PANORAMA- OORLOGSKRON1EK Weeh ran 20 November tot 27 November 1939 Willillhm.l.l. 14 Maandag 2Q November Behalve de „Simon Bolivar" (Nederland), de „Grazia" (Italië), de „Borjesson" (Zweden) en de „Blackhill" (Engeland) liepen tijdens het afgeloopen weekeinde nog vijf andere schepen op mijnen aan de Engelsche oostkust. Zondagochtend was het nog de „Torchbearer" (Engeland) en Zondagmiddag volgden de „Casica Milica" (Joego-Slavië). de „Wigmore" (Engeland) alsmede een Fransoh schip, waarvan de naam vanochtend nog niet bekend was. In den loop van den dag kwamen er nog drie bij: de „Arlington Court" (Engeland), de „Kaunas" (Litauen) en een onbekend schip, dat 33 man aan boord had. (De „Pensilva" (Engeland) werd getorpedeerd. In het geheel binnen drie dagen 12 schepen met een inhoud van 36.500 ton, hiervan vijf neutralen met een inhoud van 24.201 ton. De „Arlington Court" verging nabij de Iersclie kust. Als gevolg van het zinken, zoowel van Britsche als van neutrale schepen, in het mijnenveld aan de oostkust van Engeland, zijn de premies voor het verzekeren van neutrale schepen tegen oorlogs risico heden aan de Londensche beurs aanmerkelijk gestegen. In een nadere opgave vau de directie der K.N.S.M. meldt men, dat het aantal passagiers van de „Simon Bolivar" 265 bedroeg en dat er 127 leden van de be manning aan boord waren. 99 passagiers worden ver mist, 27 leden van de bemanning, samens dus 126. Van de overlevenden zijn slechts vijf zwaar gewond. De Duitschers en Engelschen beschuldigen elkaar over en weer, dat de andere partij de mijn gelegd heeft, waar de „Simon Bolivar" op liep. Het schijnt echter vrijwel onmogelijk te zijn positief te verzeke ren of de mijn Duitsch dan wel Britsch geweest is. Tientallen mijnen zijn losgeslagen en naar de kusten afgedreven tijdens den storm, die in den nacht van Zaterdag op Zondag in de meeste landen aan de Noordzee heeft gewoed. Van vele kustplaatsen bereikten de scheepvaart, onophou delijk waarschuwingen, en omge keerd meldden tallooze vaartuigen, dat zij op hun vaarweg drijvende mijnen hadden ontmoet. DUITSCH VLIEGTUIG NEERGESTORT BIJ ROERMOND Hedenochtend is bij Roermond een Duitsch militair vliegtuig ge signaleerd. Het is door Nederlandsoh afweergeschut onder vuur geno men. Het Duitsche toestel is neergestort, waarbij de bestuurder om het leven is gekomen. Vanmiddag nam prins August Wilhelm van Pruisen deel aan de dagelijksche persconferentie op het ministerie van Propaganda te Ber lijn. Het lag in de bedoeling de buitenlandsche pers door de ver schijning van één der leden van het voormalige keizerlijke huis de ongegrondheid te bewijzen van de eindelooze reeks geruchten, welke over de toestanden in Duitsehland de ronde doen. Dinsdag 21 November Ook de voormalige Duitsche kroonprins protes teerde in een brief tegen beweringen in sommige buitenlandsche persorganen, waarin hij o.a. zei: „Den laatsten tijd zijn door de anti-Duitsclie buitenlandsche pers zóó onzinnige en beleedigende beweringen verspreid, dat het mij tegen de borst stuit, daarvan kennis te nemen. Evenmin staat 't mij aan in al deze schaamtelooze insinuaties te treden of te trachten ze te weerleggen, omdat zij alle zonder uitzondering verzonnen en gelogen zijn. Noch ik, noch mijn broers en zoons, noch eenig ander lid van In een verdrag tusschen Duitsehland en Slowakije werden aan dit laatste land drie stukken land afgestaan, die in 1920. 1924 en 1938 door de Polen werden bezet. Rechts de Duitsche minister van buitenlandsche zaken, Yon Rihbentrop. links de Slowaakscbe gezant te Berlijn, het verdrag onderteeke-nend het huis Hohenzollern of van een ander Duitsch vor stenhuis is gearresteerd of doodgeschoten. Geen van hen is eenigermate in zijn vrijheid beperkt." JAPANSCH SCHIP OP MIJN Aan de lijst van twaalf moeten nog vijf schepen toegevoegd wordenaller eerst de „Terukuni Maru", één der mooiste Japansche schepen, dat nog 3000 ton grooter was dan de „Simon Bolivar", voorts werd de „Thomas Hankins" door een duikboot tot zinken gebracht, evenals de „Sea Sweeper", een half uur daarna zonk de „Delphine" en ten slotte de „Mastiff", alle vier Britsche treilers. In aanvulling op de laatste gegevens gaf de K.N.S.M. een nieuw over zicht, waaruit bleek, dat van de bemanning 19, van de passagiers 67, in totaal dus 86 menschen worden vermist. Vanmiddag zou pen aantal geredden met bet stoomschip Oranje Nassau van de Maat schappij Zeeland te Vlissingen aankomen, doch dit vaartuig is te Duins voor anker gegaan met het oog op het mijnengevaar. WEER PERIODIEK VERLOF VEREEEND Met ingang van vandaag werd aan de gemobili- seerden weer periodiek verlof verleend. Het vervoer der militairen gaf hedenavond aanleiding tot aan zienlijke vertraging in de aankomst der treinen. Heden werd tusschen de Duitsche en Slowaaksche regeering een verdrag onderteekend, waarbij de grenzen tusschen Slowakije en het voormalige Polen definitief geregeld werden. Hierbij werden drie land- strooken aan de Slowakeu teruggegeven, welke de Polen in 1920, bij het herstel van den Poolschen staat en daarna in September 1938, bij de liquidatie van het Tsjechische probleem, wisten in te lijven. George Eiser, 36 jaar oud, die den aan slag op het leven van den Duitschen rijks kanselier op 8 November in den Bür- geibrdnkeUer heeft gepleegd. CHAMBERLAIN KONDIGT BESLAG OP DUITSCHEN EXPORT AAN In het Britsche Lagerhuis heeft Chamberlain ver klaard, dat Engeland niet zal toestaan, dat Duitseh land doorgaat met een oorlogvoering, waarbij schepen zonder onderscheid tot zinken gebracht worden. Hij kondigde aan, dat weldra bij ko ninklijk besluit tegenmaatregelen zullen worden genomen. Deze zullen hierop neerkomen, dat exporten van Duitschen oorsprong of eigendom in volle zee in beslag genomen zullen worden. Zulks geschiedt bij wijze van vergeldingsmaat regel tegen het beweerde strooien van mijnen door de Duitschers in de voor de koopvaardij openge houden vaargeulen in het zuidelijk gedeelte van de Noordzee. Van Duitsche zijde wordt medegedeeld, dat de dader van den aanslag in den Bürgerbraukeller te München in den nacht van 8 op 9 November werd gearresteerd en heeft bekend. Hij heet George Eiser. Opdrachtgever, financier van de daad, was volgens

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 14