f OVERSTAPPIE ld zorgt voor een voetbalve «9 B IJ ONZE „JONGENS TE VELDE" H.ROteMJ Ook onze kompie doet aan O. en O. Er staan ettelijke cursussen op het programma en ook een grootsch opgezet klaverjas tournoo.. y aar eerst hezorgt Overstappie onzen voetballers een prachtig vele Hou nu 's even je groote waffel, facteur, zegt onze luitenant. Dan klopt liij met een tim mermanshamer op tafel; de commissieverga dering van O. en O. is begonnen. Zooals ieder oorlogsonderdeel, dat zichzelf respec teert, heeft ook onze kompie 'n commissie voor O. en O. U weet zoo langzamerhand wel, wat die letters beteekenen. Zitting in deze commissie hebben de officier voor O. en 0. algemeene leiding), de sergeant voor 0. en 0. (iets minder algemeene leiding), korpo raal Papkind (diverse kaartspelen en dramatische kunst), de chauffeur met de twee linkerbeenkappen (voetbal), onze nestor Opa van lichting 1924 (klein kunst) en verder Jilles uit Tietjerksteradeel (chef d'orchestre en sjoelbakinstructeur). De commissie wordt terzijde gestaan door den wachtmeester, die onzen korpstrein commandeert (goochelen en ge heimzinnige verdwijningen) en, niet te vergeten, onzen facteur Overstappie (oppositie). Overstappie vormt een moeilijk probleem voor onze commissie. Volmondig erkennen we zijn groote ver diensten als conferencier, maar dat neemt niet weg, dat hij op onze vergaderingen allemachtig vervelend kan zijn. U kunt ervan op aan dat, als facteur Over stappie 't woord vraagt, zijn laakbaar gebrek aan ernst de goede orde voor 't eerste half uur onherroe pelijk verstoort. Er zijn dan ook reeds bij herhaling stemmen opgegaan om den facteur uit onze vergade ringen te weren, maar ja, dan wil hij ook niet langer als conferencier optreden en wie vult dan de talrijke hiaten, die onze programma's nog steeds vertoonen ,,Punt één," zegt onze luitenant. Hij zit met erg rustig op z'n stoel en dat heeft z'n reden. Deze week inoest hij plotseling invallen als adjudant van den bataljonscommandant, 'n functie waaraan ook paardrijden te pas komt. Dus zit de nieuwbakken bataljonsadjudant eiken dag met geleende sporen 'n uur te paard, 't Gaat werkelijk al heel aardig, maar z'n nieuwe broek begint bedenkelijk kaal te worden en 't is met een erg pijnlijk gezicht, dat de luitenant 's avonds z'n fiets bestijgt De eerste O. van O. en O. beteekent ontwikkeling. Onder ontwikkeling valt ook het onderwijs in mo- unflGï onrwiK.Keiiii0 v «au D'r derne talen en daar is genoeg lief- yi hebberij voor. Een ander punt is: hebben we bij den troep ook lieden, die als onderwijzer kunnen optreden? „Ik ken se Mokumsch leere smoe- se," oppert Overstappie. „En boere Jilles is reuse geschikt foor 'n kur- sus: Priesch foor beginners!" Dit voorstel wordt echter als in hooge mate onzakelijk verworpen. Misschien kan echter onze kompiesadministratenr ons helpen, want die is in het burgerleven hoofd van een school. En dan komt het hoofdstuk: lezingen. De jour nalist in ons midden wordt onmiddellijk aangezocht om op 'n avond eens iets uit het krantenbedrijf te vertellen („Maor niet te hard bonke!" interrumpeert Overstappie) en de wachtmeester weet 'n mannetje, die stellig prachtige verhalen uit het zeemansleven kan doem En tot aller verbazing onthult hij, dat er bij z'n paardenvolk 'n ruiter is, die jarenlang de zeven wereldzeeën heeft bevaren „Seker as stoker op 'n gerookte bokkum!" ver onderstelt Overstappie boosaardig en dan gaat de vergadering weer gewoon door. QNZË K L AVER J A S - COM PETIT 1 E I)e afdeeling Sport omvat ook schaken en dammen. Dat is gauw genoeg geregeld, maar dan komt 't kaar ten en "daarover moet eerst uitvoerig van gedachten De commissie voor O. en O. is in vergadering bijeen. Belangrijke besluiten worden genomen en natuurlijk is Overstappie weer in de oppositie! worden gewisseld. Op de officieele lijsten staat bridge.Maar korporaal Pap kind en de andere kaart- enthousiasten hebben een stemmig deze „salon-sport" van de hand gewezen. „Miezemauze!" zegt Pap kind. Desnoods wil hij ook nog pandoeren of klaverjassen, maar verder gaat z'n inschikkelijkheid niet. Klaverjassen haalt de meeste stemmen en er komt dus een klaverjas- competitie. Koppels kun nen zich nu reeds opgeven, 't Wordt een echt tour- nooi, met voorwedstrijden, 'n hal ven eindstrijd en 'n beslissingsronde. We zijn bereid er 'n week over te doen, doch de kompie zal niet rusten, eer uitgemaakt is, welk mobilisatiekoppel de beste klaverjas-capaci- teiten bezit. „Dan mot er ook 'n sjurie bij," meent Overstappie. „Want die smakkers benne soo link as 'n looie deur. Asse sitte te kaorte, hebbe de meeste vijf ase in hun mouw." Hij heeft gelijk: bij 'n behoorlijk tournooi hoort 'n jury en het is uiteraard korporaal Paplund, die 't eerst in aanmerking komt om als voorzitter van deze officieele instantie te fungeeren. Maar dat stuit op bezwaren van Papkind zelf. „Dan ken ik niet mééspele!" protesteert hij. Dit punt wordt nog even aangehouden, want er is nog een belangrijke kwestie, die geregeld moet wor den. 't Blijkt namelijk, dat 't edele klaverjasspel in onderscheidene streken van ons land op geheel ver schillende wijzen wordt gespeeld. ,,'t Zit 'm hoofdzakelijk in 't roeme," vertelt Pap kind. „Dat doene die boere allemaal weer anders." De luitenant gaat eens even verzitten en verzoekt dan naderen uitleg. Want, hoewel de luitenant op 't gebied van klaverjassen een volslagen leek genoemd mag worden, is hij toch van plan, te zamen met den sergeant, ernstig naar den kampioenstitel mee te dingen. De vraag is alleen maar, of hij het een heelen avond op een hard eantinestoeltje kan uithouden.... „Ik zal maar zegge: je heb 'n driekaart," legt onze klaverjasexpert welwillend uit. „Dat noeme we. roem. En nou zeg ik maar: alléén roem op tafel telt. benne hier allerhande soorte heikneuters, die late hun roein metéén al zien en dan make ze nog kapsies as je d'r wat van zegt. Maar ik noem 't: kaartverraaie!" En vol edele verontwaardiging kijkt Pap kind de commissieleden aan. „Bij ons in Botterdamwil Opa beginnen, maar de sergeant, n eindeloos debat voorziet, komt haastig tus- schenbeide. Enkele technische details, zooals de veelbesproken kwesties van „ondertroeven" en „ver zaken", worden afdoende gereglementeerd en nadat de commissie aldus tot 'n soort standaard-klaver- spel zonder locale variaties is gekomen, wordt volgend agenda-punt in behandeling genomen: wanneer gaan we voetballen? Voor de voetballerij bestaat geweldig veel animo, op onze lijsten staan genoeg voetballers, om minstens vijf complete elftallen in het veld te brengen. Een bal hebben we ook, maar 't dorpje, waar we gele gerd zijn, is geen voetbalveld rijk. 't Is facteur Overstappie, die ook hier als redder optreedt. Tijdens de vele fietstochten,, die hij beroeps halve door ons kantonnement maakt, heeft liij ergens bij een bosch 'n stukje land ontdekt, waarop prachtig gevoetbald kan worden. „As we d'r nog 'n Jan-met-de-handjes foor sette, heb je 'n kompleet Olympisch stadion," schept hij op. „Geef mij 't Feijenoord-stadion maar," bromt de Rotterdammer Opa en opnieuw dreigt de oude strijd die

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 28