\Z&ihcJk CREMEMOUSON 7 BESCHUIT Steeds meer yylCCl onderhuid sche werking 35 Er was even 'n stilte. „Ik veronderstel, dat je de bewijzen kunt leveren van wat je beweert," mom pelde eindelijk de oude kasteelheer. Sarviz glimlachte. „Geef me maar even den tijd, naar de spreekkamer te gaan. Ik heb daar op 'n prachtigen Renaissance-koffer, waar ik je m'n compliment over maak, Karol, 'n klein kistje laten staan, lang niet zoo mooi, maar steviger en gemak kelijker om te dragen. Daar zitten alle papieren in van m'n vriend Jan van Berniolles Eenige oogenblikken later stond 't kistje open tussclien de twee mannen op tafel. De bewijzen waren onweerleg baar. Sarviz gaf ter ondersteuning nog z'n verklaringen ten beste. De markies van Berniolles, Jan's vader, was getrouwd met 'n Hongaar- sclie uit 'n voorname familie, Hélène Zendbérény. 't Was 'n schitterend paar, allebei knap, innemend van karakter, levend in volmaakte verstandhouding, in 't bezit van 'n aanzienlijk vermogen. De markiezin had 'n paar trouwe men sehen uit 't dienstpersoneel meegeno men, namelijk Stephanus Danisclieff en Barbara Hungajaro, die de voedster was geweest van haar zoon Jan. Daarop kwam de oorlog. De Berniolles verloren er drie vierden van hun vermogen in. De markies stak de rest in gewaagde ondernemingen, waarvan men hem gouden bergen beloofde. Hij hoopte zoodoende voor z'n vrouw en z'n zoon 't vroeger vermogen terug te winnen. De ontgoocheling liet niet lang op zich wachten. Hij was niet alleen alles kwijt, maar zat daarenboven diep in de schuld, 't Ongeluk had hem geheel ontmoedigd en menschenscliuw gemaakt, hij begon vreemd te doen en vreemd te spreken, 't Was alsof er iets was stuk geslagen in z'n hoofd, 't Einde is geweest de dood in 'n toestand van zinsverbijstering. Voor z'n vrouw en z'n zoon was de slag verschrikkelijk. Maar ze waren moedig en hadden 'n diepe genegenheid voor elkaar. Alles wat hun overbleef werd verkocht om de schulden af te betalen en ze leefden arrn, maar altijd te zarnen. Hun familie, die hen in 't begin be klaagd had, vergat hen des te vlugger wijl ze zelf niet klaagden en vooral wijl geen van beiden de minste opmerking over den overleden markies duldde. Alleen 'n bejaarde oom dacht er aan Jan te laten trouwen met 'n meisje, dat 'n rijken bruidsschat mee zou brengen. De jongen gevoelde zich niet tot haar aangetrokken en weigerde, met 't gevolg, dat de oom zich beleedigd achtte. Kort daarna begon de markiezin te lijden aan een van die kwalen, die geen genade kennen. Zoodra ze haar toestand be sefte, kwam 't. heimwee over haar, de zucht naar haar vaderland. Haar zoon bracht haar er heen ten koste van zware offers en li ij «bleef haar oppassen tot 't einde toe. Ze had weer betrekkin gen willen aanknoopen met 'n nicht van haar, die, toen ze haar armoe en haar ziekte zag, vreesde lastig gevallen te worden om geld en haar harteloos van zich afstiet, 't Deed haar zoo'n verdriet en haar zoon was er zoo ver ontwaardigd over, dat hij zwoer nooit meer te trachten de banden met z'n familie weer aan te knoopeu. Hij hield woord. Z'n laatste spaarpenningen gaf hij uit voor de begrafenis van z'n moe der en zocht z'n kost te verdienen zon der op iemand, wie 't ook zij, 'n beroep te doen. Hij veranderde van naam, uit eerbied voor dien naam zelf en om te voorkomen herkend te worden. Z'n gedachte viel op den naam van 'n be diende, 'n ouden getrouwe van z'n familie, Danischeff. Maar 't was 'n zware tijd. Hij was gedwongen allerlei bezigheden, tot de meest vernederende, te verrichten. Hij leerde den geesel van de werkloosheid en den angst om den dag van morgen kennen. Toen hij Van Karysch hem 't voorstel hoorde doen als secretaris van den prins van Sylvanië in dienst te treden, geloofde hij aan 'n beschikking van 'n hoogere macht, hij dacht gered te zijn, hij dacht gelukkig te worden De prins van Sylvanië had dat lange verhaal met de levendigste belangstel ling aangehoord. Van tijd tot tijd had hij 'n korte vraag gesteld, 'n nauw keuriger inlichting gevraagd. Toen alles ten einde verteld was, vestigde hij z'n donkeren blik op z'n ouden vriend en gedurende 'n enkel oogenblik soheen hij te aarzelenten slotte sprak hij „Jij weet zooveel, Mathias. Weet je ook, dat m'n kleindochter op dien jon gen verliefd is?" „Ja," zei Sarviz ernstig. 'n Glimlach gleed over 't harde gelaat van den ouden man. „Wat je niet weet, is, dat nauwelijks 'n half uur geleden Zoltan Madany me de hand van Lila voor den jongen is komen vragen en dat ik geweigerd heb." „Heeft hij dat gedaan?" riep Sarviz met bliksemende oogen uit. „Ja, was hij op de hoogte van wat jij me juist verteld heb?" „In 't geheel niet. Om de waarheid te zeggen, ik heb hem misschien laten voelen, dat Jan van Berniolles van goe den huize is. Maar jij bent "de eerste, aan -wien ik de waarheid blootgelegd heb, Karol." „Hij is te werk gegaan onder 'n plot selinge ingeving," mompelde de prins. „Goede kerel! Romantisch, edelmoedig, altijd dezelfde. Dat neemt niet weg, dat ik z'n candidaat afgewezen heb, omdat hij geen naam had „Nu heeft hij er een,"zei Sarviz zacht. „Dat verandert alles," zei de grijsaard. Hij zag bleek, maar hij bleef rechtop zitten en onder z'n zware witte wenk brauwen vlamde 'n ongewoon licht. Er was 'n stilte. Toen zei de prins „Maar Lila en Zoltan hebben veel voor me verborgen gehouden, veel te veel. Hielden ze me dan voor 'n ouden man, die niets meer waard is? Daar hebben ze 'n straf voor verdiend. En die zullen ze hebben." „Wat ga je doen?" vroeg Sarviz ongerust. „Wees maar niet bang." De prins had 'n vel papier genomen. Hij wierp er vlug eenige regels op en liet 't naar z'n kleindochter brengen. Daar na ging hij met Sarviz voor den schoor steenmantel staan, waarop 'n pendule de uren wegtikte. „Over tien minuten, Mathias, niet eerder, kun je hun je openbaringen gaan meedeelen," zei hij ondeugend glim lachend Sarviz keek hem met bezorgdheid aan, maar stelde geen vragen, daar hij van te voren wist, dat 't nutteloos zou zijn. En de twee mannen bleven stil zwijgend staan voor den gouden slin ger, die de seconden vol angst aftelde met dezelfde regelmaat als waarmee hij weldra de seconden vol vreugde zou laten wegrollen in den tijd. XXIX Zoltan was bij Lila, toen haar 't I briefje van haar grootvader werd over handigd. Met 'n koortsachtige haast j maakte ze 't open. Ze liet 'n gil. Ze zag doodsbleek en haar oogen stonden hard en zwart. Zoltan, stomverbaasd, rukte haar 't papier uit de handen. Er stonden slechts enkele woorden op, gevolgd dooi de handteekening van den prins. huisvrouwen maken het tot haar goede ge woonte, aan de ontbijt en koffietafel steeds een plaats in te ruimen voor de smakelijke, voedzame MET EEN ALBUM-PLAATJE Hier i» een recept van luillioenen mooie vrouwen! t\/asseert 's morgens en 's avonds Uw ge zicht en hals met Creme Mouson. Dagelijks verbetert Uw huid zich en is weldra jeugdig en schoon als nooit tevoren. Creme Mouson blijft niet als een laagje op de huid achter en maakt haar niet vet. De oliën, vetten en andere werkzame bestanddeelen, die deze creme bevat, dringen door tot in de onderste weefsels van de huid en verfraaien haar van binnenuit. In deze onderhuid- sche werking ligt de waarde van Creme Mouson. Creme Mouson kleeft niet en maakt niet vet; niemand bespeurt het gebruik. Behan delt Uw gezicht derhalve meerdere malen per dag met Creme Mouson, in ieder geval 's morgens, 's avonds en voor U uitgaat. Wilt U een overtuigend bewijs? Masseert dan eens de eene helft van LV gezicht inet Creme Mouson, en vergelijkt 11a enkele minuten. Dan bemerkt U het beste, hoe schoon, jong en frisch Uw huid wordt door het gebruik van Creme Mouson met onder- huidsche werking. j net VERVOLG OP BLADZ. 39 Generaal VertegenwoordigersF. L. VoUemans Zonen, Rotterdam, Utrecht, Amsterdam.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 35