OVERSTAPPIE
ZORGT VOOR SENSATIE!
i
B IJ ONZE
„JONGENS
TE VELDE"
mm
12
In t vischvvink eitje is feest, want het
gulle echtpaar is vijfendertig jaar ge-
tromvcf. Natuurlijk gaan we feliciteeren,
doch Overstappie zorgt ervoor, dat
liet feest n ongewoon slot krijgt
Jullie moete 's efkes luustere," zegt Jilles als de
sectie in alle vroegte kucli en boter heeft
ontvangen en zich gereed maakt voor een
ontbijt, dat, nu het 's morgens nog zoo donker is,
soms erg haastig uitvalt.
I' kent zoo langzamerhand onzen Jilles, den
braven Fries, die uit Tietjerksteradeel tot ons kivam
toen het mobilisatiebevel ons samenriep, 'n Veel-
prater is hij niet. Slechts als de sectie hem volgens de
regelen der kunst tracht te voeren", laat Jilles zich
tot breedsprakigheid verleiden en dan kan hij aardig
te keer gaan in zijn noordelijk dialect. Maar voor de
rest is hij weinig mededeelzaam. De sectie hoort dan
ook verbaasd op. nu Friesche Jilles zoo onverwacht
het woord neemt.
„Boerejilles heb seker naor gedroomd," veronder
stelt onze facteur Overstappie, die vervaarlijk in z'n
rantsoen boter spit.
Doch neen, de nachtrust van Jilles is geenszins
door droombeelden verontrust. Hij wenscht het
woord te voeren over een zaak van geheel anderen
aard. De kwestie is: Mientje's ouders zijn vandaag
vijfendertig jaar getrouwd.
„Nou gane ze feestvier'n," vertelt hij er bij. „En
Mientje heb 'zeid, ze rekene d'r thuus op, dat we
allemaal vanavond oppe koffie komm'n."
Wel verdraaid, dat zegt hij ons nu pas! Van pure
verontwaardiging verslikt onze corpulente korporaal
Papkind zich in z'n thee.
„Wat ben je toch 'u sloorne duikelaor, Jilles,"
spreekt Overstappie misprijzend.
„Waorom ség je daor nou niks
fan?"
Daar kan Jilles niet bij. Hij zégt
't immers?
„Maar véél te laat, grasneger!"
brult Papkind, die zich inmiddels
hersteld heeft. „Hoe moeten we
nou voor vanavond nog 'n feest
programma in mekaar zetten?"
'n Feestprogramma? Daar heeft
Jilles totaal niet aan gedacht.
„Da's nou echt weer Jilles," ver
zucht Overstappie. „Mientje d'r
ouwelui gaon jubeleeren en hij,
as schoonsoon sijnde, doet net of
se neus bloeit."
„Nou. skoonzoon," zegt Jilles
twijfelend.
„Ja, schoonzoon!" schreeuwt
Overstappie strijdlustig. „Dat had
je al lang kenne wese!"
„Dan zou ie toch eerst behoorlijk
d'r hand moete vragen," luidt 't
bezonken oordeel van Opa, die
nog van lichting '24 is.
„Tja, met pa sprekeu," valt onze
motorordonnans Rinus hem bij.
Hm, wat zal Jilles daarop zeg
gen? Veel voortvarendheid heeft
hij in deze kwestie niet betoond.
„As ie nog lang wacht, is de
inobelesaosie afgeloope en dan
swaoit ie as frijgesel af," voorspelt
Overstappie. „Je moet 'n beetje
optreje, Jilles! Of mot Mientje jou
soms fraoge?"
Hakkelend moet de brave Fries
bekennen, dat hij van Mientje's
kant weinig moeilijkheden ver
wacht.
't Is echter het gesprek met
pa, waartegen hij geweldig opziet.
Dan kan hij gelukkig 'n verdere
uiteenzetting ontwijken, want bui
ten wordt „vijf minuten voor appèl" geblazen-
„Hoe pa d'r ofer denkt, weet ik niet," onthult
Overstappie ons. „Maor ma heb d'r niks op tege. Dat
heb se me sellef ferteld."
„Dan komt 't best in orue," spreekt Papkind wijs.
Hij kent de vrouwen. En dan gaan we Jilles achterna.
Hoe moet het intusschen met liet feest? Gelukkig
is er vandaag „dienst volgens tableau", bestaande
uit veel theorie op de kamer, slechts nu eri dan listig
afgewisseld met 'n uur exercitie en gasdienst. In de
middaguren zijn we dus thuis en onder voorzitter
schap van korporaal Papkind komt de sectie vol
tallig bijeen, ten einde te beramen hoe 't jubileeren-
de echtpaar cp even passende als kunstzinnige wijze
gehuldigd moet worden. Papkind's deskundige leiding
waarborgt een vlotte afwerking der diverse agenda
punten, doch dan volgt een bespreking, die méér moei
lijkheden meebrengt: welk cadeau moet het echtpaar
hebben
DE MOEILIJKE KEUS
,,'n Kissie sigare," wordt er geopperd, '11 simpele
oplossing, die overal ter sprake komt, waar mannen
de keuze van geschenken bepalen.
„Daar heb de bruid niks an," wijst Papkind den
spreker terecht.
„Nogal wiedes," steunt Rienus hem. „Geef liever
wat voor 't huisliouwe."
„Seker 'n kolesckep!" hoont Overstappie. Doch
neen, een kolenschep heeft Rinus niet zoozeer be
doeld. Zijn gedachten gaan meer uit naar iets voor de
huiskamer, een staande klok of zoo
„Nou.zegt Friesche Jilles met veel waardee
ring. Dat lijkt hem nog zoo'n gek idee niet.
„Mot je Jilles link sien lache," insinueert Over
stappie. „Die denkt: as ik nog 's lef krijg en met
Mientje trouw, komt dat klokkie fanself in mijn
huiskaomer terecht!"
„Jou moete. stuift de brave Jilles op, doch
""'ÓM'.
Papkind weet door krachtig ingrijpen de orde te
bewaren.
„Geef ze 'n grammefoonplaat," wordt er nu ge
opperd, doch dit plan kan geen doorgang hebben,
aangezien men in het vischwinkeltje geen gramofoon
bezit.
,,'n Aquariumluidt 'n nieuw voorstel.
„Ze hebbe d'r al visch genoeg," meent. Opa,
,,'n Bokkewage dan!"
„Niks hoor, 'n paip," zegt 'n Noord-Hollander.
„Seker 0111 belle te blaose," grinnikt onze facteur.
„De baos rookt alleenig maor swaore sigaore."
„Nou, wat heb ik gesegd?" triomfeert de voor
steller der sigaren. „Late we tóch maar '11 kissie van
vijftig geve."
En zoo zijn we dus weer op het uitgangspunt onzer
besprekingen aangeland. U ziet, gemakkelijk is het
niet
„Geef ze ieder 'n gasmasker," zegt een landsver
dediger met zin voor actualiteit.
„Reuse praktisch kedo." prijst Overstappie.
„Maor '11 paor mooie rolschaotse mot je óók niet uit-
flakke."
,,'n Tweepersoons-autoped!"
„Dat mag niet van Veilig Verkeer," weert Rinus
af. „Wat denke de heere van 'n kanarie?"
,,'g Smoezende pappegaoi ken óók reuse interessant
wese. zegt Overstappie droomerig.
„Daar hebbe jou geliek an," valt Jilles hem geest
driftig bij. „Mien oorne in Wolvega heb d'r ook een
'had. Nou is dat b'eeske dood, maar as jou 'm oppe
kop krabde, dan zei hij altied.
Doch wat wijlen de papegaai van Jilles' oom placht
te zeggen, blijft ons verborgen, want Overstappie
heeft weer het woord genomen en verklaart met veel
overtuiging dat zijn keuze thans definitief gevallen is
op 'n duiventil met toebehooren
„Hou nou je waffel 's, facteur," barst voorzitter
Papkind los. „Benne we serieus an 't vergadere of
niet?"
„An mijn sal 't niet legge," beweert Overstappie
onvervaard. „Ken ik 't kelpe, as die smakkers hier
niks anders kenne as gijntjes maoke?"
Nog driemaal dreigt er
oneenigheid eer de sectie
tot een even geniale als
origiDeele oplossing komt:
het bruidspaar krijgt een
boeket! En die boeket komt
te staan in een vaas, die
Papkind eigenhandig in ons
dorp zal koopen. Doch dan
keeren we weer tot den
ernst der tijden terug, want
de sergeant komt aan
wandelen met voorschrift
77b onder z'n arm.
„We gaan verder met
theorie maskeeriug," zegt
hij. „Punt 16, kleinvlek-
kige beschildering.
FEEST IN
DEN VISCHWINKEL
Zoo begint het nieuwe
jaar voor ons met een feest
avond ten huize van onzen
vriend, den vischhande-
laar. Ondanks den korten
tijd van voorbereiding heeft
korporaal Papkind wonde
ren gewrocht. Als we
's avonds onze opwachting
maken, zit het jubileeren-
de echtpaar onder een eere-
boog, die er wezen mag!
Rondom de versierde stoe
len prijken de emblemen
van het eerzame vischhan-
delaarsbedrijf en 't geheel
wordt bekroond door het
Oom Teeuwig raakt zóó
onder den indruk, dat hij
Overstappie met alle geweld
de hand moet drukken.