heeft het druh Een Nederlandsehe onderzee boot op patrouittedienst langs de Nederlandsehe kust. Mijnen, aangespoelde mijnen, drijvende mijnen, parachute-mijnen geen dag ging er voorbij in de afgeloopen weken of dit gevaarlijke wapen, dat ook in zoo hevige mate de neutrale scheepvaart heeft getroffen, maakte slachtoffers. Door de 'stormen is bovendien een groot aantal op onze kusten aangespoeld of in onze territoriale wateren gesignaleerd en op de Nederlandsche kust wacht rust de moeilijke taak ze onschadelijk te maken. Vliegtuigen en mijnenvegers, trawlers en bat terijschepen patrouilleeren nacht en dag, visschers visschen „bloembollen" in plaats van haringen en tot nu toe is men er in geslaagd ernstige rampen te voorkomen. Hieruit blijkt wel, hoe goed onze kustwacht berekend is voot haar taak. Laten we hopen, dat het dezen moedigen mannen gegeven zal zijn onze schepen voor een catastrophe te bewaren. Watervliegtuigen worden het vliegkamp „De Mok" opgesleept. Een Kederluudsvlte mijnenlegger, met daarachter een tot mijnenveger omgebouwden trawler. Kobus Knor", de scheepskat van het batterij schip, wil en wandeling maken op fin der kanonloopen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 28