VERLIES LEELIJK VET •an eft- t'c° oud su--;:;;1" MOUSSEEREND DRUIVENZOUT M >*i verrassing Een flacon °ud S^edttre^gde ont- frisschende g houtsoonen alleen ecbt met de brtk Zorg ervoorflat ook V het „1939-figuur" hebt. Een nieuwe mode is ontworpen voor gezonde, slanke figuren. Leelijk vet moet plaats maken voor gezonde aantrekkelijkheid. ..Gezonder menschen" is het parool van dit jaar. En dus hebben de mode-ontwerpers een mdere vrouwelijke silhouet voorgeschreven. De heupen moeten denzelfden omvang hebben als de buste, of nog iets smaller. De taille is hooger. De japonnen vallen kort. HET IDEALE FIGUUR 1939 Als uw figuur met deze voorschriften over eenkomt, zult U er in de nieuwe modieuze japonnen op Uw voordeeligst uitzien. De ideale afmetingen van het 1939-figuur zijn: buste 90 cm., heupen 90 cm., taille 70 cm. Hoe komen Uw eigen maten hiermede over een? Neem den centimeter en controleer het. Zoudt U gelukkiger zijn, meer het ideaal nabij komend, met een paar centimeter minder hier of daar? Begin dan vandaag nog met Wex. Eiken morgen twee theelepeltjes van dit nieuwe zout in een half glas water neemt het overtollig vet weg en geeft U tegelijkertijd nieuwe gezondheid en energie. Wex geeft een heerlijken mousseerenden drank, uitsluitend bestaande uit druivensapderivaten, gecom bineerd met zuivere zouten om het mousseeren te bevorderen. Bevat geen suiker of schadelijke bestanddeelenWex is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten in han- dige, apart verpakte hoeveelheden. u\ een doos van 6 stuks voor 40 cent of een groote flesch voor F1 1.20.. VERVOLG VAN BLADZIJDE 31 De officier van justitie liet z'n vuist op tafel vallen. „Geen bewijzen, meneer! Voor den diefstal heb ik natuurlijk nog geen be wijzen let wel, dat ik zeg „nog". Maar is dat al bijna geen zekerheid, als 'n man, die ten hoogste verdacht is, in de omgeving van uw huis rondloopt en juist op den datum van de inbraak uit den toestand van gebrek geraakt, waar in hij verkeerde!" Madany antwoordde niet. Martok sprak den prins aan. „Stel u eens in de plaats van de recht bank, meneer. Lijkt u dat dan niet glas helder!" „Ja, natuurlijk," mompelde de oude Karol met 'n moe gebaar. „Hij weigert nog altijd te spreken over den eersten tijd van zijn leven," zei Zoltan droomerig. „Maar natuurlijk! Omdat hij weet, dat wij met ons onderzoek onmiddellijk zijn leugens aan de kaak zouden stellen," verklaarde Martok met 'n nieuwen slag op tafel. „Hij zet zich in 'n romantisch licht. Ik heb 'n tijdje gedacht, dat 't waanzin was. Als hij schuldig is, wat ik stellig geloof, dan is die manier van doen niets anders dan 'n slimme streek. Zelfs met bewijzen zou er in den geest van de rechters toch altijd nog plaats blijven voor 'n zekere mildheid." Zoltan schoof op z'n stoel heen en weer. „En toch staat 't vast, dat hij 'n goede opvoeding gehad heeft. Dat is te merken aan z'n uiterlijk, aan z'n manier van spreken, aan z'n ontwikkeling. Geloof me, meneer de officier, iemand, die zóó Latijn schrijft, heeft niet 'n alle- man8opvoeding genoten." „Hola, meneer! De diefstal, waar u 't slachtoffer van geweest bent, is dat 'n allemansdiefstal! Er is na 'n jaar lang onderzoek en tegenonderzoek nog niet uitgemaakt, hoe die gepleegd is. Zou 't onmogelijk zijn, dat 'n avonturier, die in de uiterste armoe geraakt is, alles op alles heeft willen zetten! Wat ris keerde hij? Niets ergers dan wat hij al had." Er was enkele oogenblikken 'n druk kende stilte. Martok haalde adem. „U hebt misschien nog 't bezwaar van z'n opvoeding, meneer. U denkt, dat 'n welopgevoed iemand volgens vaststaande zedelijke grondbeginselen vasthoudt aan z'n gewoonten van fat soen en beschaving en terug zal schrik ken voor zekere daden, omdat hem ge leerd is, dat die niet deugen? Maakt u zich niets wijs, meneer! In den tegen- woordigen tijd, nu alles botst en ont wricht wordt, is de opvoeding geen vol doende rem meer. 't Instinct heeft de overhand. Zou de opvoeding maar 'n aangeleerde gewoonte zijn? Er onder zit altijd 'n mensch z'n natuur. Door de omstandigheden kan die altijd aan de oppervlakte komen en in den tijd, dien we meemaken, zijn de eigenaardige om standigheden niet zeldzaam. Ik heb menschen, waarvan ik dacht, dat ze karakter hadden, zien breken als 'n stuk glas en menschen, die in de maatschappij als rechtschapen bekend stonden, zich ineens zien ontpoppen als verscheurende beesten." Hij hield even op, voldaan over z'n toespraak. Z'n toehoorders, de prins en graaf Madany, dachten er niet aan de klaarblijkelijke waarheden ervan in twijfel te trekken. Hij keek hen allen tegelijk aan met 'n blik van voldaanheid en hernam „Laten we 't geval nu eens practisch bekijken. Ik vat 't zóó op. 't Is natuurlijk maar 'n veronderstelling; we moeten zien, hoe de werkelijkheid zich voordoet. We staan voor 'n jongen, heeren, vol gens u niet alleen met 'n buitengewoon verstand, maar ook met 'n ontwikkeling in wijsgeerigen zin, als u wilt, die af is, dank zij z'n langdurige studies. Denkt u zich nu in, dat zoo iemand er ontzettend zwaar voor komt te zitten. En dat duurt zoo 'n maand of zes. Hij zit altijd in angst voor den dag van mor gen. Zoo was 't met hem. Hij heeft niets getrokken van den werkloozensteun, dat weten we, maar hij is wel gezien bij de soepuitdeelingen. Ik zeg 't nog eens, hij had niets te verliezen. Ik moet ver onderstellen, dat hij kennis had van de aanzienlijke waarde van uw steenen verzameling, meneer. Is 't onmogelijk, dat hij 'n gewaagd plan in elkaar gezet heeft 'n plan, waar ik nog niet achter ben, dat geef ik toe om dien buit te bemachtigen? Er is me 'n idee ingevallen." De prins en Madany keken elkaar aan. „Ja," hernam hij zelfvoldaan, ,,'t zou me niet verwonderen, als hij zelf in de Hodmezostraat en in de Gyomastraat gewoond heeft onder de vermomming van theoloog Rakos. De portiers geven aan, dat hij groot was, mager en oud voor z'n jaren. We weten, dat iemand zich gemakkelijk 'n oud uiterlijk kan geven. Hoe heeft hij de steenen weggehaald! Dat hoop ik te vinden. Natuurlijk heb ik nooit de fabel geloofd van die gevonden portefeuille, van die verhuizing en van die duizend kronen fooi. De waarheid is veel eenvoudiger. Die jongen heeft 'n flater begaan. Hij heeft z'n hand uitgestoken naar 'n verzameling, die te mooi is, waarvan alle stukken, of bijna alle stukken, overal bekend zijn. Hij kan er niets van te gelde maken zonder zich te verraden. Wat doet hij nu? Hij blijft voorloopig voor 'n ander werken, ofschoon in 'n draaglijke posi tie, en door 'n bloot toeval komt hij waarachtig op een plaats, waar iemand hem 't minst zou zoeken, namelijk in 't huis van den naasten bloedverwant van 't slachtoffer, die op den koop toe de rijkste man van 't land is en dien hij nu met z'n Latijn aan 't inpalmen is. 't Is 'n gladde vogel. Ik kom maar één gegeven tekort: de manier, waarop hij gestolen heeft. Maar ik kom er achter, heeren, daar ben ik zeker van. Ik zou er m'n hoofd op zetten, dat Daniseheff de dief is." „Ja, meneer de officier," zei de prins droevig, „dat schijnt allemaal te klop pen." Madany zei niets. Hij keek voor zich uit, met afwezigen blik. „Er moet een eind aan komen," zei Martok op nog meer gezaghebbenden toon dan tevoren. „Ik wil nog geen rucht baarheid geven aan dit vooronderzoek, maar ik zal geen rust hebben, voor Dani seheff achter de grendels zit. Ik ben 'n beetje bang, meneer, wat misbruik te hebben gemaakt van uw welwillendheid ik heb voor vanmiddag de portiers van de Hodmezostraat en de Gyomastraat, die dien zoogenaamden Rakos gezien hebben, opgeroepen om ze met uw secre taris te confronteeren. Ik zou ook graag enkele personen ontbieden, die hem gekend hebben voor hij bij u kwam, en ik heb onder anderen gedacht aan graaf van Karysch, maar is ky in 't land? „Ik denk van wel," zei Zoltan, „ik ben vanmorgen langs z'n kasteel

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 34