Blondona
ofl.Qi'c
fijCucu^MTmd
RUNETTA
Xjal Iren
laas
'""Tv
Oud Sandel Water,
13
nu af an bij d'r vandaan blijven."
,Mmm! Dat zou ik je niet raden!"
zei' kapitein Ball. „Asjeblieft niet, daar
maak je 't nog erger mee! Ontberen
doet waardeeren, meneer Glencannon
vergeet dat asjeblieft niet.
Ja maar, meneer! Wat mot ik dón?'
..Nou" kapitein Bal! ging achter-
uit zitten en kruiste zijn handen op zijn
buik „als je 't mij vraagt. grï-
hm dan ga je meteen aan wal en
dan zoek je d;r op niet officieel na
tuurlijk, maar zoo kwasi toevallig.
Hazlitt wou je ook even spreken trou
wens, om je onder handen te nemen over
die kolenrekening uit Las Palmas, dus
voor hij klaar is om je uit te ketteren,
maak je een praatje met 'r in de wacht
kamer. En zoek dan maar eens precies
uit hoe de zaken staan en welken koers
ze uit wil."
Meneer Glencannon bleef eenige secon
den zitten zwijgen; toen zuchtte liij,
stond op en liep langzaam de kajuit uit.
„Goeie grutte!" Bol sidderend stak
de helft van mevrouw O'Halloran boven
haar tafel in de wachtkamer uit. „Daar
heb je zoowaar meneer Glencannon in
hoogst eigen persoon! Hoe maak je 't,
meneer Glencannon, hoe maak je 't;
as je je maar half zoo goed voelt als je
d'r uitziet, heb je geen steek te klagen!"
„Ik maak 't uitstekend, mevrouw,
dank u," zei Glencannon ietwat ge
dwongen, „afgezien natuurlijk van de
talrijke kwaaltjes, die een mensch op
uw en mijn leeftijd overvallen, en die ons
d'r an herinneren helaas, dat 't kille
graf ons wacht."
„Brr! Griezelig! Praat daar asjeblieft
niet over, anders denk ik maar weer an
me man zaliger. Hij ruste in vrede, al zal
ie wel niet veel rust meer hebbe op 't
oogenblik, mit al die wurme en torre
en zoo."
„Nee," beaamde Glencannon, „hij
zal wel tot den eenvoudigsten vorm
herleid zijn, denk ik, te meer omdat ie
in de tropen begraven is. Maar over man
nen gesproken, mevrouw O'Halloran, ik
zou onbeleefd zijn as ik niet informeerde
naar ehdie. kleine hartekwestie, die
u laatst had, toen ik den vorigen keer in
Londen was. Ik bedoel dat geval met
dien politieagent natuurlijk."
„O, dat!" Mevrouw O'Halloran kreeg
een. kleur en keek een anderen kant- op.
„Non eh.... eerlijk gezegd, meneer
Glencannon. ik weet echt niet, wat
ik daar op zegge moet."
Glencannon kneep behoedzaam zijn
oogen half dicht. „Bedoelt u, dat u t
int hebt gemaakt met 'mi'
„Nou, uit, uitWe zijn nog net
zukke dikke vrinde as toen d'r gaat
haast geen avond voorbij, of hij komt
bij me an as ie van dienst komt, dan
trekt ie z'n schoenen uit en laat z n
voeten '11 beetje rusten, terwijl ik n
kóppie thee voor 'm zet. Maar.
„Maar, mevrouwtje, dat klinkt reuzen-
huiselijk en gezellig! Heeft hij u dan
nooit '11 definitief voorstel gedaan?"
„Nou, minnebrieven heeft ie me nooit
geschreven, as u dat soms bedoelt, maar
hij heeft me meermalen in m'n gezicht
gevraagd 0111 met 'm te trouwen. Nee,
dat is 't 'm niet" en weer wendde
mevrouw O'Halloran liaar blik af. t
Eenige ongeluk is. 't eenige ongeluk
is z'n naam!"
„Zijn naam? Hoe heet ie dan en wat
mankeert er an?"
„D'r mankeert an wat 't beteekent!"
zei de weduwe. „Ik durf 't haast niet
eens hardop te zegge, ook niet tegen
zoo'u goeien ouwen vrind as u."
„O nee?" Glencannon speelde on
rustig met zijn pet. „Nou, spelt u 't dan
maar!"
De weduwe aarzelde en schudde toen
haar hoofd. „Zoo'n naam hoort 'n fat
soenlijke dame niet eens te spellen," zei
ze. „Dus laat staan dat ze 'm op d'r
vesitekaartje laat drukke en d'r leven
lang zoo genoemd wil worden. Ach,"
zuchtte zij, „waarom heeft ie met 'n
mooien deftigen naam, zooiets as
Glencannon bevoorbeeld?"
Het gezicht van meneer Glencannon
betrok. „Nou ja, als je't goed bekijkt,
wat zegt een nóam?" zei hij verachtelijk.
„Als de man echt van u houdt, kan ie er
toch wat anders van maken?"
„Wat anders van maken? W at
dan?"
„Dat weet ik niet, mevrouw. Dan zou
ik toch eerst moeten weten, hoe ie nu
heet."
Mevrouw O'Halloran verzamelde
moed en krachten. ,,Ik vind 't verschrik
kelijk om 't te zeggen," verklaarde ze,
„maar wat moet dat moet! Hij heet
Kotser!" Zij verborg haar gelaat in haar
handen.
„Kotser? Hm!" Meneer Glencannon
knikte begrijpend. „Ja, nou, enfin, zoo
als u zegt da's geen erge kiesche aan
duiding, dat geef ik toe. Maar u bent er
zoo ontzéttend afkeerig van, lijkt me....
hij voegt toch de daad niet bij 't woord,
hoop ik?"
„O hemeltje nee, heelemaal niet!"
verzekerde mevrouw O'Halloran hem.
„Ik moet zelfs zeggen.... je hóórt 'm
haast niet!"
„Da's ten minste één meevaller," zei
Glencannon. „Dan blijft er dus maar
één groote vraag: een naam te vinden,
die u bevalt, en dien hij aan zou willen
nemen. Effetjes denken. Eh. van
zijn standpunt bekeken, uit respect voor
zijn voorouders en zoo, is 't zeker ge-
wenscht, dat de beteekenis van den
ouwen familienaam in den nieuwen min
of meer gehandhaafd blijft. Wat denkt
u van Te Brake? Of wacht, nog beter
Risp?"
„Te Brake! Risp! Risp! Te Brake!
Mmafijn, meneer Glencannon, d'r
hangt misschien 'n heeleboel af van 't
gezicht, waarmee je 't zegt, maar ik
vind die' namen allebei 'n tikkie te
te reëlistisch."
„O! Hoe vindt u dan Kraanoog of
Wijnsteen of Bruispoeier? Dat zijn na
men van middeltjes, die je bij den
drogist kunt koopen voor. u begrijpt
me wel. Of als u een echten romanti-
schen naam zoekt, om de diepere gevoe
lens weer te geven, die hij uit wil druk
ken, wat zegt u van Hartwater? Lijkt
me een prachtnaam voor een agent
zou u 't niet fijn vinden om mevrouw
Hartwater te heeten?"
,,'t Is wél allemaal beter dan Kotser,"
erkende mevrouw O'Halloran. „Maar
weet u waar ik bang voor ben? Dat. ik
James er niet toe krijg om te veran
deren! Ik zou 't 'm heel voorzichtig en
fijntjes an z'n verstand moeten brengen,
anders begon ie uit te pakken en
schreeuwde-n-ie me de haren van m 11
hoofd! 't Is een echt kopstuk, ziet u,
en hij is bij den verkeersdienst, dus naar
rede luisteren doet ie niet. Weet u wat
ik wou?" vervolgde ze treurig. „Dat ie
zoo'n ordentelijken naam had as Glen
cannon, en dat 't zoo'n beschaafd ont
wikkeld mensch was as u!
„Ja eh. ja, jawel!" mompelde
Glencannon ten zeerste verbleekend.
„Maar hoort u eens, mevrouw O'Hallo-
ran als u bang bent voor moeilijk
heden, kan ik 'm misschien tot betere
gedachten brengen."
„O ja? Zou u dat willen? U bent 'n
engel!" Ontroerd greep ze zijn hand
en drukte die hartelijk. „Ja, '11 engel
uit den hemel! Weet u wat, meneer
Glencannon? 't Is morgen Zaterdag.
Ouderwetse shampoos voldeden haar niet.
Op aanraden van vriendinnen nam zij een
proef met Blondona. Reeds na de eerste
maal was het haar glanzender, fraaier van tin i
en gemakkelijker te behandelen. Volg haar
voorbeeld. Vermijd de gevaren van het ge
bruik van gewone shampoos - kalkzeepneer-
slag en dof aanzien van het haar. Gebruik
voortaan alleen Blondona, het enige "a^"
wasmiddel, dat Kamilloflor bevat, dat zelfs
donkerder geworden blond haar een fraaie,
lichte tint geeft en als U donker haar heeft
Brunetta, dat Hequil bevat en daardoor aan
donker haar een prachtige, diepe glans geeft.
VOOR 5LOND HAAR
VOOR DONKER HAAR
DE MODERNE ALKALI-VRIJE HAARWASMIDDELEN.
I LAAI UW HAAR DOOR UW KAPPER BEHANDELEN MET ON7E
I PRIMA VLOEIBARE SHAMPOOS BLONDONA V. OF BRUNETTA V.
een flacon Oud Sandel
Alsvettassi g erfrisschende
'oUW> .fWis
van üe cu zoudt L
alleen echt met de brik
Vervolg op blz. 18