WITTE KLEEDJES EEN MOOIE HEERENPULLOVER MET BOORD Geschenkjes voor Sint Nicolaas kunnen we altijd gebruiken Witte kleedjes hebben we feitelijk nooit genoeg; we kunnen er immers steeds zoo'n dankbaar gebruik van maken, hetzij voor een klein rond of vierkant tafeltje, hetzij als pièce de milieu voor onze gedekte tafel, die dan vanzelfsprekend eerst met een gewoon wit tafellaken en daarna in het midden met een fijn geborduurd kleed als bijvoor beeld het hier afgebeelde wordt bedekt. Het materiaal, dat voor dit kleedje genomen werd, mag wel zeer uitzonderlijk worden genoemd, want tule en glasbatist deden er voor dienst. In plaats van tule zouden we ook organdie kunnen kiezen, terwijl het applicatie-materiaal, dus de stof waarvan de bloemen geknipt worden, zoowel door glasbatist alsook door organdie kan gevormd wor den. Het kleedje heeft een afmeting van ongeveer 33 bij 33 cm., doch kan gemakkelijk op wat grootere maten gemaakt worden, want we hebben daarvoor niets anders te doen dan de bloemmotieven wat ver der van elkaar af te plaatsen. Voordat met het applieeeren wordt begonnen, maken we rondom eerst een zoom van plm. 2 y2 cm. breed. Daarna teekenen we de omtreklijnen van bladeren aan het motief op het glasbatist over door dit materiaal op bijgaand patroon, dat op ware grootte ge geven wordt, te leggen (de lijnen schijnen door de stof heen). Ver volgens rijgen we het motief, dat met een rand van de stof rondom als één geheel, dus bloemen en elkaar, wordt uitgeknipt, op de daartoe bestemde plaats van de tule. Nu nemen we twee draden witte splijtzijde en cordonneeren langs de omtreklijnen een heel fijn randje. Onder cordonneeren wordt verstaan het maken van dicht op elkaar gewerkte steek jes, die alle even breed zijn (zie ook afbeelding). Na het cordonneeren der contouren worden ook de nerven, zijnerven etc. gecordonneerd, doch in plaats hiervan kunnen we deze lijnen ook met een steelsteek, die door glasbatist en tule heen gewerkt moet worden, borduren. Zijn alle vier de motieven ge borduurd, dan knippen we de overblijvende stof met een scherp borduurscliaartje voor zichtig uit en strijken het kleed met oen niet te warm ijzer aan den verkeerden kant op een dikke, zachte onderlaag. Doordat deze pullover in den patentsteek gehreid wordt, is het model zóó rekbaar, dat het voor verschillende bovenwijdten passend mag worden genoemd. Dit is prettig, omdat velen dit gezellige kleedingstuk ongetwijfeld graag voor Sint Nicolaas- cadeautje zullen willen bestemmen. In wit uitge voerd zal het model als ijstrui buitengewoon goed voldoen, maar ook marine- of donkerblauw lijken ons zeer geschikt. Benoodigdheden zijn; ongeveer 400 a 500 gr. tamelijk dikke sportwol, twee aluminium brei naalden met knop no. 3 en vijf hulpnaalden zonder knop voor het breien van den halsboord. Het voorpand: We breien volgens het afgebeelde knippatroon en zetten het noodige aantal steken op (niet te veel uitrekken; met den rek is al rekening gehouden bij de bepaling van de maten). Het aantal steken moet deelbaar zijn door twee. Voor den boord breien we allereerst over een lengte van 7 cm. steeds afwisselend 1 r., 1 av. (we breien steeds r. boven r. en av. boven av.). Hierna gaan we verder in den patentsteek. We breien dezen als volgt le naald: 1 r.*, draad naar voren halen, 1 st. av. afhalen, 1 st. r. breien (we halen den draad niet eerst naar achteren, maar laten hem vóór liggen). Vanaf de geheele naald door herhalen en eindigen met een gewonen rechten steek. 2e naald 1 r., den draad naar voren halen, 1 st. av. afhalen, den nu volgenden steek met den omslag van de vorige naald tot 1 rechten steek te zamen breien N.B. Willen we dit kleedje van meer stevig ma teriaal maken, dan kunnen we als ondergrond ook wit of ge kleurd linnen ne men en als appli- catiem ateriaal een afstekende tint linnen kiezen. Een heele mooie combinatie b.v. is: zachtgeel met groen; zacht- blauw met don kerblauw; zacht groen met terra enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 36