Chlorodont Tandpasta Lestrange de W onderdoener Waarom deze Kwelling? Doe het zóó ƒ1.25 AmOm 26 Schuimend of niet schuimend •Het resultaat is altijd: mooie witte tanden Tube 25 cent. Groote tube 45 cent I HJ J. J LII 9 .Ji. Wi' Vervolg van bladz. 21 ZML-1 W 1 door de menschlievendheid in de diepte van zijn aard. En toen bij, bijna een maand later, op een Zaterdag in Juni, door Church Street liep, langs de Openbare Biblio theek, ontmoette hij Duncan weer, en met plotselinge hevigheid kwamen al zijn ingehouden gevoelens boven. De jongen kwam de bibliotheelj_uit daar had hij zijn weinige vrije uren door gebracht. want hij hield van boeken. Hij hinkte ontzettend. Hij dorst bijna geen gewicht op zijn rechterbeen te laten neerkomen. Er vormde zich een rimpel van treur nis in Finlay's voorhoofd. Hij bleef midden op het trottoir staan, vlak voor Duncan's voeten, en ondanks de frons klonk zijn stem vriendelijk. „Zoo, Duncan, hoe gaat 't?" vroeg hij rustig. Duncan had naar den grond loopen kijken. Verschrikt sloeg hij zijn oogen op, en toen hij den dokter zag, schoot er kleur in zijn bleeke gezicht. ,,'t Gaat wel, dank u, dokter." Ver legen zweeg hij. „Ten minste...." „Ten minste watt" „Nu, ik kan me roeren," zei Duncan bedrukt. „Ik ga alle dagen naar mijn werk. Maar. ik weet niet. Finlay echter wist 't wél. Hij bleef even kijken, hoe Duncan voorthaspelde over de straat, ging toen naar huis en begon tegen zijn ouden collega Cameron op te spelen. ,,'t Is een schandaal!" riep hij einde lijk uit, spinnijdig heen en weer loopend. „We moeten er iets aan doen. We kun nen haar toch zoo maar niet laten door gaan f 't Is te erg!" „Ja, 't is te erg," gaf Cameron lang zaam toe. ,,'t Is te erg, dat. we er niet tusschen kunnen komen." „We móéten er tusschen komen!" riep Finlay heftig. „We kunnen 't niet!" antwoordde Cameron hoofdschuddend. „Dat weet je heel goed. 't Is zijn moeder. We kunnen haar onze behandeling niet opdringen. Ze is hard en wreed tegen hem, dat weet ik hoe 't met hem gaat, kan haar geen steek schelen, zoolang 't haar eigen duisteren trots niet raakt. Maar daar hebben we niets aan. Je kunt je niet tusschen moeder en zoon dringen." Er volgde een lange stilte. Toen gaf Finlay zijn hart lucht, tusschen zijn tanden door. „Mooi stuk moeder! Ze geeft geen snars om den jongen, 't Is een smet op het woord moeder, Jessie Grant er mee te noemen!" En met een gebaar van smadelijke verachting liep Finlay de kamer uit en de spreekkamer in, om een flink glas koud water te drinken, als wilde hij den leelijken smaak uit zijn mond spoelen. Weer gingen er dagen voorbijen al praatte Finlay nog wel eens over het geval Duncan, als hij met Cameron al leen zat 's avonds, steeds meer werd hij door andere patiënten in beslag geno men. Hij kreeg Duncan niet meer te zien en hoorde niets meer van hem. Onder den druk van zijn werk verloor hij den jongen eindelijk geheel uit het oog. En toen, op een herfstavond, kwam Alex Rankin, een haveloos jongetje, dat vaak boodschapjes voor dezen en genen deed, aan het doktershuis aan bellen met een onverhoopte boodschap voor FinlayJessie Grant liet hem roepen. Stomme verbazing was Finlay's eerste reactie. Toen drong de ergerlijke her innering aan Jessie's venijnigheid en onredelijkheid in hem op, en nam hij zich driftig voor, niet te gaan. Maar daarna kwam de gedachte aan Duncan; die stemde hem milder, en bracht hem tot het besluit, zijn persoonlijke geraakt heid opzij te zetten en aanstonds aan den oproep gevolg te geven. Het was een donkere, buiige avond de hemel was afgeschermd met zware wolken, waar geen ster doorheen scheen. Toen Fiidav den hoek omsloeg én in Scroggie's Loan kwam, overviel hem de wind, zoodat 't hem moeite kostte, op de been te blijven. Jessie's winkeltje was gesloten, maar door het kleine raam met de vierkante ruitjes viel een zwak licht naar buiten. Hij trok met kracht aan de bel, die luid rinkelde in het schemerige inte rieur van het winkeltje, en dadelijk werd hij binnengelaten. Binnengekomen sprak hij niet, maar keek hij Jessie slechts aan. Zij stond stil voor hem, met een sjaal om, haar handen gevouwen; met een norsch en afstootelijk gezicht stond ze hem koel en strak in de oogen te zien. Eindelijk bracht ze uit „Ik had graag dat u even naar Duncan keek." „Dat dacht ik al." Hij zei het kortaf en vijandig, en hij had een gevoel, of ze even ineenkromp. Maar haar stem bleef stuursch en dwars. „Hij zeurt maar steeds over pijn in zijn been." Na een pauze kwam er, alsof de woorden uit haar keel werden ge-' trokken: „En hij schijnt niet veel zin te hebben om te loopen." Toen sloeg er iets uit den band in Finley's binnenste. Hij had haar kunnen slaan om haar onmensclielijkheid. „Wat dacht u dan anders?" riep hij woedend. „Heb ik u niet weken en maanden geleden gewaarschuwd, dat 't zoo gaan zou? Ik wist wel dat 't waanzin was, en ik heb u gezégd dat 't waanzin was, zooals u 't aanpakte, maar u wou niet naar me luisteren. U bent een ongevoelige vrouw en een slechte bloe der. U hebt geen sikkepitje liefde of hartelijkheid in uw heele lichaam. U geeft geen steek om uw jongen, 't Is een hemeltergend schandaal, zooals u hem behandeld hebt zijn heele leven; u moest u schamen. u moest niet weten, waar u u bergen moest van schaamte!" Weer ging die zwakke trilling door haar starre leden. Maar ze gaf geen antwoord op zijn uitval. Ze zei alleen, koel: „Wilt u misschien even naar hem kijken, nu u toch hier bent?" „Ja," schreeuwde hij, door haar ijzige onverschilligheid fel geprikkeld, „maar ik doe 't niet voor u. Ik doe 't voor hém, omdat ik hem graag mag, en omdat ik probeeren wil, of ik hem uit uw klauwen kan krijgen." Hij liet haar geen tijd om te ant woorden. Hij wendde zich af en liep de achterkamer in, waar Duncan lag. Jessie bleef stokstijf staan, waar zij gestaan had, en nog steeds stond haar gezicht vertrokken en zonderling wezen loos. Hij bleef lang achter, heel lang, maar nog steeds bewoog zij zich niet. Uw kind "komt aan door uit de lever van Heilbot. eef Uw kinderen gedurende het ^"^slechte jaargetijde Halitran, de gouden, welsmakende olie uit de lever van heil- Bespaar Uw kinderen het verdriet van weken lang te bed te moeten liggen ge bot, inplaats van levertraan. U bespaart durende het gure jaargetijde. hun dan den eiken dag terugkeerenden afschuw van levertraan en Uzelven de onpleizierige tooneelen. Eén gram Halitran bevat, zooals de on derstaande vergelijking .aantoont38000 int. eenheden vitamine A en 3500 int. eenheden vitamine D. Om deze hoeveel heid vitaminen te krijgen, zou Uw kind 12 lepels levertraan moeten slikken, waaraan het zoo'n hekel heeft. In de zonarme maanden, de maanden met een „r", hebben Uw kinderen de VITAMINE A vitaminen A en D hard noodig, opdat hun organisme de noodige kracht kan ontwikkelen voor den weerstand tegen besmettelijke ziekten, griep, verkoudhe den maar vooral tegen de zoo gevreesde Engelsche ziekte. Zooals U weet ont staat de Engelsche ziekte door gebrek aan vitamine D. Bescherm hen tegen het spook van de Engelsche ziekte, wier kenteekenen gedurende hun geheele verdere leven een voortdurende aan klacht tegen Uw plichtsverzaking zou den zijn. Versterk hun teere organisme. Geef hun Halitran, de gouden, welsmaken de olie uit de versche levers van de heilbot. Gemakkelijk in te nemen, licht ver teerbaar en 60 maal sterker dan gewone levertraan. bevordert den groei en geeft aan het lichaam het noodige weerstandsver mogen tegen ziekten in het slechte jaargetyde. VITAMINE D internationale ««nheden 7„0 Vitamine Vitamine 1 n VergeV»\ktng 38.000 "Halitran bevat por 0'am Levertraan bevat per grant De bereiding van Halitran geschiedt volgens een gepatenteerd procédé van Crookes Laboratories, Londen. Het vitaminegehalte wordt gegarandeerd. onmisbaar voor de vorming van been deren, tanden en kiezen en voor de bescherming tegen Engelsche ziekte en tandbederf. ■»n cjTTïïa Holitran wordt inge- jtHr nomen in druppels, op een schijfje sinaas appel, op melk, op suiker of een stukje brood. Flacon voor «en maand in alle Apotheken en Drogisterijen 60 maal sterker en ioo maal gemakkelijker in te nemen dan levertraan

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 26