'V 23 %R0TGAHj „Hoe bestaot, 't?" zegt Overstappie verbaasd. „Heb je die al lang hier1?" „Meegebracht, toen ik op'roepen werd," glundert Jilles. „Ik dacht: voor de winter ben 'k vast niet weer thuus!" U ziet, onze Jilles is blijkbaar op alle gebeurlijk heden bedacht, doch de rest van de sectie toont zich minder ingenomen met het vooruitzicht van een vorstperiode, „Je zal met (lie kou op wacht staan," zegt de motorordonnans. „Dan vrieze de oore van je kop." Jilles, die z'u schaat sen weer zorgvuldig inpakt, is bereid toe te geven, dat 'n wacht beurt bij strenge koude niet bepaald aangenaam genoemd mag worden. Maar overigens houdt hij wel van 'n echten ouderwetschen winter. „As 't ijs begint te houden, dan is 't bij ons 'n gezellige tied, man," vertelt hij, „dan staat heel Friesland oppe kop. Mien moeke is al achtenvieftig, maar die houdt 't niet achter de kachel uut, zeit ze. Die moet ook oppe skaats en dan maakt ze menig jongkerel beskaamd...." „Heb je wel 's mee- gereje in 'n elfsteden tocht, Jilles?" wordt er nu gevraagd. Ja, dat heeft Jilles en hij heeft den geweldigen tocht ook tot een goed einde gebracht. Maar dan begint hij weer over de wintersclie Kerst dagen van negentien- Jffles achtendertig. „Zoo'n Kerst krijge we nooit weer," zegt hij. „Mien heele famielje ben ik weze opzoeke. En ik heb ook nog '11 pries 'wonnen met hardrieden." „Da's folgende jaor afgeloope," voorspelt Over- stappie, „dan is 't uit met die frijgeselle-maniere. Dan mot .Tillessie wat fijn winkeltjes kijkeen pakkies sjouwe foor se vrouw." „As ie dan ten minste geen soldaat meer is," zegt Papkind nuchter. En daarmee zijn we weer tot ons uitgangspunt teruggekeerd. Hoe lang zal de mobilisatie nog duren? stappie. „En dat swarte bakkes stond jou óók moordaodig, Jilles. 't Kleurde soo goed bij dat mellekboerehondehaore kuifie fa.11 je." „Jou kanne omwaaie," zegt de brave Jilles kwaad. Vooral sinds hij van den Sint 'n potje pommade kreeg, is z'n kuifje zijn voornaamste trots. „Die Jilles, die Jilles," vermaant Dverstappie met 'n pruimemondje. „Sinds ie faste ferkeering heb, is ie '11 reuse lefsetter geworde. Mag jij soo bru- taol wese tegen 'n ïakteur eerste klas"?" niet DF, STEMMING BETERT! Daar zitten we nu. Bij de wacht wordt een lamp ontstoken en een mat schijnsel doet de wapens en helmen glimmen. Af en toe verschijnt de schildwacht in den lichtkring. Doornat is hij en het zal nog ruim 'n uur duren, eer de wachtparade hem en zijn kameraden van lmu plicht ontheft. „Peuk nog 's in de kachel, opa," verzoekt Papkind. Opa doet het rooster daveren en spoedig staat ons gezellig potkacheltje roodgloeiend. En dat mag ook wel. want er heeft deze week nogal veel uitrukkende dienst op het dienstbord gestaan en nu is het zaak onze natte bullen weer keurig droog te krijgen. Ons Sinterklaasfeest behoort weer tot het verleden, 'n Paar dagen hebben de Zwarte Pieten nog met erg groezelige gezichten rondgeloopen, maar nu komen ze langzamerhand weer op natuurlijke kleur. De spe culaas is op en thans wordt het tijd, eens over ons Kerstfeest te denken. Boomen hebben we genoeg, die hoeven we alleen maar om te hakken in ous bosek. „Bendes kaarsen moeten we hebben," meent korporaal Papkind, die zich weer spontaan met de regie gaat belasten. „En de heele kantine versieren we met hulst." „As d'r maar geen Kerstman met '11 blikke helm an te pas moet komme," zegt Opa, die 't hachelijk Sinterklaas-avontuur van onzen corpulenten kor poraal blijkbaar nog niet heeft vergeten. „Eer ze me wéér zoo mesjokke krijge. ver zucht Papkind. En met reden, want hij heeft minstens 'n week met '11 stijven nek rondgeloopen. „Hij sag d'r anders reuse lief uit.," oordeelt. Over- 00 dom als hij er uit ziel. 'Toen hij in Augustas werd opgeroepenheeft hij alvast z'n Friesnhe doorloopers meegenomen om. als t miezen gaat, te hunnen schaatsenrijden. Jilles wil van repliek dienen, doch Overstappie snijdt haastig 'n nieuw onderwerp aan. „Hoe sit dat. nou eigelijk," informeert hij. „Wan neer gao je trouwe, Jilles?" „As 't één April is," rijmt Jilles, en die onverwachte slagvaardigheid maakt ons even sprakeloos. Maar dan barst het tumult los. Er wordt weer ruzie ge maakt en dat is een goed teeken! De stemming komt er weer in. En waarom trouwens ook niet? Op het publicatie- bord hangen groote papieren met de verlofregeling voor de maancl December er op. Wie niet op beide Kerstdagen staat aangeteékend, kan met Oud en Nieuw naar huis. En volgend jaar zullen we wel verder zien „Kunde-ge uw harmonika niet 's efkes vatten, Jilles?" inviteert een zuiderling. Dat laat do Friesche musicus zich geen twee keer zeggen. Zichtbaar gevleid gaat hij z'n instrument halen. Papkind wil niet achterblijven en begint veelbelovend met z'n melk koker en geheimzinnige zakjes te prutsen. Stellig krijgen Ve weer 'n proeve van z'n onnavolgbare speciali teit: chocolademelk met '11 vanille- smaakje! 't Gaat gezellig' worden. Jammer genoeg moet. Overstappie ons thans verlaten, want per slot van zake is hij facteur en 't is de hoogste tijd eens te gaan zien of er bij de veldpost, wat voor hem te halen valt. „En dan segge se nog, dat '11 fak- teur 'n lijn heb," verzucht hij als hij z'n taseh omhangt. OVERSTAPPIE WORDT POPULAIR Gejuich gaat op als facteur Overstappie met z'n buit terugkomt.; er is veel post vandaag. In de taseh schuilt ook '11 verrassing, want als de facteur 'n erg dikke envelop in z'n hand houdt, blijkt dit stuk gericht te zijn aan den Weledelgeboren heer Overstappie! „Wat salie we nou liebbe?" vraagt de geadres seerde zich af, maar zijn verbazing stijgt nog, als hij den brief ontvouwt. „Hoe bestaot 't barst hij los. „Mot te jullie nou 'shoore, jonges! Ik mot 'n Kerstprijsfraog in me- kaor settel Foor 't weekblad Panorama!" „Dat ken goed wor den oordeelt Papkind, doch aan zijn toon is te hooren, dat deze uitspraak min of meer ironisch bedoeld is.' „Hiero!" verdedigt Overstappie zich. „Lees dan sellef!" Hij duwt den korporaal den briel in handen en dan blijkt, dat hij zich werkelijk niet aan grootspraak heeft schuldig gemaakt'. Inderdaad wendt de redactie van Panorama zich tot facteur Over stappie met het verzoek of hij voor het komende Kerstnummer een actu- eele prijsvraag kan ver zorgen. Drommels, de sectie is geweldig geïm poneerd „Tja," bluft Over stappie. „Je bent popu lair of je bent 't niet, hè? Kom op, jonges, allemaol meehelpe." Dan pakt hij 'n velletje modelpapier en begint verwoed te schrijven. Af en toe kluift hij eens op z'n potlood en dan valt hij weer verwoed aan. Achter hem verdringen zich z'n grinnikende kameraden, iedereen komt met ideeën. En onze lezers weten 1111 alvast, wat hun volgende week te wachten staat! Overstappie wordt aangezocht voor 't. verzorgen van de Panorama-Kerstprijsvraag. Zorg, dat u niet onder de inzenders ontbreekt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 23