T
Een Mohammedaansche vrouw wandelt langs den oever
van de rivier Narenta, welke door het stadje Mostar
stroomt, de vroegere hoofdstad van de Hereegowina.
Ferdinand, de Oostenrijksche troonopvolger, door
den student Prineip doodgeschoten, hetgeen de aan
leiding was van den wereldoorlog 1914-1918. Als we
het stadje thans eens van nabij bekijken, herinnert
weinig meer aan dit werelddrama; slechts een
koperen plaat wijst u de plek, waar deze historische
moordaanslag plaats vond. De Turksche beschaving
en godsdienst hebben in deze landstreek diep
wortel geschoten.
Het is al kleur, en klank, en geur en beweeglijk
heid: rust en vrede zijn in Serajewo ver te zoeken.
Niet, dat de mensehen onvredelievend zijn, maar
zelfs hun prettige gastvrijheid uit zich volgens onze
begrippen ietwat te luid. Zelfs de 300 moskeeën,
welke dit stadje rijk is, met hun sierlijke alhoewel
hier en daar wat bouwvallige minaretten, werken
niet kalmeerend. Nabij de moskeeën heersekt e n
schreeuwerig drukke handel in kleurige stoffen,
vaatwerk en etenswaren. Deze oostersche opge
wondenheid is nogal bedrieglijk een vlotte be
diening is ver te zoeken.
Als we in een klein, groezelig eethuisje een maaltijd
bestellen, beteekenen de wilde discussie over de
spijzen en de drukke gebaren van den eigenaar niet,
dat we dezen maaltijd nog voor zonsondergang op
tafel zullen zien verschijnen. „Allah is groot, en als
hij wil. zal het gebeuren, en.... eerder niet!"
Men kan niet zeggen, dat de inwoners van Sera
jewo trotsch zijn op de
rol, die hun stad in den
wereldoorlog gespeeld
heeftDit werd mij dan ook
duidelijk aan het verstand
gebracht door een op
gewonden meneer in ra
felige kleeing, die de ove
rigens sympathieke eige
naar van 'n naburigTurksch
koffiehuisje bleek te zijn.
De Zwarte Bergen
Een beetje angstig wordt
het in Montenegro. Hier
mede is niet bedoeld, dat
de bewoners van deze streek
gevaarlijke typen zijn, die
elk oogenblik met dolken
en pistolen en geweldige
snorren van achter berg
wanden te voorschijn ko
men om de niets kwaads
Fruitmeisjes in hun schil
derachtige costuwms op de
markt te Zagreb.
vermoedende toeristen overhoop te schieten. Dat
niet, maar er hangt over de Crna Gora de Zwarte
Bergen van Montenegro iets vreesaanjagends, iets
bedrukkends. Toch, als men deze primitieve men
sehen met vriendelijkheid tegemoet komt, en vooral
veel glimlacht, indien het u aan woorden mocht
ontbreken, zijn ze zeer gastvrij en gul. Ze noodigen u
hartelijk uit, mede aan te zitten rond den pot, en met
uw vingers boonen uit de gekoelde olie te visschen.
Montenegro heeft een nationalen dichter, Petrovic
Njegus, die in hooge eere wordt gehouden; zijn
gebeente rust op den top van den Lovcen, een met
eeuwige sneeuw bedekten berg, gelegen in de buurt
van de hoofdstad Cetinje. Deze hoofdstad is eigenlijk
een dorp, met zandwegen in plaats van straten. De
hoofdbezienswaardigheid is een oude kazerne, het
vroegere paleis van den Montenegrijnschen koning
Danilo, den opvolger van Nikita, die nog rechtsprak
onder den olmboom op het pleintje midden in de
stad.
Deze kazerne voert den zonderlingen naam van
..Bigliardo" Biljarten wel om de volgende
redenkoning Danilo was een man met veel kinderen
en excentrieke neigingen. Zijn kinderen bracht hij
onder bij alle vorstenhuizen van Europa, waar hij
om zijn excentriciteit een zoo niet zeer gewaardeerde,
dan toch zeer opvallende gast was. Koning Danilo nu
was dol op biljart spelen en wou zoo'n tafel bij zich
thuis hebben. Hij liet er een per boot uit „Europa"
komen entot groote verbazing van zijn onder
danen door zijn lijfgarde mijlen ver over de Zwarte
Bergen naar zijn paleis dragen. Sedertdien doopte
de bevolking het heele koninklijke paleis maar.
Biljart
Dubrovnik en zijn heilige
De blauwe zee klotst tegen de grijze bastionnen
van Dubrovnik (Ragusa). Deze prachtige toeristen
stad ligt aan den voet der Zwarte Bergen op een
schiereiland aan de Adriatische Zee. Door hooge
poorten in de geweldige muren komt men de hoofd
straat in, het „Corso" of de „Stradone", die de ge-
lieele stad van noord naar zuid doorsnijdt. Twee
poorten heeft Dubrovnik, aan elk waarvan een groot
klooster ligt: een Franciscaner en een Dominicaner
klooster. De stad was vroeger vol kloosters en kerken,
die' echter bijna alle door de groote aardbeving in
1667 verwoest zijn, evenals de votiefkerk op het
eilandje Lokrum. die was opgericht ter eere van
Richard Leeuwenhart, die hier op zijn terugtocht van
de Kruistochten, als schipbreukeling strandde.
Dubrovnik heeft vele legenden en een eigen hei
lige, St. Blasius, wiens naamdag elk jaar met muziek
en banieren gevierd wordtdan komen uit de bergen
de Montenegrijnen in hun nationale dracht naar de
stad en zijn de straten een wonderschouwspel van
kleuren en kringelt de wierook in de gouden zon. De
legende verhaalt, dat St. Blasius de stad gered heeft.
In 871 wilden de Venetianen de stad innemen. Op 'n
stillen, maanlichten nacht, terwijl de Ragusianen
rustig sluimerden, kwamen zij met hun schepen aan,
en waren juist op het punt te landen, toen zij boven
de stadsmuren een leger zagen trekken, voorafgegaan
door een baardigen bisschop, waarop de Venetianen
Het slot Dedinje, waar de koninklijke familie dikwijls
verblijf houdt.
vol schrik afdropen en de Ragusianen gered waren.
Het was St. Blasius geweest.
Dat er in de geschiedenis geen sprake is van een
rooftocht van Venetianen omstreeks dien tijd, dat
er geen verklaring bestaat, hoe die noordelijke
heilige naar het zuiden zou gekomen zijn, doet aan
de kracht der legende, noch aan de overtuiging der
Ragusianen afbreuk!
Het land
tabak
Midden in de bergen van Macedonië, de woeste,
meest onherbergzame streek van Joego-Slavië, ruischt
de Vardar door velden van tabak. Joego-Slavië heeft,
zooals alle zuidelijke Balkanlanden, die een stukje
van die tabaksprovincie te pakken konden krijgen,
een export van sigaretten.
En midden in die streek, die niet ontbloot is van 'n
soort romantische gevaarlijkheid, ligt het stadje
Skoplje (Uskub), als een voorbeeld van wat goede
wil en vastberadenheid maken kunnen van wat eens
'n vuile oude stad was, met onbegaanbare straten en
brokkelige huizen. In tien jaren is dit stadje van een
Turksch rooversnest in een universiteitsplaatsje
herschapen. Dit wil niet zeggen, dat het er al goud is
wat er blinkt. Daar is nog steeds de befaamde „Pit
Bazar" de vlooienmarkt midden in het ver-
europeeschte stadsdeel en ook de wilde herders uit
de Macedonische bergen onbreken niet. Gehuld in
dikke schaapsvachten, die zij 's zomers met de vacht
naar buiten en 's winters omgekeerd dragen, de
zware kappen over de glinsterende oogen getrokken,
en met hun lange baarden lijken zij op profeten uit
het Oude Testament.
Belgrado, hoofdstad van Joego-Slavië
Met een krachtiger, sprong belanden wij uit het
wilde zuiden in het kalme noorden, midden in Bel
grado, waar het „Iinamo vremena", wij hebben den
tijd, als een behaaglijk tapijt in de straten ligt. Bel
grado is gemoedelijk, met. vriendelijke menscken, die
veel glimlachen en zich langzaam bewegen. De stad
heeft nog haar ouden eigen stijl, al steekt ook hier en
daar een modern flatgebouw zijn starre lijnen in de
lucht. Overal zijn restaurants en eafé's, en tot, op de
straat staan de tafeltjes en stoeltjes met gezellig
kletsende mensehen. „Imamo vremena", wat er
morgen niet gebeurt, zal de volgende week wel klaar
komen. Toch zijn de inwoners westerlingen, maar ze
kunnen hun oosterscli flegma niet kwijt worden.
Alleen in den winter heerscht er een zekere bedrijvig
heid door de koninklijke hofhouding en de vele
officieren, die in Joego-Slavië een belangrijke plaats
innemen en bij de bevolking in hoog aanzien staan.
In den zomer is het er stil, want dan trekt alles van
eenige beteekenis uit de stad naar Bied, de konink
lijke zomerresidentie en het diplomatieke pronk-
villadorp, vlak bij de Italiaansche grens.
Eigenlijk komt men, als men met den oriënt-
expres reist, bij Belgrado den Balkan binnen. De
overgang gaat echter zonder al te groote schokken,
men stapt in den trein met een kopje thee en verlaat
hem met Turksche koffie. En dat is Joego-Slavië, een
land van moderne badplaatsen en Servische kloos
ters, van een fel bewogen geschiedenis en woeste
herders, die als monarchen in hun bergen heerschen,
het land, waar oost en west elkaar ontmoeten.