IJV REPERTOIRE IMMAJOOR )V j j>\ j. j WE LOOPEN WEER IK BERGER Tvva t maar je hoeft er niet, en je móógt er niet ordinair u voor worden. Ten tweede: Kobus Kuch is geen buitenstaande ■r humorist, die óók eens een liedje over de soldaterij n maakt zijn zangen wellen regelrecht uit het sol- latenleven en den dienst zélf. I)us zijn ze niet gezocht i, of onwaar, dus worden ze aanstonds door iederen ✓o-Jo - JCcx. - A<sv^ 7 jZx^ ajL cyjiJ^r ixJctA clcnart. 7 6 t ja /de s&t/z. - o^uxsrJc oöl-c^(£^rd Ina ZUfZHA. yyJU U-JMU- <XOvv et-C -Jto t_ f"3TZcx jtnrt. hoorder beaamd, en overgenomen. En. het zijn steeds de liederen van den dag. Het parelende sol datenleven ziet er iederen dag eender en tóch anders uit nu is er deze, dan gene bron van dichtklank en muziek. Toen de burger pas weer zijn tuniek aantrok, moest hij zich in liet halfvergeten soldaten bestaan weer inleven, en merkte hij opj „Voorop daar rijdt de kolonel" later kon hij juichen, dat hij weer met verlof ging, en nu is toegestaan, in de verlofdagen de burgerkleeren te dragen, weit uit het gemoed van Kobus Kuch de zegekreet „Wanneer we met permissie gaan, mag je 't, soldatenpakkie Twee dagen in den motzak doen of in je plunjezakkie." Zoo heeft onze militaire bard iedere veertien dagen wat nieuws en steeds wat raaks. Van sommige liederen maakte hij de woorden zelf o.a. van „O, sergeant". Andere teksten zijn van Ferry, Beu- ving of Degen. De muziek is allemaal van Kobus Kuch zelf. De muziek, en de geest, en de voordracht. Het spreekt vanzelfde voordracht is van evenveel belang als het repertoire. Hoe zij is, leert geleidelijk het heele land kennen. Tienduizenden hooren het uit den luidspreker, duizenden soldaten en honderden burgers zien het ook in de ruimten, waar 't optreden voor leger of radio geschiedt. En of dat nu is in een propvolle cantine, of in een loods met petroleum lampen aan de balken en carbidlampen als voetlicht, óf in de sierlijk gestunte en gecapitonneerde studio van den K.R.O., steeds speelt en zingt Kobus met. pit en jool uit heel zijn fiere en guitige soldaten hart. Of er in die loods 'n rook hangt, om op te leunen, boven 'n grijsgroenen berg met bleekvlek- kende gezichten, dan of 'n zuivere atmosfeer, met den wakkeren speellust der mannen van Piet Lnsten- houwer, het zingen makkelijker maakt, steeds is het, of Kobus zóó van zijn chambree komt en 't zijn lot- genooteu nu eens flink gaat zeggen met bloemen van kunst en malligheid. Kobus Kuch treedt aan met stramme knieën en als liij weggaat zakt hij dóór zijn knieën, want dan drukt de schater en het applaus hem uit de lijn. Kobus Kuch praat en zingt met een doodleuk strak of een allerzotst vertrekkend gezicht. Hij draagt voor met zijn stem en zijn oogen en aangezichtsspieren, maar ook met zijn ellebogen en knieën, zijn handen en zijn kissies. Hij slaat nu dubbel, dan aan. Zijn kwartiermuts dient, om in saluut te worden aange raakt, om scheef te staan, en om in de lucht gegooid te worden. Hij tokkelt de toetsen en schokt zijn bovenlichaam en kweelt en maakt grimassen, alle maal met echt Hollandsche. degelijke dwaasheid. Zoo amuseert hij de eene soldatenmenigte na de andere. Zoo zal hij wel doorgaan tot "het einde der mobilisatie. We hoeven niet te hopen, dat het nog lang moge zijn want na dat gezegende einde van deze rampzalige periode blijft hij humorist. Dan zal liij weer genoemd worden bij den naam, die nüeen Wanneer we met permissie gaan, mag je 't soldatenpakkie Twee dagen in den motzak doen of in je plunjezakkie. Je ransel leg je in de kast, je puttees in een laatje, Je veldmuts geef je aan je zoon daar speelt ie mee soldaatje REFREIN We loopen weer in burger Den tijd van ons verlof; We loopen niet op kissies, O, jongens wat een bof! We zijn voor een kort rukkie Geen militairen meer, Maar acht en veertig uren Heel doodgewoon „Mijnheer". Je wringt je stoere body dan weer in je burgerkleeren, Al ben je daar wat uitgegroeid door 't militair dineeren. De knoopen van colbert en vest zijn vrijwel overbodig En aan de pantalon daar is een flink verlengstuk noodig REFREIN (ill boven) Zooals een kat in een nieuw huis nooit erg op haar gemak is, Voelt Jan Soldaat zich ook niet thuis als hij in 't burgerpak is. Maar alles went en soms vergeet je zelfs je burgerkleeren. Want zie je sterren of een streep dan ga je salueeren REFREIN (ils boven) pseudoniem lijkt: Louis Noiret. Maar wij zullen zoo vrij zijn, dien Fransch- of Belgisch-klinkenden naam van dezen Neder lander in mobilisatiepak nooit meer heelemaal te accep teeren. Al loopt hij weer in civiel, en dan voorgoed, we blijven hem noemen, zooals hij ziehzelf vol trots op zijn eersten verlofdag in burger betitelde: „Menéér Kuch". Cr. DE WERVE Het voorportaal naar den kaptein, de schrijver van het passie. Een hart van goud en dito streep, onder en op z'n jassie. Diet zilver, dat hij bij zich heeft, daar salueer je voor, Want wie betaalt ons tractement 't Is de sergeant-majoor. efreiji: k w(|u u vragen, :an k met verlof? k wou me beklagen /as vandaag 'n reuzensof. nijn zus gaat trouwen, nag k nou naar huis mil tractement, :sPreSent! AUTEURSRECHT Sergeant-majoorVOORBEHOUDEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 21