DE SCHEPPER DER MAGINOT LINIE GORDEL VAN STAAL EN BETON ksÉsJS-jl De machtige vestingwerken, die Frankrijks grenzen naar de oostzijde verdedigen, ontlee- nen hun naam aan André Maginot, die als gewoon soldaat in den vorigen oorlog in het Fransche leger diende. De verwoestingen, die de strijd op Fransch grondgebied had aangericht, hadden Maginot tot het inzicht gebracht, dat een eventueel volgende oorlog zich niet meer op Fransch grond gebied moest afspelen en dat er dus middelen en wegen moesten gevonden worden om Frankrijks grenzen op de meest kwetsbare plek, het oosten, afdoende te beschermen. Het resultaat zijner berekeningen en overpeinzingen was het grootsche, machtige scheppingswerk, dat zich van Zwitserland tot Luxemburg uitstrekt en algemeen bekend werd als de Maginot-linie. Toen hij in de na-oorlogsjaren minister van oorlog werd, kreeg hij zijn kans om zijn idee te verwezenlijken en samen met Painlevé had hij rust noch duur voordat hij zijn meening omtrent Frankrijks noodzakelijke verdedigingsmid delen had doen zegevieren. Zijn herhaalde waarschu wingen aan het Fransche volk „Wij moeten sterk blijven. Wij moeten niet schermen met onze degens, maar ze evenmin over onze knieën breken" vonden weerklank en verwezenlijking. Hij was een van de meest op den voorgrond tredende figuren tijdens de Ruhr-bezetting en een onverbiddelijk voorvechter van alles wat hij voor Frankrijks veiligheid onver mijdelijk achtte. Hij was het ook die, later als minis ter van koloniën, den bouw van sterke fortificaties bepleitte in de overzeesche gebieden en den aanleg aldaar van machtige reservoirs, waaruit het moeder land in tijd van nood naar wensch zou kunnen put ten. Hij leefde juist lang genoeg om de uitwerking van zijn project in volle bedrijvigheid te kunnen zien. Meer dan eens kwam zijn presidentschap der republiek ter sprake, maar zijn sterk getinte over tuiging scheen hiervoor telkens een onoverwinnelijke handicap te zijn. Ook van phvsiek oogpunt gezien, was hij een zeer merkwaardig mensch, met zijn lange, uitstekend geproportionneerde gestalte van ongeveer een meter tachtig en zijn expressief krachtig gelaat. Alleen een nauwelijks merkbaar trekken van het eene been herinnerde aan de wonden, die hij in den vorigen oorlog had opgeloopen. Daar hij nog altijd een voet grooter bleek dan de meeste generaals en officieele persoonlijkheden, stak zijn figuur op alle vergade ringen en conferenties steeds domineerend boven die van alle anderen uit en werd ieders blik onmid dellijk getrokken door de ernstige, sympathieke ver schijning van den man die, begonnen als eenvoudig poilu, zoo'n merkwaardige en snelle loopbaan achter den rug had. Zijn persoonlijke moed en dap perheid bezorgden hem in den wereldoorlog de sergeansstrepen en na ettelijke, zelfs zware, verwondingen de militaire medaille. Een onderschei ding die overigens alleen werd uitgereikt voor opval lende daden van moed en opoffering. Bij Verdun werd hij zoo zwaar gewond dat hij uit den militairen dienst werd ontslagen. Wat overigens voor hem heele- maal geen beletsel bleek te vormen om zich aan den dienst van zijn vaderland te wijden. Maginot behoorde tot de meest populaire figuren van Frankrijk, vooral bij zijn soldaten. Daar hijzelf een lekkerbek was van het eerste gehalte, zorgde hij er als minister van oorlog voor dat de poilu's het beste kregen van wat er te krijgen was en als hij een inspectietocht maakte, liep het onderzoek steeds en onveranderlijk weer over hetzelfde onderwerp: hoe is het eten? Zijn zorg voor de oudgedienden en invalieden won hem de achting en de liefde van de VERBLIJF Soldaten VERBLIJF OFFICIEREN Diesel motoren voor luchten UCHT. soldaten verblijf naar de SLAAPZALEN :Telephoon bureau administratie Hospitaal verplegings art. ONOER&RONDSCHE spoorweg VERBINDING Ammunitie opsla®, plaatsen André Maginot, die in 1914 den oorlog inging ale een voudig poilu, doch wiens dapperheid en onversaagdheid hem tot de hoogste posten leidden, die Frankrijk aan zijn zonen te geven had. militairen van eiken rang en stand, voor wie hij. hetzij als minister van oorlog, hetzij als minister van koloniën, enz. steeds het beste probeerde te bewerk stelligen. Maar de grootste roem, die zijn herinnering ten deel is gevallen en die hem in Frankrijk en daar buiten een onvergankelijke onsterfelijkheid heeft bezorgd, is en blijft ongetwijfeld zijn grootsch, ook in het buitenland zoo hoog geprezen scheppings werk: zijn Maginot-linie. Hij overleed op 7 Januari 1932 aan een hartaanval, nog voordat hij zijn werk tot een goed einde had kunnen brengen, maar hij wist dat het in veilige handen was en dat Frankrijk niet zou blijven staan op den weg, dien het onder zijn stuwenden drang was ingeslagen. Zijn idee is realiteit geworden. De gordel van staal en beton is verrezen, die gordel, waarvan de bezetting de ken schetsende speldjes en teekens draagt met de woor den: „On ne passé pas"; hier komt men niet voorbij. Dat was het doel van André Maginot, wiens geniale ver vooruitziende geest Frankrijk een wapen probeerde te schenken, dat een waarborg moest zijn voor zijn veiligheid. Ofschoon het niet gemakkelijk is zich precies een denkbeeld te vormen van deze merk waardige verdedigingslinie, die de Maginot-linie heet, geeft deze duidelijke door snede, vervaardigd door een Engekchen teekenaar naar hem verschafte gegevens, toch een mij stérk idee van de ingewikkelde technische en andere problemen, die bij het bouwen van dit machtig werk een voorname rol heb ben gespeeld. De Maginot- linie, die tot voorbeeld heeft gediend voor alle militaire versterkingen, die de laatste tien jaren in Euro-pa zijn ontworpen, heeft het voor deel van een natuurlijke lig ging en slingert zich, haast onzichtbaar van boven ai, als een gevaarlijke gordel van Zwitserland tot Luxem burg. Versterkingen, pantser koepels en blokhuizen rijgen zich aan en in elkaar als onderdeélen van een enormen ketting, die zich niet alleen voortplant aan de opper vlakte, maar zich vooral ondergrondse}) uitdiept tot machtige wegen, galerijen, pleinen, spoorwegen, enz. waarvan onze door sn ede een sprekend beeld geeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 5