hl* ïailM'ni 22 DOOR WILLEM VAN WA ESBER CHE De vader, Karei Bunschoten, was te verstandig en misschien ook te gemakzuchtig om zich in die vreemde opvoeding te mengen. Hij was gefortuneerd en hield van lekker etenhij hield ook van jagen en maakte, thuiskomende van de jacht, graag een dutje. Dan snurkte hij wel een beetje erg luid, maar daaraan was zijn vrouw, na twintig jaar huwelijksleven, al lang gewend. Ook dien ochtend had liij in het boscli boven Yelp een stuk wild geschoten en meende hij recht te hebben op een middagslaapje. Toen het tijd werd voor zijn glas warmen wijn, werd hij vanzelf wakker. Hij geeuwde eens en begon te spreken. Daarbij keek hij naar het vlammende haardvuur, dat meer behaaglijke warmte gaf dan zijn koelschoone wederhelft. „Liefste," zei hij op een toon alsof het een ge woon en vaak behandeld onderwerp was, „liefste, onze Charlotte is nu negentien jaar; het wordt tijd, dat we een geschikte partij voor haar zoeken. Voor een meisje van haar leeftijd en haar schoonheid is het 't beste, dat ze zoo gauw mogelijk verloofd en getrouwd is." Mevrouw Sophie zat een jEERSTEj oogenblik sprakeloos; de wijze t VERVOLG en bedachtzame woorden van haar echtvriend hadden haar volkomen venast. Toen ze zich eenigszins van den eersten schrik had hersteld, trok ze van leer gelijk een tijgerin die haar welpen bedreigd ziet. „M'n beste Karei," zei ze, „ten eerste is onze Tiarlotte veel te jong om aan trouwen te denken ze zou best nog een jaar of vier, vijf kunnen wach ten. En ten tweede is ze heelemaal geen schoon heid. Zie eens, wat van mijn lieve zuster is terecht gekomenDie was wél mooi en nog jong toen ze trouwde; amper eenentwintig. Ons kind is een onbeduidend persoontje en als een man haar aan kijkt, dan is het hem alleen maar om den bruids schat te doen. Dat staat trouwens al lang voor me vast. Charlotte een schoonheid? Hoe kom je er bij? Ze is bleek, alles behalve slank en zoo schuchter als een ree. Wat kan ze? Een beetje viool spelen en zingenDaarbij maakt ze Fransche verzen, die geen verstandig mensch leest. Nee hoor; het is beter, dat ze haar onbeduidendheid voorloopig hier verbergt." Ondanks zijn gemakzucht en zijn verlangen naar lekker eten, was Karei Bunschoten een wijs man. Bovendien; in twintig jaar huwelijksleven had hij het karakter van zijn vrouw leeren doorgronden. Hij wist dus precies, waarom ze zich nu tegen een huwelijk van Charlotte verzette. Sophie genoot indertijd namelijk toen ze vijf entwintig was de reputatie van de mooiste jonge vrouw van Arnhem en omstreken te zijn. De tra gische dood van de zuster had haar gedrongen tot een verbeten reserve tegenover alle mannen. En eerst veel te laat toen ze de dertig reeds gepasseerd en getrouwd was speet het haar, het leven niet ruimer te hebben genoten. Later, toen haar dochtertje opgroeide en zich ont wikkelde tot een jonge roos, hoopte ze in stilte, dat Charlotte wraak zou nemen voor haar en de over leden tante. Ja, ondanks haar tot in den treure her haalde vermaning: „Charlotte, je kunt niet één man vertrouwen," had ze gehoopt, dat Charlotte ongehoorzaam zou wezen en een aantal mannen harten zou breken. Ze zou in dat geval de wenk brauwen gefronst, maar. in stilte genoten hebben. Nu Charlotte echter letterlijk gehoorzaamd en nooit met diepere gevoelens naar een vreemden man gekeken had, voelde zich de moeder teleur gesteld. Haar teleurstelling werd minachting. En ten slotte kreeg ze de overtuiging, dat Charlotte te onhandig en te weinig zelfbewust was om een man te bekoren. Karei Bunschoten wist dit en hield er rekening mee. „Liefste," vroeg hij, „is die buitengewone be scheidenheid van onze Charlotte zoo verwonderlijk? Jij bent zelf zóó zeldzaam mooi, dat je je niet kunt voorstellen, dat er nog andere knappe vrouwen of meisjes zijn. Ik geef graag toe: ons kind is niet erg slank en bok een beetje bleek. Maar ze is pas negentienover twee, drie jaar zal ze er heel anders uitzien. Ze heeft een mooi. regelmatig gezichtje en haar oogen zijn even prachtig als die van jou. En geloof me: zoo'n compliment maak ik nooit aan andere vrouwen „Beste Karei," viel ze hem scherp in de rede, „zet dat huwelijk maar uit je hoofd en wees dank baar, dat je in deze slechte wereld een dochter hebt. die je. op je ouden dag zal steunen. Wat kan een man als jij nog meer verlangen?" „Een half dozijn kleinkinderen!" riep Karei Bunschoten nijdig en stond op om in den tabakspot op den schoorsteen zijn gouwenaar te vullen. Een bittere glimlach speelde om den mond van Sophie. Kleinkinderen! Eigenlijk had haar man gelijkde roes van jeugdige liefde gaat in het huwelijk gauw genoeg voorbij en wat dan overblijft kan in het beste geval wederzij dsche hoogachting en waardeering wezen. De bekroning van het huwelijk wordt echter gevonden in kinderzegen. Trouwt een vrouw echter te laat, zooals zijzelf deed, dan wordt ook de kans op een rijken kinder zegen gering. En als ze nu niet het tragische voor beeld had van haar zuster. „Liefste," hernam Karei Bunschoten, na weer bij den haard te hebben plaats genomen, „ik weet heel goed. dat je zuster het erg ongelukkig getroffen heeft. Maar mag je daarom alle mannen veroordeelen En hoe kom je op het idee, dat een man naar ons kind zou kijken enkel en alleen om haar bruids schat? Stellig, er zijn slechte mannen, maar die vormen een uitzondering op den regel. Ik las laatst in een boek, dat men in Peru een merkwaardig soort bergschaap heeft ontdekt; een zoogenaamde alpaca, dat in zich de naturen vereenigt van een schaap en een geit. Bij de mannen en de vrouwen is het precies eender. Wie van ons is vohnaakt? Jij, m'n liefste, bent een alpaca en ik "ben er ook eenwe hebben allemaal onze goede en onze kwade kanten. Laten we hopen, dat we voor ons kind een volmaakt goeden man vinden. Maar indien op zijn karakter een kleinigheid aan te merken viel, dan zou dit slechts menschelijk wezen Mevrouw Sophie kon zich niet langer beheerschen. „Wat zegje, Karei Bunschoten? Ben ik een alpaca?" Ze beefde van verontwaardiging. „Welnu, Bun schoten, ik herhaal: niet één rijk man zal ooit naar onze Charlotte omkijken. Krijgt ze aanzoek, dan zal het wezen van een man, die het op haar geld heeft voorzien. En zoolang ik nog één alpaca-woordje kan meespreken, zal een dergelijk huwelijk door mij worden belet. Zoek voor je dochter een partij, wien het niet. om haar geld te doen is; in dat geval zal ik de zaak misschien nog eens overwegen. Vind je niet zoo'n partij, dan zal ik ons kind de teleur stelling besparen die ikzelf heb moeten onder vinden." Ze liep rood van drift naar de deur en sloeg die hard achter zich dicht. Karei Bunschoten kreunde. „Teleurstelling," mompelde h.ij, schudde het hoofd en nam zijn lectuur over het Peruaansche schaap „alpaca" weer op. Sophie beklom de trap naar de eerste verdieping om te zien, wat de meisjes uitvoerden. Want Charlotte had juist een vroegere vriendin van kostschool te logeeren. Ze heette Lucie Herringa en scheen een engeltje van ingetogenheid. Maar sinds den merkwaardigen uitval van haar man, had Sophie zelfs geen vertrouwen meer in ingetogen meisjes. Ze wilde nu weten, wat die twee daar boven bespraken en verheugde zich niet weinig, de deur van Charlotte's kamer op een kier te vinden. „Lotte," riep de heldere stem van Lucie Her ringa, „ik ga trouwen met luitenant Bakels. Ik vind het heerlijk! Zijn inkomsten zijn niet erg hoog, maar de eerste jaren kunnen we ons bescheiden inrichten. Hoofdzaak is, dat hij mij liefheeft en ik ook van hem houd." Mevrouw Sophie luisterde met angst en vreeze naar de manier, waarop Charlotte op dit sluipend vergift zou reageeren. „Lucie," klonk het vermoeid terug, „jij bent nu eenmaal anders dan ik. Jij wilt trouwen, best! Ik verlang slechts rust en stel me tevreden met mijn boeken en mijn viool. Ik vertrouw geen enkelen man; krijgen ze de kans, dan bedriegen ze je allemaal. Ik heb de brieven van mijn tante Charlotte gelezen op verzoek van moeder heb ik ze allemaal over geschreven. Welnu: uit die brieven blijkt overduide lijk, dat niet één man te vertrouwen is." Voor Sophie Bunschoten waren deze woorden een weemoedige, voldoening. Het was als de voldoening van een ouden krijgsman, die zijn zoon geleerd heeft, steeds braaf op te passende zoon gehoorzaamt en groeit op tot een man, die geen vlieg kwaad zou doen. Maar in het diepst van zijn ziel ware het den vader toch heerlijker geweest indien de zoon eens ongehoorzaam geweest was en flink met zijn kame raden gevochten had. „Dom kindje," klonk nu weer de stem van Lucie Herringa, „dacht je heusch. dat boeken en muziek je op den duur voldoening kunnen schenken? De man hoort bij de vróuw en de vrouw hoort bij den man. Dat was al zoo ten tijde van Adam en Eva en zal wel nooit veranderd worden. En mag jij nu alle mannen verafschuwen omdat toevallig je tante ongelukkig in haar huwelijk was? Je beweert, de mannen te wantrouwen. Maar wat weet je eigenlijk van hen? Je bent van je leven nog nooit anders dan op een meisjes-bal geweest. En ik verzeker je. Sophie Bunschoten wilde juist als een engel dei- wrake tegen Lucie optreden, toen hoefgetrappel op het grintpad haar aandacht trok. Ze liep naar het venster aan het einde der gang en snelde toen terug naar de kamer van haar dochter. „Charlotte," riep ze, „beneden staat de kales van baron van Heusden! Ga gauw naar de keuken en zeg tegen Mina, dat dadelijk ververschingen naar de huiskamer gebracht moeten worden. En Mina moet ook de logeerkamer in orde brengenkomt de baron hier, dan blijft hij meestal een nacht logeeren. De koetsier kan in de keuken eten en Janus moet de beide schimmels van den baron op stal brengen." Ze ging haastig naar beneden om Van Heusden te ontvangen. De vriendinnen waren nauwelijks alleen, of Lucie begon uitbundig te lachen. „Lotte," riep ze, „nu zie je wat er overblijft van de fraaie theorie van je moeder! Je moet de mannen wantrouwen! Je moet ze op een afstand houden, ha, ha, ha! Dat vertelt je moeder. En wat doet ze? Ze valt bijna over haar rok om Van Heusden zoo gauw mogelijk te begroeten! Terwijl toch ieder weet, dat hij indertijd de grootste bon-vivant van Den Haag was. In plaats van de deur voor hem te sluiten, laat je moeder te zijner eere het vette kalf slachten. Lottekind, wees toch verstandig: kijk de mannen frank en vrij in de oogen. En als je een aardigen. knappen jongen ontmoet, trouw dan met hem. Geloof me: je zult er meer pleizier van hebben dan van al je boeken!" Charlotte keek haar met een medelijdend lachje aan. „Lucie," merkte ze op, „je vertelde straks, dat je met luitenant Bakels gaat trouwen. Maar wat doe je als hij later je hart breekt?" „Mijn hart breken?" schaterde Lucie. „Dat ge beurt nooit! Ik zal wel zorgen dat Bakels altijd van me blijft houden." „Hoe speel je dat klaar?" „Weet je dat niet?" lachte Lucie. „Kindje, kindje, wat ben je nog naïef! Iedere vrouw kent immers het geheim om een man voor altijd aan zich te binden!" Charlotte kende het geheim nietze was er zelfs niet nieuwsgierig naar. En dus ging ze naar de keuken 0111 met Mina een en ander te bespreken voor het diner. Inmiddels betrad haar moeder den salon. Baron van Heusden, die nog steeds als een (lei- rijkste edellieden van Gelderland gold, was nooit geheel de reputatie kwijt geraakt welke hij in zijn onstuimige jaren had verworven. Wat Sophie Bun schoten betreft: ze zou misschien minder streng over hem hebben geoordeeld, indien niet de zoon, die in Parijs studeerde, thans dezelfde reputatie genoot als vroeger de vader. Werd volgens Sophie - een kind met voldoende strengheid opgevoed, dan kon zooiets nooit gebeuren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 22