MET KERSTMIS
NAAR HUIS
het practisch zijn,
twee verschillende
casaques te nemen
bij het ééne plooi
rokje. Practisch zou
het eveneens zijn,
de eene blouse van
wat gekleeder ma
teriaal, zooals zijde
of een niet ouwe
lijk lamé, te ne
men, zoodat het
pakje ook geschikt
is voor feestelijke gelegenheden.
Tèn slotte een pretentieloos avond
jurkje, dat hier in zwart fluweel op
zwart soepel vallend satijn gedacht
is, maar dat voor een jong meisje met
nog veel meer succes van een heel klein
ruitje., of van een lichte kleur in twee
nuances gemaakt kan worden.
De combinatie van warm wijnrood
fluweel op een rok van een vreemd tur-
kois satijn deed het uitstekend op een
recente show.
Zij, die studeeren of een werkkring hebben buiten
haar eigenlijke woonplaats, gaan met Kerst
mis zoo eenigszins mogelijk naar huis! Het
weekend-koffertje wordt ditmaal met bijzondere
zorg gepakt, daar de garderobe, behalve op lange
winter-wandelingen, ingesteld moet zijn op gezellige
familiebijeenkomsten, voor sommigen op officieele
bezoeken, en voor anderen zelfs een gala-jurk zal
moeten bevatten. Dit betreft de jonge meisjes, die
niet meer thuis zijn en haar oude vrienden en kennis
sen nog slechts hoogst zelden zien, bij welke gelegen
heid ze graag haar beste beentje voorzetten om een
goeden indruk te maken. Daarbij zijn ze verstandig
genoeg om te weten, dat haar grootste charme een
voud is; vandaar dat ze het beste doen met het
„gekleede hoedje" maar tot later uit te stellen.
De breton van ons eerste plaatje onderscheidt
zich van zijn soortgenooten door een zeer bijzonderen
modernen bol. Plaatje nummer twee brengt een
aantrekkelijk geheeleen stoffen mantel met beschei
den garneering van ocelot, dat met succes door elke
andere kortharige bontsoort, zooals nutria, seal of
persianer vervangen kan worden, met een daarbij
passenden matelot en een even modern als practisch
ton-mofje. Een dergelijke garneering plus attributen
kan met succes uit een oud bontmanteltje ge
maakt worden. In Parijs zou een jonge dame dit
pakje nog completeeren met een paar halfhooge
laarsjes van hetzelfde bont.
Nu volgt een uiterst flatteus mantelpakje van
warm bruin fluweel: een kwieke, korte klokrok en
een jasje met de zoo moderne Russische mouw, die
echter gevaarlijk is voor figuren, welke niet bepaald
slank te noemen zijn.
Het jurkje van het vierde plaatje stamt uit het
eenige Parijsche huis, dat uitsluitend ingesteld is op
de kleeding van het jonge meisje. Natuurlijk zou