ilr
„•Ta. Lucy Trentham was een knap meisje," ging
de ander niet een gedempte stem voort. „John Tho
mas leerde haar kennen, toen hij in Lauerdale op
kantoor kwam bij den eigenaar van de Tattershal
Manege. Hij bezat een aangenaam uiterlijk, goede
manieren en een gezonde dosis ambitie. Ze waren dol
op elkander en als ze Zondags afscheid namen, telden
ze met een bezwaard hart de uren, die hen nog van
een volgend weerzien scheidden.
De jongeman lachte even: een weemoedig lachje,
dat Philip opnieuw nieuwsgierig maakte, wie hij toch
mocht zijn.
„De zeden waren zestig jaar geleden heel anders
dan nu, moet u denken," ging de ander voort. Zij
zagen elkander slechts eenmaal in de week. Zondags
ging hij haar gewoonlijk halen voor een wandelrit en
als dan de avond gekomen was, duurde het weer een
lieele week, voor zij elkander opnieuw ontmoetten.
Het leek hun altijd een onoverkomelijke tijd toe en
vooral voor hém gingen de dagen veel te traag. Kunt
u begrijpen hoe een man, die zóóveel van een meisje
houdt, er later toe kan komen alle (lroomen ruw te
verstoren en zijn gegeven woord te breken.
Die vraag was rechtstreeks tot Philip gericht, die
haar echter slechts beantwoordde met een onrustig
gebaar.
„En toch handelde John Thomas zoo," vervolgde
zijn bezoeker. „Op zekeren dag, slechts een paar
maanden voor hun trouwen, ontving hij een "brief
van een zaakwaarnemer in Londen. Hij las dat hij
de rechthebbende erfgenaam was van een oud land
goed, Tintagel geheeten. Het was de nalatenschap
van een oude dame, die zich nimmer iets aan haar
familie gelegen had laten liggen en met wier bestaan
John Thomas tot dien dag volkomen onbekend was
aeweest. U zult dus kunnen begrijpen hoe verheugd
hij was; even verheugd als u zich thans moet voelen.
Maar helaas, die onverwachte erfenis bracht hem
geen geluk, zooals ik reeds zei. Zij wekte twee slui
merende ondeugden in zijn hart: hoogmoed en eer
zucht. Een meisje van geringe geboorte als Lucy
Trentham kon moeilijk een geschikte partij meer
heeten voor een landheer van Tintagel, die van ouds
her een zetel in het Lagerhuis had ingenomen. Zij zou
een ernstig struikelblok vormen voor de schitterende
carrière, die hij zich droomde. En zoo geheel was hij
bezeten van zijn hoogmoedige droomen, dat het hem
nauwelijks strijd kostte haar op te geven. Maar hij
was te laf om het haar te zeggen en zijn wantrouwen
de voorzichtigheid weerhield hem ervan het haar te
schrijven. Wie weet hoe zoo'n brief later nog eens
Zondag» ging hij huur gewoonlijk Inden voor een wa
tegen hem uitgespeeld kort worden!
Hij zou haar eenvoudig negeeren;
als zij hem niet meer zag en niets
meer van hem vernam, zou zij
spoedig genoeg zijn bedoelingen
begrijpen en hem vergeten.
„Helaas," hernam de onbekende
jongeman, terwijl hij met een ver
moeid gebaar over zijn oogen streek.
„Lucy Trentham was een van die
vrouwen, die niet kunnen vergeten.
Evenmin begreep zij zijn stil
zwijgen. Hij was vertrokken zondet
afscheid en een paar weken later
vernam zij pas van zijn erfenis.
Maar zelfs toen dacht zij nog geen
kwaad van John Thomas. Haar
hart bewaarde zijn vurige beloften,
de herinnering aan zijn kussen en
aan zoo menig feeder uur, dat ook
hem onvergetelijk zou blijven. Eer
zou de wrereld ophouden te bestaan,
dan dat John haar ontrouw zou
worden. Vandaag of morgen zou
hij onverwacht verschijnen en haar
een verklaring geven voor zijn
vreemd zwijgen. Maar vergeten zou
hij haar niet en nog minder ver
smaden.
Maar de dagen verstreken de een
na den ander en elke dag ontnam
haar iets meer van haar lang ge
koesterde illusies. Slechts één hoop werd haar nog
gelaten: een hoop, die haar vervulde met angst, maar
die nochtans de laatste stroohalm was. waaraan haar
liefde en vertrouwen zich vasthielden. John moest
ziek zijn, ernstig ziek, zoodat hij haar zelfs niet
schrijven kon. En na tal van slapelooze nachten
nam zij een kloek besluit voor een meisje uit die
dagenzij zou J olm Thomas op gaan zoeken
Het reizen was toen niet zoo eenvoudig als thans.
Treinen waren in deze afgelegen streken van Corn
wall nog onbekend. Tintagel lag slechts honderd kilo
meter van Lauerdale verwijderd, maar het was win
ter en de wegen waren bedekt met sneeuw. De dili
gence deed een heelen dag over dien afstand en zoo n
reis ging met tal van bezwaren gepaard. Maar tegen
de moeilijkheden zag zij geen oogen blik op; ik geloof
dat zij zelfs te voet zou zijn gegaan, als er geen andere
gelegenheid was geweest om er te komen.
Het was op den morgen van den dag
voor Kerstmis, dat zij vertrok. Een strenge
winterdag als deze. In zichzelf gekeerd
en met een hart vol bange verwachtingen
aanvaardde zij de reis. Bovenop een reis
koets, die niet de minste beschutting bood
tegen weer en wind. Zij huiverde van kou
en haar hart schreide van angst en ver
driet, maar onderweg begon de hoop te
herleven, dat zij zich voorbarig zorgen had
gemaakt. Het was een lange, martelende
dag voor haar twijfelend hart, maar ein
delijk was de lange reis afgelegd.
In het dorp bestelde zij logies voor de
volgende dagen en tegen acht uur in den
donkeren avond sloeg zij den eenzamen
weg in naar Tintagel. En daar kreeg zij de
lang verbeide zekerheid, die een einde
maakte aan al haar droomen. Want John
Thomas liet haar de deur wijzen met de
boodschap, dat- hij haar niet kon ont
vangen, maar haar spoedig zou schrijven.
Die boodschap opende eindelijk haar
oogen voor de trouweloosheid van den
man, in wien zij tegen alle twijfel in nog
was blijven gelooven en hopen. Het was
of er iets in haar brak en schreiend ging
zij den weg terug naar het dorp.
De vreemde bezoeker bracht een hand
voor zijn oogen en bleef langen tijd zwij
gen. Philip's onrust w as nog toegenomen
en om zich een houding te geven, stak
hij zijn rechterhand in zijn zak. Tusschen
zijn vingers voelde hij een kreukelig papier
en toen hij zijn hand weer te voorschijn
bracht, ontdekte hij dat het een brief was.
Zijn vingers beefden plotseling zoo erg,
dat hij den brief liet vallen en de jongeman
tegenover hem bukte zich, 0111 hem op te
rapen. Schijnbaar onwillekeurig wierp hij
eeii blik op het adres. Het was ge-
Met een hart vol bange verwachtingen aanvaardde zij de reis
schreven met een fijne, geoefende meisjeshand.
„Van een meisje," zei de vreemde, terwijl hij
Philip den brief overgaf.
„Jawel," antwoordde Philip met een wrang glim
lachje.
De ander knikte. „Er zijn meer Lucy's in de
wereld," hernam hij somber. „En de eerzuchtige en
hardvochtige geest van een John Thomas zal wel
nooit sterven in deze wereld. De Lucy. wier geschie
denis ik u verhaal, was ook niet de éérste vrouw, die
aan een ongelukkige liefde bezweek.
„Bezweek?" schrok Philip op.
„Ja, klonk het zuchtend. „Zij bleet twee dagen
in het dorp; Zondags reden de diligences niet, be
grijpt u? Zij wachtte, met een gebroken hart en
schreiende oogen. E11 nog was de maat van haar el
lende niet vol. Want toen zij twee dagen later weer
onderweg was naar huis. verongelukte de diligence
door het breken van een as. De postillon en de koet
sier moesten drie uur loopen met de paarden, om een
andere koets op te halen. En al dien tijd, ruim een
halven dag lang stond zij daar met de andere reizi
gers in het eenzame landschap, waar tot in wijden
omtrek geen huis te vinden was, te wachten. Tegen
een wegwijzer, dien men u nog kan t-oonen en op een
dag als dezen, even koud en in de sneeuw. Het waren
niet veel menschen, die daar stonden en zooals over
al, waar menschen samen zijn, waren er die zich ge
lukkig, en anderen, die zich ongelukkig waanden.
Maar hoe ongelukkig anderen ook mochten zijn,
Lucy Trentham was de ongelukkigste van allen. En
daar en op dien kouden dag ving haar lijdensweg
aan. Want daar deed zij de ziekte op, waarvan zij niet
meer beter wilde worden
Er speelde '11 grimmig lachje om de lippen van den
vreemden jongeman. „Ik zei u reeds dat Tintagel
John Thomas niet gelukkig heeft gemaakt, Philip
Chester. Het spook van Tintagel verontrustte zijn
leven, beweerde ik en u lachte erom. Vroeger, vóór
John Thomas zijn erfenis aanvaardde, had Tintagel
geen spoken gekend. Er hadden altijd rechtschapen
menschen gewoond, die trouw bleven aan een gegeven
woord en die tot geen prijs bereid zouden zijn geweest
het beste en mooiste in hun eigen leven en in dat van
anderen op te offeren aan hun eerzucht en hoogmoed.
Maar John Thomas was geen rechtschapen menscli.
Toen liij zich op die manier van het meisje had
ontdaan, dat zijn eerzuchtige droomen in den weg
stond, ontwierp hij zijn plannen voor de toekomst.
Met ijver en volharding begon hij te studeeren, hij
maakte verre reizen om zijn gezichtskring te ver
ruimen en int-usschen zocht hij zich vrienden te
maken in den nieuwen stand, waartoe hij was gaan
belmoren. Zijn aangename manieren maakten het
hem gemakkelijk zijn doel te bereiken en vijftien jaar
later zag hij zijn onvermoeibaar streven met het
eerste groote succes in zijn leven beloond. Dit district
koos hem tot lid van het Lagerhuis en nu richtte hij
zijn blik verder en hooger. Hij was toen nauwelijks