29 tussehen de grootstedelingen te ontbranden. Maar daar maakt de officier van O. en 0. snel 'n eind aan, door met '11 forschen liamertik de. vergadering té sluiten. Dan verdwijnt de luitenant haastig en" we verdenken liem er sterk van, dat hij erg opgelucht is. nu hij niet langer op 'n houten krukje behoeft te zitten ONZE VOETBALLERS IN ACTIE! „Voetballers uittreden!" commandeert de sergeant van de week den volgenden morgen bij het werk- appèl, als de secties, keurig naar rechts gericht, staan aangetreden. 1',ven is er 'n aarzeling in de gelederen: in dienst kun je nooit weten! Als er om pianospelers gevraagd wordt, is er meestal 'n fiksche partij piepers te jassen en dus kijken de voetbal liefhebbers de kat nog even uit den boom. Want dat er écht gevoetbald zal worden, wil er voorloopig niet in. „Hoe bestaot 'tverwondert zich Overstappie, die bij den keukenwagen 'n overcompleet stuk kaas Verwerkt. Nu houdt de luitenant van O. en O. 'n fonkel- nieuwen bal omhoog. Dat helpt; bij bosjes komen de voetballers naar voren. „Om half twee houden we 'n oefenwedstrijd," maakt de luitenant bekend, als hij er tweeëntwintig heeft uitgepikt. „Vanmorgen hebben jullie oorvée" Wie uitknijpt, speelt niet mee." En nog nimmer heeft 'n sergeant van de week zulke gewillige corvéeërs gehad. Bepaald ideaal is liet terrein niet, waar Over stappie ons dien middag brengt. Stellig voldoet het niet aan de eischen, die de heeren van den K.N.V.B. omtrent afmetingen stellen, 't Vertoont zelfs 'n vrij aanzienlijk niveauverschil, waardoor 't eene doel minstens een meter liooger ligt dan 't andere. De doelen zelf zijn ook niet veel zaaks. Er staan aan weerszijden alleen maar een paar latten in den grond en die grond is hier en daar nog modderig ook! De sergeant van O. en O. moet vanmiddag den weekdienst overnemen van z'n collega, die met verlof gaat. Daarom heeft hij niet veel tijd en verdeelt haastig de partijen. De chauffeur met de twee linker beenkappen, die in onze commissie de belangen dei- voetballers behartigt, wordt tot captain van de eene ploeg gekozen en Papkind zal het andere elftal aan voeren. Overstappie ontbreekt natuurlijk niet, maar vóór hij de hem aangeboden plaats als midvoor aanvaardt, stelt hij den eiseh, dat 't aanwezige paardenvolk eerst de blinkende sporen afdoet! En dan komt .Jilles aan de beurt. Jilles ziet er prachtig uit. Hij heeft 'n voetbalbroekje bemachtigd en 'n trui, die hij over al z'n borstrokken heeft aan getrokken. Sportkousen bezit hij nieten daarom hoeft Jilles z'n beenwindsels maar om z'n bloote beenen gewonden. „Heb jij wel 's gevoetbald?" vraagt de sergeant, „Van mien derde jaar af," pocht Jilles en die stoute bewering bezorgt hem 'n eervolle positie als rechts back, onmiddellijk vóór zijn aanvoerder, den chauf feur. die het laaggelegen doel zal verdedigen. „Goed afhouwe, Jilles," instrueert de keeper hem. ,,'t Komt best in order," belooft Jilles en dan brengt de brave Fries ons allen in verbazing: uit 't achterzakje van z'n voetbalbroek diept hij 'n rol zware pruimtabak op en dan steekt hij doodbedaard 'u omvangrijke versnapering achter z'11 kiezen! De sergeant blaast op z'n tirailleerfluit en 't spel kan beginnen. Midvoor Overstappie brengt den bal 111 beweging en probeert met z'11 mannen tegen de helling op te komen. Blijkt '11 moeilijke opgaaf en tot overmaat van ramp hebben ze den wind ook nog tegen. Een gevaarlijke aanval wordt het dan ook niet en spoedig komt het leder de helling weer afrol len. Nu nadert het oogenblik, dat Jilles handelend zal optreden. Hij verplaatst z'n versnapering eens en steekt n been uit; de bal blijft liggen. „Hierheen, Jilles!" roept de chauffeur, die geheel ongedekt staat en den bal met 'n forschen uittrap wil wegwerken. Heel bedaard draait Jilles zich '11 slag om, hij mikt eens en geeft dan 'n fikschen trap. En hij heeft succes ook, want hij schiet keihard in eigen doel! „Goal, goal, één-nul," juicht de ploeg van korporaal Papkind. „Kool, kool," roept ook de brave Jilles. Even is de chauffeur sprakeloos van verontwaardiging. „Leelijke grasneger!" brult hij dan. „Je schopt in je eige doel, sufhoofd!" „E11 jou zeiden zelfhierheen," verdedigt, de rechts back zich. Dan geeft de chauffeur het op. Jilles wordt naar een ongevaarlijke plaats in de middenlinie verban nen én Overstappie gaat 't opnieuw probeeren. Ook dezen keer heeft hij weinig succes. Korporaal Papkind en z'n mannen weten van geen wijken en spoedig wordt de chauffeur ten tweeden male gepasseerd. /oo gaat hef door, de stand is al 6-0, als Overstappie de eer redt en voor 'n tegenpunt zorgt. Maar al gauw is 't. in de verdediging weer mis, drie maal achtereen moet de chauffeur „visschen". „Jou kenne beter efkes weggaan," raadt Jilles hem. „Dat komt er fan, as se '11 frijer met twee linker - beene in t doel sette," meent Overstappie. „Op zoo'n veld kan niemand spelen!" zegt de chauffeur nijdig. „As je nóg 's wat weet." „As je n ander feld wil hebbe, mot je maor sien, dat je in 't Nederlandsch elftal komt," adviseert de facteur. „En as ik het soo 's bekijk, ben je al aordig bezig." Dan is het tijd voor half-time. Er wordt even ge pauzeerd en nu krijgt Overstappie's ploeg wind en helling mee. 't Gaat direct stukken beter, zelfs Jilles komt er in. Met z'n pruim stijf achter z'n kiezen geklemd, komt hij in volle vaart de helling afdalen, 't is alleen maar jammer, dat hij in zijn ijverden bal voorbijloopt. JILLES VERSLIKT 7.IFHI De sergeant van O. en O. is op de fiets vertrokken en nu niet langer het fluitje van den scheidsrechter HRotgaks weei klinkt, wordt het spel er niet zachtzinniger op In het team van Papkind speelt ook onze ordonnans mee, 'n pootige Groninger, die zich sedert het begin van de mobilisatie onder deskundige leiding van den sergeant-majoor tot '11 gerenommeerd theezetter heeft ontwikkeld. Van voetballen weet hij weinig af. maar dat belet hem niet, zich energiek in den strijd te werpen. En dan maait hij zóó met z'n lange beenen, dat het zaak is, hem zorgvuldig uit den we» te blijven. „As je tegen die gooser oploopt, motte se je meteen in de ripperaosie geve," moppert Overstappie, terwijl hij z'n pijnlijke schenen wrijft. „Jullie kunn'n niks hebb'n," grinnikt de Groninger en opnieuw stormt hij naar voren. Na een dollen ren komt hij opnieuw in contact met Overstappie. Even staat de facteur te glibberen, dan duikelt hij met z'11 neus in de modder. Overstappie is woest! „As dat stuk moordenaor krijgt, wat ik 'm gun, maokt ie de nieuwe aordappeltjes niet meer mee," foetert hij. I)an trekt de facteur zich wijselijk uit 't strijdgewoel terug en levert, op z'n bekende manier als radioreporter 'n ooggetuige-verslag van 't sport - tieve evenement. „Daor komt die Groningsche stamboek-stoomwals weer anmaoie met se lange stelte. Kwak. d'r gaot d'r weer een tegen de flakte, je ken hier se nek- wervels lioore kranke. Hatsé. korporaal Pap kind leit op se rug te sparteledaor heb Opa de balnééja, hij heb '111 tóch. Met se fijve komme die roovers op 'm af. as d'r nou maor niks an se snor komtgewoonweg 'n schandaol sooas se met soo'n ouwe man huishouwe. Natuurlijk delft Opa het onderspit in het ongelijke gevecht en eer hij overeind gekrabbeld is, kondigt luid gejuich aan, dat de chauffeur opnieuw is ge passeerd. „Luisteraors en andere belangstellende!" brult Overstappie, „we hebbe hier op 't feld 'n soorte ment jubeleum, want die sloome kieper fan ons laot net se tiende bal door. D'r forrnt sich dan ook spontaon '11 huldigingskomité, dat nou in looppas op de kool afkomt.... se gaone 'm seker 'n krans geve. néé, se wille 'm afdroge, want 't feestfarke gaot 'r met 'n reuse faort fandoor. Met een algemeene jacht op den onfortuinlijken doelverdediger eindigt, de strijd. Net voor het doel, dat liij op zulk '11 onwaardige wijze verdedigde, krijgen de spelers hem te pakken en de chauffeur"be leeft bange oogenblikken, als de bende zich op hem stort. Gelukkig komt juist de sergeant van 0. en O, aanfietsen, 0111 eens te kijken hoe 't er mee staat.' Di ie forsche fluitstooten maken snel een einde aan de worsteling. Als de sergeant het kluwen heeft ontward, blijkt, dat de chauffeur er nog betrekkelijk goed is af gekomen. De man, die 't gelag betaalt, is de brave Jilles uit TietjerksteradeelOp onverklaarbare wijze is het hem gelukt, heelemaal onderaan te komen en het is dan ook 'n erg ontoonbare Jilles, die nu moeizaam uit den modderpoel opkrabbelt. „Heb je nog aosem, Jillesinformeert O verstappie. „Se hebbe je aordig door mekaor gefrommeld, broer. Maor waorom trek je soo'n leelijke bakkes?" Jilles maakt 'n paar krampachtige slik-' bewegingen. „M-m-mien pruumke," stottert hij dan en als eenige verdere explicatie wijst hij op z'n maag. Bulderend gelach barst los: toen Jilles zoo 111 de verdrukking zat, heeft hij de kostelijke tabaksversnapering, die hij zelfs als voet baller achter z'n kiezen had, doorgeslikt! Overstappie staat naar adem te snakken. „Hoe bestaot 't!" hijgt hij. „Dat sal ik an Mientje fertelle Maar dan zet de arme Jilles zóó'n onge lukkig gezicht, dat Overstappie van z'11 voornemen afziet. Want er zijn teekenen. die er op vijzen, dat het wat worden zal tussehen Jilles, den eenigen vrijgezel van onze sectie, en de bevallige Mientje uit 't vischwinkeltje. En wie is zoo'n verstokte wreedaard, dat hij versperringen zal bouwen op de kronkelpaden van een jong ontlui kende liefde L. Metz'n tabakspruim stijf achter z'n liegen geklemd komt Jilles de helling af dalen, 't is alleen m aar jammer, dat hij in z'n ijver den bat voorbijloopt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 29