ZWARTKOP SHAMPODOR
1 „dUSSiïk™
Hoe doet U dat eigenlijk?
OAN UZELF?
VERDRIJF VOOR ALTIJD DE
VREES VOOR BODT ODOUR (BO)
DCynilA BESCHERMTutegen
jlbAUHH BODY ODOUR (B.OJ
.4
Tvi
niei-cdkaUscfae shampoon!
„En toen?"
„Ik ben in dienst geweest als chauf
feur bij z'n zekeren meneer Zohor, aan
de Zohor-Sered-bank. Ik ben daar vier
maanden gebleven. In dien tijd is de
bank gesprongen, maar 'n paar dagen
van te voren had meneer Zohor z'n
bedienden bedacht en ze uitstekende
getuigschriften meegegeven. Ik ben
teruggegaan naar 't plaatsingsbureau en
toen heeft meneer Schoenitz, de rent
meester van graaf van Karyscli, me in
dienst genomen voor zijn patroon."
„En u hebt natuurlijk uw reddende
voorzienigheiddien meneer hoe
heet hij ook weer? Rakosnooit
meer teruggezien?"
„Nooit.
„U hebt ons niet gezegd, waar u die
zaken van hem naar toe gebracht
hebtz'n nieuwe woning."
Danischeff zocht even.
„Gyomostraat 48, meen ik
„Dat zal allemaal onderzocht wor
den," zei de officier kort. „Nu zullen
we, als u 't toestaat, meneer, overgaan
tot 't doorzoeken van de kamer van uw
secretaris.
De prins gaf 'n teeken van toestem
ming. Danischeff had den mond ge
opend, maar geen klank kwam er uit.
Hij was óp.
„Neem me niet kwalijk, meneer,"
bracht hij er ten slotte toonloos uit,
„mag ik weten, wat dat allemaal te
beteekenen heeft? Waarvan word ik
beschuldigd op slot van rekening?"
Martok wendde zich tot hem met 'n
stralend gezicht.
„U bent nog niet beschuldigd, meneer.
Voor 't oogenblik wordt u verdacht door
diefstal met inbraak de juweelen van
graaf Madany ontvreemd te hebben."
Men was klaar met 't doorzoeken van
de kamer, 't Had niets opgeleverd. De
officier en de commissaris, half ont
goocheld, half woedend, slaagden er niet
in hun inwendige gevoelens ten volle
verborgen te houden. Zittend in 'n leun
stoel was de prins van Sylvanië tegen
woordig geweest bij de huiszoeking.
Geen woord had hij gezegd. Hij had
gekeken met roerlooze oogen in roerlooze
houding. Voor Danischeff was hij, nadat
hij z'n sleutels aan de mannen van 't
gerecht had afgegeven, stokstijf blijven
staan voor 'n venster, z'n oogen strak
op t herfstlandschap, waarvan hij
niets zag, heel bleek, onbeweeglijk
stom.
Met 'n heftigen duw stootte Martok
de laatste lade weer terug.
„U zoudt trouwens niet zoo onwijs
geweest zijn iets hier te laten, dat u zou
kunnen verraden, op 'n plaats, die zoo
gemakkelijk te bereiken is," zei hij
slecht gehumeurd.
Danischeff keek hem aan met 'n ge
zicht, dat er als versteend uitzag.
„Meneer, ik heb niet gestolen...
Todoio lachte.
,,I)at zeggen ze allemaal. Meneer de
officier, hoeveel betuigingen van on
schuld hooren we per jaar?"
De officier maakte "n vaag gebaar.
Hij was opgestaan en scheen na te
denken.
„We zullen ergens anders zoeken, dat
is alles," mompelde hij.
Hij kwam op Danischeff toe.
„We hebben voor 't oogenblik niet
genoeg bewijzen om 'n aanhoudings
bevel te geven, meneer. U blijft dus
voorloopig in vrijheid. Ik raad u echter
aan er geen misbruik van te maken.
1 wordt bewaakt. IT hebt overigens
genoeg verstand om in te zien, dat de
geringste poging tot ontvluchting uit
gelegd zou worden als erkenning van
schuld
n Zwijgend lachje legde even z'n gele
tanden bloot.
„Wij van onzen kant gaan de verkla
ringen, die u ons gegeven hebt, contro
leeren. Wees gerust, we komen terug...."
Danischeff deed 'n stap in de richting
van den prins. Hij scheen niemand of
niets te zien dan hem.
„Meneer, ik zweer u, dat ik onschuldig
ben. Die menschen vergissen zich, ze
zijn 't slachtoffer van 'n vergissing.
Meneer, zeg me, dat u me gelooft
't Is onmogelijk, dat u me niet gelooft."
De oude Karol keek hem in z'n oogen.
„Ik geloof niet, dat u gestolen hebt.
Danischeff, maar ik had 'n blind ver
trouwen in u en nu heb ik 't niet meer.
Iemand, die 't leven geleid heeft, dat u
geleid hebt, is niet de volledige gentle
man, dien ik vóór me dacht te hebben."
Danischeff had zich opgericht met
gloeiende wangen.
„Meneer, u weet niet, hoe hard 't leven
voor sommigen zijn kan en hoe duur
iemand soms de fouten betaalt, die hij
zelf niet begaan heeft.
Hij onderbrak zichzelf.
„IJ gelooft ten minste niet, dat ik 'n
dief ben, daar bedank ik u voor. Als
de heeren 't veroorloven," voegde hij er
bij, zich tot de ambtenaren wendend, die
hij scheen vergeten te hebben, „zal ik
u verder niet hinderen met m'n tegen
woordigheid, die u last zou kunnen ver
oorzaken
„En waar zoudt u naar toe gaan?"
vroeg de officier van justitie.
Waarheen u wilt," zei hij met 'n
onverschillig gebaar.
Er joeg 'n vlaag van ontroering over 't
koude gelaat van den prins. Hij hief z'n
hand op.
„Danischeff, u kunt hier blijven. In
alle oprechtheid, ik geloof niet, dat u
schuldig bent, wees daaromtrent gerust.
Als m'n dak u 'n zekere mate tot be
scherming kan dienen, zal ik er zelfs blij
om zijn. Ik kan zooveel mooie uren,
waarin we samen gewerkt hebben, niet
vergeten
Danischeff wilde antwoorden, maar
Martok liet hem den tijd niet.
„Als u er niets op tegen hebt, meneer,
hebben wij ook liever, dat meneer hier
blijft."
„Volkomen in orde."
Maar Danischeff gaf zich niet zoo vlug
gewonnen.
„Meneer," zei hij met 'n bitteren glim
lach, ,,u ziet, dat me zelfs de vrijheid niet
gelaten wordt uw aanbod te weigeren. U
zult dan zeker zoo goed zijn, me toe te
staan op m'n kamers te blijven."
Hij keerde zich geheel om naar den
officier van justitie.
„IJ kunt gerust zijn, meneer, ik zal
hier niet weggaan."
En met 'n stijven pas ging hij terug
naar t raam, waar hij zich niet meer
van verwijderde, zelfs niet, toen de drie
mannen de kamer verlieten.
Langen tijd daarna keerde hij zich om.
De trekken op z'n gezicht bleven strak.
Met één blik overzag hij de drie ver
trekken studeerkamer, slaapkamer,
badkamer. Alles stond overhoop. Alle
meubels had men geopend en de in
houd ervan lag overal verspreid; de
kussens van de stoelen, 't beddegoed
zelfs had men onderzocht en toen laten
liggen. Z'n boeken hadden ze van de
rekken uit de lage boekenkast genomen
en ze er lukraak weer ingeduwd; som
mige lagen nog op 't vloerkleed. Zonder
'n woord zette Danischeff zich aan 't
werk. Werktuiglijk, als 'n levenlooze
machine, ging hij aan 't rangschikken,
vouwde 't linnen en z'n kleeren opnieuw,
zette alles weer met zorg op zin plaats.
Soms hield hij op, haalde diep adem.
wreef met z'n hand gedachteloos over
z'n voorhoofd en duwde 'n haarlok weg.
Voor blond baar:
Pakje 20ct., flacons vanaf JJet- l|g
1 Wanneer V haast
de spoedhaarwasschmg
zonder
Uw kapsel ziet er altijd volmaakt en frisch
uit alsof U juist van den kapper komt!"
O, daar is heusch geen tooverij in het spel.
Of bij den kapper, óf thuis mijn haar
wordt altijd met ZWARTKOP behandeld!"
Zwartkop - haarverzorging is steeds op de
hoogte der laatste wetenschappelijke onder
zoekingen. Het haar blijft kalkzeepvrij en
niet-alkalisch. Soepelheid, schitterende glans
en een goed-zittend kapsel zijn het teeken
voor gezond, met Zwartkop" verzorgd haar.
TRANSPIRATIE-LUCHT
BEMERKT IEOER,
BEHALVE HET
SLACHTOFFER ZELF
ledereen transpireert; het is een volkomen natuurlijk
verschijnsel. En hierdoor lopen wij het gevaar, slacht
offer te worden van B. O. - Niemand mag dit risico
open - en niemand behoeft dit risico te lopen. Rexona
helpt U. Het neemt de oorzaak van B.O. weg - want
het schuim bevat antiseptische bestanddelen, die diep
in de ponen dringen en alle onzuiverheden verwij
deren. A s Uzieh geregeld wast en baadt met Rexona,
'S i .Veü f' f' Ke!?ru|k va" Rexona is een genot'
omdat het zo heerlijk verfrissend is.
WORDT VERVOLGD