s\\ ïerh Elastisch Kleurecht/ Echte Eau de Cologne r Daarna kwamen van Amerika de stopwetten tegen de vestiging van vreemdelingen. Ondertus- sclien wachtte onze Otto met gloeiend ongeduld op betere tijden. Om fortuin op te doen deed hij nog 'n laatste poging: hij vroeg de hand van m'n nichtje Lila van Sylvanië. Hij werd afgewezen. Onder den schijn van goed heid bracht hij toen hier Jan Danischeff binnen, zonder evenwel bekend te ma ken, dat die z'n chauffeur geweest was. Hij had heel goed gezien, dat Danischeff 'n knappe kerel was, zoowel wat verstand ids uiterlijk aangaat. Hij gaf hem maar één opdracht mee; namelijk voor komend te zijn tegenover m'n nichtje, 't Is 'n waar mirakel, meneer de officier, dat die jongen zoo fijn van karakter ge weest is en niet geprobeerd heeft 'n kind. waar hij op die manier op opmerkzaam gemaakt was, te verleiden. Meneer van Karysch rekende op een mooi schan daal, waar z'n wraakzucht zich aan zou verlustigd hebben, want zoo'n duister karakter heeft hijbehoefte aan genot, en aan macht, en 'n haat op leven en dood aan wie hem weerstaat!" „Mooi zoo, Madany," klonk plotseling de stem van Van Karysch. ,,.Te had pro cureur moeten worden, wat 'n requisi toir! Je zou trouwens ook een tiptop detective geweest zijnIk had je werkelijk onderschat, ik dacht niet, dat je zoo'n verstand had...." Met 'n losse manier van doen, waar ieder versteld van stond, zette hij zich schrap. De korte inzinking, die hij ge voeld had, was hij te boven, 'n Vreemde kalmte teekende zich af op z'n bleek gezicht, waarin alleen z'n oogen en z'n tanden nog 'n glans hadden, die be vreesd maakte. „Bijna al uw redeneeringen kloppen," vervolgde hij. „Des te erger voor me. 't Schijnt, dat ik één fout gemaakt heb. Welke is dat?" „Dat je verhuisd bent uit de twee huizen tegelijk." zei Zoltan. „M'n detective heeft daardoor iets vermoed." „O! Had je 'n detective? Heb je dat niet alleen gevonden?" wierp hij er brutaal uit. „Ik dacht ook al. Maar Zoltan begon te lachen, zoo ver bluffend luid en helder, dat die spot er in wegzakte. Van Karysch z'n gezicht betrok. „Jij hebt je vergist in één punt," zei hij nog. „Ik heb de hand van Lila ge vraagd, niet omdat ze rijk was. maar omdat ik verliefd op haar was. 't Mag vreemd lijken, maar ik had 'n vereering voor dat kind. En toen ze me afgewezen had. was ik razend...." Hij schepte adem. „Daarenboven, van dien dag af voelde ik me als geteekend. Ik had nooit anders dan succes gekend. Ik had geen vertrouwen meer in mijn fortuin. Dat heeft me om zeep gebracht." Hij draaide z'n hoofd naar Danischeff. „En jij hebt den theoloog Kakos ver huisd! Daar heb ik geen minuut aan getwijfeld. Ik had jou genomen, omdat ik 'n goed voorteeken had. In dat pakje namelijk, dat je me achterna gebracht hebt, zaten niets anders dan de Dau phin en de Hemelvuursteen, die ik juist aan dien schurk van 'n Natlianaël was wezen aanbieden „Jongen, jongen!" zei Daczy opeens, die z'n aandoening niet meer meester was. 'n Zenuwachtig lachje ontsnapte aan de menschen rond de tafel. Van Karysch zplf glimlachte flauw. „Ik heb de partij verloren," zei hij droomerig. ,,'t Is jammer." Hij bedwong zich. „Ik meen te begrijpen," zei hij tot. Madany, „dat je de juweelen, die naar Engeland verhuisd waren, terug hebt. Je kunt de andere vinden in de houtkist op m'n kamer, onder 'n hoop houtblokken." Hij keerde, zich naar Danischeff. „U moet niet verwachten, meneer, dat ik me tegenover u ga verontschul digen. LT of ik, ik had liever gehad dat u 't geweest was. Trouwens, u hebt meer aan me te danken dan u denkt. Hij liet 'n akeligen lach hooren. Toen zweeg hij plotseling. Martok had 'n teeken gegeven. Twee politie-agenten traden naar voren. Van Karysch liet zich meevoeren zonder iets te zeggen. XXVII De prins van Sylvanië ging zitten in den leeren stoel met besneden houtwerk, den leunstoel, dien hij verkoos boven alle andere, en met 'n zucht van verlichting liet hij zich achterover glijden. Eindelijk had hij z'n bibliotheek met haar gewone stemming van vroeger weer terug. Eindelijk waren ze weg, al die menschen, die z'n leven en z'n werk waren komen storen en er al dat verschrikkelijke in gebracht hadden. Nog doolden de her inneringen aan dien vreeselijken tijd door de gangen en de zalen van z'n kasteel, maar de atmosfeer werd zoetjes aan weer rustig, 't Leven zou z'n ouden gang weer gaan hervatten! In de biblio theek hing 'n ingetogen stemming van studie. De gordijnen waren neergelaten 'n zacht vuurtje straalde z'n weldadige warmte uit den grooten haardde groene kap van de lamp spreidde '11 aangenaam licht over de vermoeide oogen van den prins en over 't hand schrift van 't leven van koning Stepha- nus op tafel. De half volgeschreven bladzijde wachtte op de hand, die voort zou werken. Twee kloppen vielen op de deur en zonder antwoord af te wachten stapte Zoltan naar binnen. De oude Karol ontving hem met 'n glimlach. Na de schokkende gebeurtenissen der voorbije dagen was de bewondering, die hij z'n neef toedroeg, nog toegenomen. Madany ging rustig zitten. „Oom," zei hij zonder inleiding, „zoudt u mij als secretaris willen hebben?" De prins keek verrast op. „Als secretaris? Maar. natuurlijk, maar. je weet wel. Danischeff..." „Danischeff zal misschien aan 'n ander leven denken, oom." en van oudsher gewaardeerd geschenk. Millioenen dames en heeren houden van de Eau de Cologne „Rood Farina Merk", omdat haar reuk zoo heerlijk, sterk en zuiver is. Ze wordt samengesteld uit de edelste geuren, vol kracht en aroma, opwekkend en frisch, getrokken uit planten onder een zuidelijken zon gerijpt. Ze maakt den geest helder, wakker en frisch. Eeuwen lang is deze Eau de Cologne bekend en stelt men haar uitwerking op prijs. Even zoo lang biedt men haar zijn vrienden ten geschenke aan, wanneer men iets bijzonder fijns wil geven, dat toch niet duur is. In alle goede zaken kunt U krijgen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 30