JÜl
4puntenyAN BELANG!
Unox de fynfte
Chlorodont
15
Itsaplast „elastisch
k Ua/nApaJtci
SMAKELIJK
SAPPIG
GEURIG
DOOR CLAUDE FAYET
30
antiseptisch snelverband
■n
komt in het huisgezin
ieder oogenblik van pas
Van een klein wondje kunt U veel last hebben
echter niet, wanneer U dit practische en
eenvoudige snelverband in huis hebt. Een
desinfecteerend gaaskussentje stelpt tevens
het bloeden en de elas
tische pleister zit goed
vast, zonder hinderlijk te
zijn. Probeert eens een
pakje Hansaplast elas
tisch. U zult er het nut
van ondervinden.
U WILT TOCH DE FIJNSTE ROOKWORST HEBBEN,
DIE ER MAAR GEMAAKT KAN WORDEN?
Unox Geldersche Rookworst is altijd sma
kelijk. Zij wordt bereid volgens het oude
Geldersche bóeren-recept - doch met inacht
neming van de meest moderne hygiëne
Een overvloed van malsch vleesch geeft een
rijke sappigheid aan de worst, die voedzaam
en toch zoo heerlijk licht verteerbaar is.
Een fijn aroma geeft hel mengsel van kruiden,
die nog steeds volgens het oude recept
worden toegevoegd. En er is geen beter
recept
De zachte rooksmaak, die alleen het speciale
Unox-procédé vermag Ie geven, doel alle
goede eigenschappen tot hun volle recht
komen.
ZACHT GEROOKT
GELDERSCHE ROOKWORST
Als men spreekt over mooie
witte tanden, denkt men aan
Chlorodont, de doelmatigste
tandpasta.
Schuimend of niet-schuimend.
TUBE 25 cf.
GROOTE TUBE 45 ct.
r
KORTE INHOUD VAN 'T VOORAFGAANDE:
Dc 78-jarige prins Karol van Sylvaniè, wiens secretaris ongeneeslijk ziek is, heeft
zich tot levenstaak gesteld een biographie in het Latijn te schrijven van koning
Stephanas van Hongarije. Zijn ouderlooze kleindochter, de achttienjarige knappe
Lila, tracht hem te vervangen, doch ze kan den prins niet van dienst zijn, omdat
ze niet voldoende Ijatijn kent, waarom hij een nieuwen secretaris zoekt. Een neef
van Lila. graaf Zoltan Madany, die al z'n geld in juweelen belegd heep, en Lila's
beste vriend en raadgever was, vertrekt naar Amerika, omdat al z'n juweelen hem
ontstolen zijn. Als kenner van edelsteenen treedt hij te New York bij een juwelier
in dienst om. in eigen onderhoud te kunnen voorzien. De chauffeur van graaf Otto
van Karysch, Daniseheff geheeten, blijkt doctor in de letteren te zijn. Van Karysch
stelt hem voor (om hieruit natuurlijk zelf voordeel te putten) de betrekking als
secretaris van prins Karol aan te nemen. Daniseheff ontdekt, dat de gelden van prins
Karol door den rentmeester Prajbo niet goed worden beheerd. Graaf Zicki, een vriend
van den prins, komt zich over Daniseheff beklagen en noemt hem een intrigant.
Op een rit door het bosch ontmoet Daniseheff een vroegeren vriend van z'n ouders
Mathias Sarviz. Lila krijgt van haar grootvader toestemming een garden-party bij
te wonen. Op dit feest doet graaf Zicki haar een huwelijksaanzoek. Een van de
andere gasten, Ladislaus Wolski, verklaart haar eveneens zijn liefde. Ze wijst beiden
evenwel af. Op een wandeling door het bosch ontmoet Lila DaniseheffZij zijn
beiden verliefd en de eerste kus wordt gewisseld. Daniseheff ziet dat een huwelijk
tussehen hen op onoverkomelijke bezwaren zal stuiten, waarom hij haar wil ver
laten. Graaf Zicki schrijft op aandringen van graaf van Karysch een anoniemen
brief aan den officier van justitie, waarin hij den persoon van Daniseheff met
den juweelendiefstal in verband brengt. Deze wordt aan een verhoor onderwor
pen, waaruit blijkt, dat hij vroeger witkiel, circusknecht, schepenlosser etc. is geweest.
Daniseheff kan evenwel geen goede papieren toonen. Lila vertrouwt hem volkomen
op zijn verzoek brengt zij zijn familiepapieren naar Mathias Sarviz, maar bo
vendien stuurt zij Zoltan Madany, het slachtoffer van den dief stal,-een telegrafisch
verzoek om terug te komen. Deze vertoeft tijdelijk te Londen en komt daar een
partij smaragden op 't spoor, die voor een vijfde van de waarde te koop wordt
aangeboden. Haastig neemt hij zijn maatregelen, doch bij ontvangst van Lila's
telegram reist hij terstond af. Prins Karol vertelt hem dan, dat Daniseheff onder
verdenking staat de juweelen van Madany gestolen te hebben.
Wat betreft de periode, dat Dani
seheff in betere kringen geleefd
had, den tijd van z'n kinderjaren
en z'n studententijd, scheen hij totaal
doof te worden, zoodra de vragen daar
over aanvingen. Hij beperkte zich er toe
z'n onschuld te betuigen. De officier
was woedend. Alleen 't aanzien van den
prins van Sylvanië voorkwam 'n uit
barsting. Zonder die omstandigheid had
hij 't liefst den brutalen vlegel, die hem
zoo onbeschaamd 't hoofd durfde bieden,
laten arresteeren. Hij bleef zich verwoed
werpen op 't onderzoek, in de hoop door
slaande bewijzen te ontdekken.
„Op slot van rekening," zei Madany,
„niets bewijst, dat hij gestolen heeft!"
„Neen," zei de
j pj-ins eenigszins
E L F D E verlegen, „maar
VERVOLG die onopgehelder-
de periode van
z'n leven en 't
koppige stilzwijgen, dat hij volhoudt
over z'n verleden, maken 'n buiten
gewoon verdacht personage van hem.
En dan te denken, dat ik niet 't minste
vermoedde! Hij heeft me netjes voor
den gek gehouden!"
„Heb je hem al lang hier!"
„Zes of zeven maanden.sinds
jouw vertrek ongeveer.
„En was je voldaan over hemt"
„Ik was er over in de wolken, kerel!
't Is 'n latinist, zooals je zelden ontmoet,
'n Gemak, 'n zekerheid en 'n smaak,
schitterendZoo zelfs, dat 't werken
zonder hem bijna 'n karwei voor me
wordt," bekende de oude Karol met
zekere schaamte.
Zoltan bekeek hem even met 'n blik
van medelijden. Hij zag wel, dat 't
gemis van Daniseheff en de last, dien
deze zaak veroorzaakte, hem gevoeliger
raakten dan hij bekennen wilde. Hij
moest hem 'n paar druppels troost geven.
„Je maakt me nieuwsgierig, oom,"
zei hij. „Mag ik eens 'n paar bladzijden
van dat Latijn zient"
De prins was ineens vol leven.
„Ja natuurlijk, Zoltan, natuurlijk.
Direct, als je wilt."
Madany lachte.
„Neen, niet direct. Ik ga eerst eens
naar Lila kijken, en, als ik mag, ook
naar den officier, die de zaak van m'n
steenen in handen heeft. Maar van
avond, oom, niets dan Titus Livius,
niets dan Titus Livius!"
„Ja, Titus Livius! Schrijven zooals
die 't doet!"
„Ik ga even naar Lila," herhaalde
Zoltan. „Wat ik zeggen wil, maakt ze
't goed!"
De grootvader schudde z'n hoofd.
„Niet al te best. Wat zenuwachtig,
vermoeid, wispelturig, 't Zal haar goed
doen je terug te zien."
Voor Zoltan's oogen dansten de woor
den: Toestand hopeloos. Wat zou er
wel aan de hand zijn!
„Wat mankeert ze!" vroeg hij. Hij
probeerde aan z'n stem 'n rustigen toon
te geven.
„Wat weet ik er van! Of liever: ik
weet 't maar al te goed. 't Komt