Een paar minuten CREME MOUSON 4c$iMnAtict! best/ onderhuid sche werking 27 Maar je moet aan dat gezegde geen belang hechten. Daniseheff heeft 'n verzorgde opleiding genoten, dat is niet te ontkennen, eu wat eigenaardig zou kunnen lijken bij 'n chauffeur, is dat in 't geheel niet meer bij iemand van zijn stand." Hij sprak met 'n soort van goedmoe digheid. Maar Jan keek hem aan met verbazing, alsof hij hem voor den eersten keer zag en er zette zich 'n diepe rimpel tusschen z'n wenkbrauwen. „Zooals je wilt," bromde Zicki. „En 't ijzeren kistje, dat ze in z'n kamer ontdekt hebben, heb je dat ook verge ten*" Van Karysch keek met vooruitgestoken lippen recht voor zich, als iemand, die in z'n geheugen zoekt, maar niet vindt. „Maar natuurlijk," hernam de andere, „je hebt er me zelf over gesproken en je hebt zelfs op 't belang van die ont dekking gewezen voor 't onderzoek." Er kwam opschudding onder 't ge hoor. Daniseheff had onweerstaanbaar 'n rilling gevoeld. Hij had daar dien ouden, verwoeden keffer voor zich, ge reed om te bijten, maar vooral voor den ander voelde hij plotseling een hevigen angst in zich opkomen. Danischef voelde nu ineens de dreiging van dat wilde beest vol geheimzinnige kracht, dat on beweeglijk rustig z'n prooi afwacht, die hij dichter en dichter naar zich toe laat komen. „Ja, werkelijk," zei Van Karysch met neergeslagen oogen en op 'n toon van onverstoorbare welwillendheid, „ik herinner 't me, maar ik zeg je nog eens, dat heeft niets te beteekenen. Daar moet je geen belang aan hechten, Zicky. Volgens mij zaten daar niets anders in dan familiepapieren of wat spaargeld. Trouwens, is dat kistje niet teruggevon den?" voegde hij er achteloos aan toe. „Neen," zei Martok plots, „er is geen kistje gevonden. Maar Daniseheff zal 't ons zeker wel kunnen laten zien, of minstens zeggen, waar 't is. Dat zou in derdaad 'n belangrijk stuk bewijs zijn." Alle blikken waren met groeiende nieuwsgierigheid op hem gevestigd. Hij zat kalm te rooken. In die houding lag wel iets gewilds, maar er ging toch 'n onmiskenbare indruk uit van dat voorname en belangelooze, dut over hem lag, van zijn sobere gebaren, van z'n gelaat, hard als steen, waarin alleen z'n oogen leefden als twee lichtende agaten. „Och, jongeman," zei Martok met 'n onverwachte beminnelijkheid, „ik begrijp u, maar u kunt niet gelooven, hoe dat kistje me interesseert. Ik zou willen weten, wat er van geworden is. Hebt u 't zoekgemaakt, verkocht, aan een of anderen vriend toevertrouwd?" 'n Gedeelte van 'n seconde bleef de band, die de sigaret vasthield, beweging loos. „Zoekgemaakt, meneer." „Dat is eigenaardig," zei de officier, vol aandacht naar 't plafond kijkend. „We zullen dus nasporingen moeten doen. Die zullen misschien niet al te lang duren overigens." „Misschien niet," zei Jan koel. „Wilt u, dat we 't laten halen!" Wat toen gebeurde, sloeg de aanwezi gen met verbazing. De sigaret was op tafel gegleden en om zich 'n houding te geven streek hij met z'n hand over z'11 hoofd, zonder te bemerken, dat hij z'n haren in de war bracht en er 'n groote blonde lok over z'n slaap viel. „Zooals u wilt," zei hij eindelijk. De stem van Martok klaroende als 'n bazuin „Goed, vriend, in orde, in orde! Ik zal dadelijk ni'11 orders geven, dat is maar 'n kwestie van 'n oogenblik, want ik zal u niet. langer verzwijgen, Daniseheff, dat ik weet. waar dat kistje is. Ja, ik weet alles. Redenen, die iedere man van eer zouden begrijpen, hebben me tot nu toe weerhouden iets over dat punt te zeggen. Die onthulling zal onvermijdelijk ernstige gevolgen met zich meebrengen, maar u hebt 't ge wild. U. Daniseheff voelde zich allen moed ontzinken. Hij begreep 't niet, maar had 't gevoel, dat de strikken van 'n uitge werkt, geheim komplot om hem werden toegehaald.... Hij moest ten minste Lila redden. „Laat 't niet halen," murmelde hij radeloos. „Maar. „Laat 't niet halen, 't is niet noodig.... Ik ben de schuldige. Laat 't niet ha len. En woord voor woord kwam 't er uit, alsof 't uitspreken er van hem telkens den adem ontnam „Ik heb de edelsteenen gestolen. Dan liet hij met '11 zucht, die klonk als 'n snik, z'n hoofd in z'n handen vallen. De ontroering in de oogenblikken, die volgden, was nog pijnlijker door de be klemmende stilte, die er hing. Toen ging de deur open en Madany kwam binnen. „Kom, meneer, kom vlug." riep de officier hem toe als buiten zichzelf. „U komt op 't juiste oogenblik. Da niseheff heeft zooeven bekend." Zoltan stond aan den grond genageld. „Heeft Daniseheff bekend?" her haalde hij. „Kijkt u maar," zei de officier, wijzend naar den jongen, die voorover op de tafel lag. „Ik begrijp er niets van, meneer. Er moeten hier dingen gebeurd zijn, die naderhand zullen opgehelderd worden, want hij is absoluut niet in den diefstal van de steenen betrokken." „En hij bekent," riep Zicki uit. ,,'n Vergissing," zei Madany weer, ,,'n vergissing of 'n misverstand, of 'n leugen zelfs, als u wilt. Dat zal later onderzocht moeten worden. Voor 't oogenblik „Meneer," zei de officier van justitie, „u kunt spreken, maar vergeet niet, dat er buiten z'n eigen bekentenis ver pletterende getuigenissen tegen Dani seheff bestaan. Er zal om hem vrij te pleiten wat anders noodig zijn dan woor den in de ruimte of sentimenteele be schouwingen." „Dat begrijp ik goed," zei Zoltan zon der z'n kalmte te verliezen. „TT zult wel niet denken, dat ik zoo naïef ben om 11 met 'n kluitje in 't riet te willen stu ren. Ik was aan m'n steenen gehecht, meer dan aan wat ook ter wereld, en om die steenen gaat 't, meneer. Maar ik houd vol, dat Jan Daniseheff niet schul dig is, want de schuldige zit daar!" Tegelijk wees hij naar Van Karysch. Men hoorde uitroepen van veront waardigde verbazing. Jan had z'n hoofd opgericht; „Je bent, gek," zei de graaf. Z'n oogen vlamden in z'n bleek gezicht. „Hoe durf je. „Ik ben niet gek," antwoorde Madany zachtzinnig. „En als ik spreek, dan is dat, omdat ik bewijzen heb. Jij moest me toch beter kennen, Otto Hij ging bij hem staan, bijna zoo dicht, dat hij door z'n arm uit te strekken hem had kunnen aanraken. „Ik heb je verdacht van 't begin af," vervolgde hij met 'n zware, bevende stem, die eigenaardig klonk in de tragi sche stilte van de luisterende vergade ring. „Jij,Otto,en niemand anders! Maar ik kon of mocht niets zeggen, omdat ik geen bewijzen had. Maar nu heb ik ze. allemaal, versta je? Achter die deur staat de electricien, dien jij hebt betaald voor 't uitschakelen van den stroom in 't VERVOLG OP BLADZ. 31 Een [>et - een scheepje en hij voelt zich kapitein Maar als hij later „groot" geworden is, zal hij dan ook „kapitein" kunnen wor- den-ol zal hij „matroos" moeten blijven Maak hem bestand tegen de werkelijkheid van het leven. Geef hem nu niet alleen voIdoen- cle voedsel, maar vooral voedsel, rijk aan Vitaminen A en D. Geef hem Blue Band, de energie voeding, die krachtig engezond maakt, die hem helpt weerstand bieden aan ziekten, die stevige beenderen en een krachtig gebit voorhemvormt, diehemenergie enuithoudingsvermogenzal ge ven...voor „later." Geef hemBlue Band,rijkaan Vitaminen AenD. B.B.3-0141 Hoe U jong en begeerlijk blijft Celaatsbehandeling: Mas seert overvloedig niet Crcme Mouson zóó, alsof U rimpels en oneffenheden wilde wegvegen. Oogen behandeling: l)e huid om de oogleden heen, met Creme Mouson alleen aantippen, niet masseeren, niet wrijven. Kinbehandeling: Hoofd om hooghouden. 3 4 maal met Creine Mouson inwrijven en naar boven en beneden masseeren. Halsbehandeling: Meerdere malen nietCremeMouson inwrij ven en met de vlakke hand van de kin af naar beneden strijken. Met Creme Mouson bereikt U de diepstliggende lagen van de huid. De onderhuidswerk- zame stoffen van de creme versterken en spannen de huid, maken haar glad en geven haar van binnenuit nieuw leven. In enkele seconden zuigt Uw huid tie Creme Mouson op- zóó verlangt zij daarnaar. In enkele minuten heeft Uw huid een jeugdig frisch en zachtrose uiterlijk- zoo snel verbeteren de onderhuids- werkzame stoffen Uw huid. Deze natuurljke huidbehandeling met Creme Mouson geeft Ui die natuurlijke schoonheid, die men allerwegen I bewondert en begeert. met Generaal Vertegenwoordigers: F. L. Vollemans Zonen, Rotterdam. Utrecht, Amsterdam.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 27