te Rotterdam liet prachtvolle schouwspel: Jacoba van Beieren,. De busvhwachter (BuusJ in yepeins verzonken Regisseur Henk Bood in een zijner creaties. Men heeft het nieuwe Bouwmeester-schouwspel, dat startte te Botterdam, den joligen titel „Jolijt" ge geven en jolijt komt goed van pas in dezen tijd. Een stampvolle zaal bewonderde dankbaar en op getogen deze nieuwe creatie van me vrouw Bouwmeester, die er weer glansrijk in slaagde den bezoekers 'n weelde van kleur en lijn, van dans en decors voor oogen te too veren. Het tafereel ..Jacoba van Beieren" is van een sprookjesachtige schoonheid. De weidsche feestzaal wordt bevolkt door rijkgekleede edclvrouwen en ridders, de nar vertoont zijn kunsten en door de gotische boogvensters ziet men een enorm ridderslot. Het sprookje van de verzonken stad „Beimerswaal" is een ander, niet minder fantastisch tafereel. Jolijt is voorts in overvloed aanwezig. Buziau dartelt door de scènes in daverende creaties. Zijn fantasie is onuitputtelijk en zijn geestigheden krijgen een verfijning, die men in een revue niet zou verwachten. Johan Kaart is een waardige en dol-komische partner. Aan alle medewerkers komt ten slotte een woord van lof toe, alsmede aan de muzikale leiders. Buziau als dictator f

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 10