel als in vredestijd, met hun bloed de levenskansen te vergrooten. De centrale bloedtransfusie-commissie van het Nederland- sche Roode Kruis heeft de algeheele organisatie van bloedtrans fusiediensten door het geheele land ter hand genomen. Hon derdduizend donors moeten gekeurd en geregistreerd worden. Thans is het reeds zoo, dat de bloedtransfusiediensten dikwijls binnen een half uur een bloedgever kunnen bezorgen. Maar een ontzaglijke organisatie en kostbare inrichting moeten worden opgebouwd, om menschelijk bloed te conserveeren, opdat men het onmiddellijk bij de hand kan hebben, wanneer transfusies op groote schaal zouden moeten plaats vinden, bijvoorbeeld ten gevolge van luchtbombardementen waardoor tallooze mili tairen, maar óók honderden burgers getroffen zouden worden. Jarenlang zijn de trouwe helpers van het Roode Kruis, de leden der transportcolonnes, opgeleid en geoefend in het zoo uiterst belangrijke werk van het verleenen van eerste hulp en het transporteeren van zieken en gewonden. Nadat op het ge- vechtsveld door den militairen geneeskundigen dienst in zijn verschillende inrichtingen als hulpverbandplaatsen, hoofdver- bandplaatsen, enz., de eerste hulp is verleend, worden de ge wonden en zieken verder vervoerd naar het achterland, het z.g. evacuatiegebied. Hiertoe worden ze met gewondentreinen vervoerd, waarin de mobiele transportcolonnes van het Roode Kruis dienst doen. Na aankomst van de gewonden en zieken in de regelingshavens en regelingsstations, ligt. het transport naar de uitladingsstations en uitladingshavens en naar de hospitalen en hulpziekenhuizen, alsmede de geheele Verzorging en verpleging, in handen van het Roode Kruis, onder supervisie van den militairen geneeskundigen dienst. Men begrijpt, welk een enorme transportorganisatie hier voor moest worden opgebouwd. In zulke tijden moeten tien duizenden gewonden en zieken door het Roode Kruis verzorgd worden. Behalve de hier genoemde activiteiten zijn er nog tallooze andere, waardoor het Roode Kruis aan hen. die in nood ver- keeren, militairen of burgers, mannen of vrouwen of kinderen, hulp verleent. Als zoodanig dient genoemd het Informatie bureau, dat in oorlogstijd inlichtingen verstrekt omtrent zieken, gewonden, dooden en vermisten, krijgsgevangenen en geïnter neerden. Over de werkzaamheden van dit bureau zal men in een onzer volgende nummers een belangrijke reportage aantreffen. WAT DOET U? Iedere Nederlander, hetzij man of vrouw, militair of burger, kan op een gegeven oogenblik op eenigerlei Wijze de hulp van het Roode Kruis en zijn duizenden toegewijde medewerkers en medewerksters noodig hebben. Men kan niet allen actief aandeel hebben in het Roode Kruis werk. Maar men kan wél allen het Roode Kruis helpen door een gift of door lid te worden eener plaatselijke afdeeling. „In elk huis, een lid van 't. Roode Kruis", zoo zegt men op het hoofdbestuur. Het behoeft geen betoog, dat wij aan het zegenrijke werk van het Nederlandsche Roode Kruis in deze dagen gaame plaats Een van de helpsters-cursussen van de afdeeling 's-Gravenhage van het Ned. Boode Kruis, in een school in de Warmoezierstraat. Links: 'de arts, gen.-majoor b. d. van den genees kundigen dienst, Ch. F. A. Beek. verleenen. Nog al te velen zijn helaas niet door drongen van het „andere tijden, andere zeden". Zij beseffen niet, dat door thans het Roode Kruis ijzersterk te maken, straks, in onverhoopte om standigheden, daarvan de vruchten geplukt kun nen (en zullen) worden. Gouverner, c'est prévoir: het Roode Kruis ziet „vooruit", mê&tdoen wij dit ook? Het is waarlijk niet voldoende, te erkennen, dat het koninklijk voorbeeld van H.K.H. prinses Juliana, als voorzitster van het Nederland sche Roode Kruis, voor velen een stimulans is. Die velen moeten anderen overtuigen en mede enthou siast maken! Wij gelooven daartoe te kunnen mede werken door onze artikelen, aan dit menschlievend werk gewijd. Een medewerking, welke voor ons een voorrecht en een genoegen werd, door den hoogge- waardeerden steun van de voorzitster, die zich, op ons verzoek, gaarne bereid verklaarde voor ons blad te poseeren in haar werkkamer in het hoofdgebouw aan de Prinsessegracht te 's-Gravenhage. Wij verklaren hier gaarne daarin geschraagd en voorgelicht door hen, die zulks van nabij weten dat de onvermoeide werkzaamheden en de zéér groote belangstelling van de prinses van buiten gewoon groot belang zijn. Een dergelijk voorbeeld moet ons allen toch iets zeggen? En het is daarom, dat wij dit artikel van ganscher harte willen besluiten met de woorden: In tijd van nood, helpt het Roode Kruis u. Helpt gij thans het Roode Kruis! Of te wel: Na vorenstaande „theorie" aan u allen - onver wijld de goede daad! 26 jaar op nummer 27. Sergeant van het Boode Kruis A. Avan Kampen, die reeds 26 jaar lang concierge is van 't ge bouw van het hoofdbestuur, Prinsessegracht 27 te Pen Haag, en voor eenieder een en ai voorkomendheid is. m&vm Bij de opleiding der ers wordt in het bijzonder de nadruk gelegd op de elementaire ver- pleegkunst. Links: Arts Beek. In de magazijnen van het hoofdbestuur van het Nederlandsche Boode Kruis is een groote voorraad transport- en verbandmiddelen op geslagen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 3