PANORAMA-
OORLOGSKRONIEK
Weefc ran 13 November tot 20 November 1939
werklieden dag aan daq bezig zijn met de vervaardiging van wapens en ammunitie.
Generaal ik or skide nieuwe Poolsche minister
president en opperbevelhebber van het Poolsche leger
in Frankrijk, bracht een bezoek aan Londen, waar
hij op 14 November per vliegtuig arriveerde.
afgeleid. Die mobilisatie geschiedde ook niet, omdat
gewantrouwd werd het ons van weerszijden gegeven
woord, dat onze neutraliteit zou worden geëerbie
digd, maar omdat wij verplicht waren, op alle ge
beurlijkheden voorbereid te zijn, verplicht niet het
minst tegenover hen, die onze grenzen wilden ont
zien en die als belligerente mogendheden vanzelf
elkanders woord minder vertrouwden dan wij dit
zelf doen. Onze mobilisatie gaf hun den waarborg,
dien zij behoefden. Zij bood een wederzijdsohe be
schutting aan allen. Maar wil zij dit blijven doen,
dan moeten haar kracht en omvang ook afhankelijk
zijn van de wisselende omstandigheden. Geen oogen-
blik mag de indruk worden gewekt, alsof onze mobi
lisatie slechts formeel of symbolisch zou zijn. Van
haar ernst moeten wij steeds zelf bewust zijn en
moeten anderen overtuigd blijven. Alleen dan zal zij
doeltreffend zijn. Vandaar dat haar kracht niet een
stabiele grootheid is, maar zich moet aanpassen aan
de hevigheid der spanningen, die zich in de nabijheid
van onze grenzen voordoen. Dit is de boteekenis, die
aan de recente maatregelen moet worden toegekend.
De regeering heeft geen enkele betrouwbare inlich
ting, die haar geloof aan het wederzijds gegeven
woord kan schokken. Ook nu vertrouwt zij in de
oprechtheid van dat woord en vindt daarin een
spoorslag te meer om, stipt neutraal, naar alle zijden
een gelijke waakzaamheid te betrachten.
Ik hoop, dat dit woord aan de velen, die in de
laatste dagen van onevenwichtigheid blijk gaven, de
gemoedsrust en kalmte zal teruggeven, die wij in
dezen tijd meer dan ooit noodig hebben. De zorgen
zijn waarlijk groot genoeg om zich niet nog denk
beeldige erbij te scheppen. Het is zoo waar. wat een
oud lied zegt:
Een mensch lijdt dikwijls 't meest
Door 't lijden dat hij vreest.
Doeh dat nooit op zal dagen.
Zoo heeft hij meer te dragen,
Dan God te dragen geeft.
Dit is ook ondankbaar tegenover God. Wij mogen
ons niet vergrijpen aan den zegen, dien hij ons tot
hiertoe geschonken heeft en dien wij, wel verre van
Jjem roekeloos in de waagschaal te stellen (want
Maandag 13 November
Vandaag hebben Duitsche vliegtuigen twee aan
vallen ondernomen op de Shetland-eilanden, die ten
noorden van Engeland op ongeveer 1000 km.
afstand van Duitschland liggen. Volgens de Engel-
sche admiraliteit werd geen schade aangericht en
werd niemand gedood of gewond. Naar 't opperbevel
van de Duitsche weermacht meedeelde werden twee
Engelsche vliegbooten vernield. Volgens een bericht
van Fransche zijde is de Duitsche luchtmacht nog
niet zoo actief geweest als vandaag sedert het begin
van de vijandelijkheden in het westen. Gelijktijdig
met den aanval op de Shetland-eilanden werden
verkenningsexpedities ondernomen boven Noord
en Oost-Frankrijk.
Vanmiddag hield de minister-president, jhr. mr.
D. J. de Geer, een radiorede tot het Nederlandsche
volk en de inwoners der overzeesche gebiedsdeelen.
REDE VAN MINISTER PE GEER
Waarde luisteraars in Nederland en in de over
zeesche gebiedsdeelen.
Het is aan de regeering gebleken, dat in de laatste
dagen geruchten geloopen hebben over een acuut
dreigend gevaar voor ons land, en dat die geruchten
in breede kringen onrust hebben gewekt.
En nu wil ik u even komen vertellen, dat daarvoor
geen enkele grond bestaat.
De aanleiding tot de geruchten schijnt te liggen
in buitenlandsclie radio- en persberichten en ook in
enkele daden van onze regeering.
Wat de eerste aangaat, wil ik u aanraden nooit te
vergeten, dat in oorlogvoerende landen de begrijpe
lijke neiging bestaat, steeds de donkerste verwach
tingen te koesteren over de voornemens der tegen
partij. Die landen worden daartoe vanzelf gebracht,
vooreerst door het ongunstige oordeel dat zij over
hun tegenstanders hebben, in de tweede plaats door
hun zorg voor eigen veiligheid, een zorg, die hen
noopt de kwaadste risico's onder de oogen te zien en
deze als reeds aanwezig te veronderstellen. Vandaar,
dat onder de oorlogvoerende volken zoo gemakkelijk
en gehesl te goeder trouw geloofd wordt aan
een schending van ons grondgebied. Dat geloof komt
dan tot uiting in hun berichten en kan zich langs
dien weg verspreiden ook onder onze bevolking. Ik
raad u aan, daartegen geharnast te zijn en te beden
ken, dat de neutraliteit ook in dit opzicht een eigen
geestesgesteldheid eischt.
Wat mede tot de geruchten aanleiding schijnt
gegeven te hebben is, naar ik opmerkte, gelegen in
enkele daden der regeering. Maar dan verkeerdelijk
uitgelegde daden. Ik wil ook daarop uw aandacht
vestigen.
In een tijd, als wij thans weer beleven, is het voort
durend noodig, ook voor neutrale staten, om de
militaire maatregelen aan te passen aan den feite
lijken toestand.
Toen de oorlog in Polen geëindigd was en na een
korte tusschenpooze de spanning in het westen
klaarblijkelijk toenam, ontstond allengs een situatie,
die, althans tijdelijk, aan de kracht en de intensiteit
van onze mobilisatie andere eischen stelde dan te
voren. Eenige maatregelen onzerzijds zijn daarvan
het gevolg geweest. Het zou een noodlottige dwaling
zijn, hieruit op te maken, dat de bedreiging van onze
grenzen grooter geworden is.
De beste waarschuwing tegen die dwaling ligt
misschien in een herinnering aan den jongsten
wereldoorlog. Er zijn toen verschillende momen
ten geweest, waarop bijzondere maatregelen, b.v.
een plotseling intrekken van periodieke en zelfs
van zaken-verloven, zekere vrees en onrust onder
de bevolking veroorzaakten. Die maatregelen
werden toen niet genomen, omdat het wezenlijk
gevaar zooveel grooter geacht werd dan te voren,
maar omdat bepaalde omstandigheden aan onze
paraatheid tijdelijk hoogere eischen stelden. De
uitkomst heeft destijds in al die gevallen de vrees,
die onder de bevolking was opgekomen, be
schaamd.
Niet anders zal men het ook nu mogen zien. Een
acuut gevaar bestaat thans evenmin als in de eerste
dagen van September. Toen in die dagen onze geheele
weermacht werd gemobiliseerd, heeft niemand
daaruit een onmiddellijk bedreigd-zijn van ons land