Lesfrange de
Wonderdoener
1
I
ANTON HUNINK
doot* Dr. A. J. Ct'onin
EEN EENVOUDIG
HUISMIDDELTJE
RHEUMATIEKKWALEN
EN LENDENPIJN
Nieuw
Reukwerende crème
STOPT op veilige manier
TRANSPIREEREN
ARRID 1- per pot.
18
Het ligt binnen Uw bereik, bet
geluk voor U te winnen dooreen
verzorgd, jeugdig friscb uiterlijk.
Gebruik Khasana Rouge en
Lippenstift, die Uw gelaat en lip
pen steeds jeugdige trisdiheid
schenken. - Beide zijn tegen weer
en water bestand en kissproof.
Voor een discrete teint: Superb,
voor een levendige kleur: corail
of carmin, voor een zongebruind
uiterlijk: Khasana-Soleil.
Fl. 1.45,1.05,-.90,-.45
Fl. 1.15, -
Generaalveregenwoordiging J. WINKEL JZN.,
Den Haag, Merwedestraat 47
WAT ZIT ER IN?
De waarde hangt af van hetgeen er
in zit Dat is zo bij een brandkast.
Dat is ook zo bij Gelderse Book-
worst. Wat zit er in Anton Hunink's
Gelderse Rookworst? Alleen de beste
ingrediënten, het fijnste vlees, de heer
lijkste kruiden. Vakkundig bereid vol
gens jarenlange ervaringen.
Door een bijzondere wijze van roken
een verrukkelijk zachte smaak.
Er zijn goede redenen voor, dat de naam
Anton Hunink op vleeswaren algemeen
wordt beschouwd als een garantie voor
ANTON HUNINK'! GELDERSE WORST
roep# mannen aan tafel
HOFLEVERANCIER - DEVENTER
In deze nieuwe eerie verhalen neemt de wereldberoemde
schrijver ons wederom mee naar het vriendelijke stadje
Levenford in Schotlandwaar de oude dokter Cameron
sinds eenigen tijd den jongen .arts dr. Hyslop in zijn
praktijk heeft opgenomen. Hij vertelt ons op meesterlijke
wijze van Hyslop's ervaringen met de bewoners van
Levenford, van hun moeilijkheden, kwalen en avonturen
en den strijd dien de jonge arts te voeren heeft tegen list, j
onwetendheid en bedrog. Deze verhalen zijn uniek in hein j
soort geschreven door een dokter die zich in de laatste
jaren buitengewone reputatie verworven heeft als auteur.
Dat Lestrange, marktkoopman en
kwakzalver. Levenford bezoekt,
heeft een wonder gewrocht. Maar
dat wonder kwam langs een vreemden
omweg tot stand; het geschiedde in tiet
hart van een vrouw; en het week ver
af van het resultaat, dat I,estrange
bedoeld had.
Jessie Grant, een weduwe, had een
tabakswinkeltje op den hoek van Wal
lace Street en Scroggie's Loan. Zij was
geen groote figuur eerder het tegen
deel. Ze had donker haar, van haar
voorhoofd strak weggetrokken en ze
kleedde zieli altijd zoo eenvoudig moge
lijk in zwart serge japonnen. Maar in
haar smalle, bleeke gezicht had ze een
uitdrukking, die je trof en neersloeg
een zekere wrangheid in den trek om
haar toegenepen lippen, en een gloed als
van vuur in de oogen onder haar don
kere wenkbrauwen.
Jessie was stug en eigengereid; heel
Levenford kende haar als een zure,
lastige vrouw, die geen gunsten vroeg
en geen gunsten schonk.
't Was maar een bescheiden winkeltje,
i donker en ouderwetsch, als een oude
apotliekerij, met een koperen weeg
schaaltje op de toonbank, rijen gele
trommels, en 'n stroeve, afgebladderde
deur, die „ping" zei, als je haar open
deed.
Achter het winkeltje had Jessie haar
huiskamer-keuken, bevattende een groot
aanrecht, eeri hangklok, twee teksten,
een spierwit geboende tafel, een paar
rechte stoelen en 'n lange, lage. paarden
haren sofa; en hiermee zijn alle meubelen
genoemd. Uit dat vertrek zelf leidde een
smalle trap naar de twee slaapkamers
boven.
Jessie's man was al twaalf jaar dood
I en begraven. Hij was een luie, onheb
belijke doeniet geweest, en had haar
achtergelaten met één zoontje, dat
Duncan heette.
Daarna had de verzuurde, teleur
gestelde vrouw hard moeten vechten,
om voor zichzelf en haar kind het brood
te verdienen; zij was daarin geslaagd,
maar was er nog bitterder door gewor
den.
Zooals ze in Levenford zeidende
wind woei altijd uit den verkeerden
hoek voor Jessie.
De manier, waarop ze Duncan op
voedde, was erger dan streng. Nooit
tintelde er een vonkje van genegenheid
in haar sombere oogen. Dorst iemand
haar daarvan een verwijt te maken, dan
had ze haar antwoord klaar: ze gooide
hem Ecclesiastes XII S naar het hoofd.
Duncan was veertien jaar geworden,
'n lange, magere jongen, uit zijn kracht
gegroeid, en een stille jongen, wan
trouwig en lichtgeraakt, maar aantrek
kelijk door zijn vriendelijk lachje.
Op school was hij de jongen geweest,
die de prijzen won. Hij had gevraagd,
of hij verder mocht leeren, onderwijzer
worden. Maar Jessie had met haar gewo
ne onverzettelijkheid geweigerd, dus was
Duncan van school gegaa n, en als nagel-
jongen op een scheepswerf gekomen.
Daar werkte hij nu een paar maanden.
Er werd over gepraat en het werd ge
laakt, dat ze den jongen zoo behandelde,
en zoo weinig moederliefde toonde,
maar Jessie trok zich nergens iets van
aan. Zij was altijd even zuur en knorrig
tegen Duncan.
Het spreekt vanzelf, dat zoo'n vrouw
zich weinig met dokters bemoeide -
dat verboden haar Spartaansche stel
regels en haar vaste vertrouwen in won
derolie en frissclie lucht.
Derhalve kwam Finlay Hyslop nooit
met Jessie in aanraking, vóór hij op een
lentedag een even verbazingwekkende
als onverwachte boodschap uit. het
tabakswinkeltje kreeg. Of hij komen
wou. Niet voor Jessie natuurlijk
voor Duncan: de wonderolie was zoo
waar in gebreke gebleven. En Finlay
was nog geen tien minuten in het don
kere slaapkamertje van den jongen, of
hij begreep, dat 't een heel ernstig geval
was.
Duncan's rechter enkel vertoonde een
sterke zwelling, een griezelige dikte, wit
en week, maar zonder sporen van ont
steking. 't Zag er leelijk uit; en 't was
leelijk.
Na een grondig onderzoek twijfelde
Finlay hoegenaamd niet meerde knaap
leed aan beentuberculose.
Finlay ging naar heneden en vertelde
't aan Jessie, en zei vierkant waar 't op
stond, want hij voelde, zich al geraakt,
doordat ze tegen hém zoo wantrouwig
deed en tegenover den jongen zoo koel
was.
„Hij zal een half jaar in de beugels
moeten," besloot hij kortaf. „En niet
werken volslagen rust houden."
Jessie antwoordde niet dadelijk ze
scheen ervan te schrikken, dat 't zoo
iets ergs was en riep toen uit
„In de heugels?"
Finlay hekeek haar van top tot teen.
„Ja," zei hij botweg. „En een beetje
oplettendheid en zorg van uw kant."
Dok hierop zei Jessie niets, maar zij
Vervolg op bladz. 20
tegen
Dit huismiddeltje tegen
rheumatiek, dat U zelf
kunt klaarmaken, zal U
snel verlichting van Uw
pijnen brengen. Het is
eenvoudig maar doel
treffend. Neem een
schoone flesch en ver
meng hierin, door goed te schudden,
85 gram terpentijn of. indien niet
verkrijgbaar, 85 gr. brandspiritus en
15 gram Rheumagic-olie (geconcen
treerd) die U beide bij Uw apotheker
of drogist kunt koopen. Een 15 grams-
fleschje Rheumagic-olie (geconcen
treerd) kost U maar 65 cent, dus met
de terpentijn of brandspiritus bent U
voor ongeveer drie kwartjes klaar.
Bevochtig de pijnlijke plaatsen met
de aldus verkregen olie. Vooral niet
wrijven of masseeren. Het geheim ligt
in de Rheumagic-olie, die 5 krachtige,
pijndoodende bestanddeelen bevat;
welke snel in de huid
doordringen. Het zal
U goed bevallen en
is zoo gemakkelijk klaar
te maken, dat het in
Wm/ elk geval de moeite van
het probeeren waard
KNIP DIT RECEPT UIT EN HAAL
HET VANDAAG NOG IN HUIS
e arm
1 Bederft de kleeding niet -
prikkelt de huid niet.
2 Is onmiddellijk droog. Kan
direct na het ontharen wor
den gebruikt.
3 Stopt het transpireeren ge
durende 1-3 dagen; neemt
den reuk weg.
4 Witte, vetvrije crème met
frisschen geur.
5 Beschermt Uw kleeding
tegen transpiratie-vlekken;
maakt sous-bras overbodig.
15 MILLIOEN potten Arrid werden reeds
verkocht Koopt nog heden een pot in
elke zaak, die toiletartikelen verkoopt.