Het gebod zijns yaders.... Mijn man is helaas niet thuis! 350 Modellen voor 60 CENT 'n Welgemeende raadl 26 Vervolg van bladz. 23 Ik zal hem echter mede- deelen, wat U gezegd heeft: Dr. Schieffer's Stofwisseling- zout bij verstopping, overtollig vet, rheumatiek, onzuivere huid, aambeien met succes ge bruikt door U en Uw vrienden. Ook voor grondige darm en bloedzuivering geen beter middel dan: Dr. Schieffer's Stofwisselingzout Perflaconfl.1.05 Dubbel-flaconfl.1.75 bij apothekers en vakdrogisten. Allééa in WINTERWEELDE 1939-1940 Het modeboek, dat ten volle de vraag beantwoordt, hoe men zich goedkoop, chiaue en vol gens de laatste mode kan kleeden. WINTERWEELDE bevat modellen voor avondjaponnen, ochtend en middagjaponnen, deux pieces, eenvoudige ja ponnen (ook voor zware figuren), mantels, swag gers, mantel- costuums, blouses, rok ken, pyama's, lingerie, kin- derkleeding enz. Bestel nog heden dit uitgebreid en schitterend modeboek v. slechts 60 ct. Bestellingen kunnen geschiedenhif Uw agent. Uw bezorger of den boekhan- del: door girostorting op no. 293631; door toezending van het bedrag per postwissel of tn postzegels aan Patronenkantoor Panora Haarlem Nassauplein 1 Van die behaaglijke keukenstemining was enkele uren later geen spoor te bekennen in Sophie Bunsehoten's salon. Daar zaten vijf mensehelijke poppen, stijf en onwennig, schier vijandig, naast en tegenover elkaar. Dat wil zeggen: inet één uitzondering: Karei Bunschoten was de eenige die zich min of meer op zijn gemak voelde. Karei Bunschoten keek inet innige voldoening naar wat hij in stilte reeds ..het jonge paar" noemde. Zijn eigen dochter, die hij dagelijks onder de oogen had, viel hem nauwelijks op. Des te meer interesseerde hij zich voor Alexander. „Da's een kerel met een ijzeren kop," oordeelde Bunschoten in stilte. „Wat die zich eenmaal heeft voorgenomen, gebeurtdaar helpt geen lieve vaderen of moederen aan. Hij kijkt rechtschapen uit zijn oogen; 't is een jongen, aan wien ik mijn dochter best kan toever trouwen." Het evenbeeld van zijn vader, be dacht Sophie Bunschoten, die er in haar groenzijden japon bijzat als een koningin-weduwe die den raad van state presideert. Ka de mededeeling van den vorigen avond had ze angstvallig ver meden, haar dochter vóór de thee-visite onder de oogen te komen. En nu vroeg ze zich slechts af, welken indruk „de partij" op Charlotte zou maken. Volgens haar eigen oordeel, moest die indruk „uitmuntend" wezen. Men mocht van Alexander van Heusden beweren wat men wilde: hij zag er zeer goed uit. Zijn pak verried een Franschen kleermaker; hij was gekleed met ver fijnde, maar toch niet overdreven ele gance. Daarbij een rustige houding en een gezond, frisch uiterlijk. Nee, het speet haar niet, de beide heeren te hebben uitgenoodigd. Ze mocht echter niets van haar gevoelens en verwach tingen verraden en moest alles op z'n beloop laten. Willem van Heusden voelde zich ge drukt door een onverklaarbaren angst. Waarom sprak zijn zoon zoo weinig? Alexander scheen het geprojecteerde huwelijk te beschouwen als een on beduidende, commercieele noodzakelijk heid. Hoe kon men zoo'n houding ver klaren bij een man van het temperament als een Van Heusden? De baron had alles bij zijn zoon verwacht dolle uit gelatenheid, kinderachtige of roman tische verliefdheid, zells openlijk verzet, alles, behalve deze onverschilligheid, die hem verontrustte. Ook in de afgeloopen dagen had hij zijn zoon nauwelijks onder de oogen ge kregen. Van notaris Lankhout in Arn hem wist hij, dat Alexander zich ter dege op de hoogte had gesteld van al wat de financieele zijde van het geval betrof. Overigens: geen spoor van be langstelling. Hij had niet gevraagd „Vader, hoe ziet het meisje er uit? Is ze blond? Brunet? Hoe oud is ze? Wat voor karakter heeft ze?" Niets! „Die belangstelling komt wel zoodra hij Charlotte gezien heeft," trachtte zich Willem van Heusden gerust te stellen. Doch zelfs op de heele lange reis van de Heusekom naar Velp, in een met twee paarden bespannen koets, had Alexander niet de minste interesse getoond. Slechts af en toe had hij een opmerking gemaakt over het weer of geïnformeerd naar een der pachters. En dat bij een gezonden jongen kerel die uit vrijen ging? Je zou er bang van worden. Alexander was niet bang. Hij had alleen maar moeite om het niet uit te brullen van haat en woede. Haat jegens zijn vader, die hem wilde verkwanselen als een stuk vee of een negerslaafwoede wijl men hem wilde dwingen, zijn leven te slijten in een milieu, waarin hij reeds nu dreigde te stikken. Het benauwde hem. Die heele stijve salon met al die stijve menschen en al hun stijve, antieke meubeltjes benam hem den adem. Hij voelde zich hier als een gevangen roofdier. Onhoffelijk kon hij niet wezen. Doch evenmin kon hij belangstelling huichelen voor het meisje, dat daar bleek, ont daan. roerloos, met neergeslagen blik op haar stoel zat. Bij het binnenkomen had ze voor hem een reverence gemaakt, die hij even stijf met een lichte buiging had beantwoord. Nauwelijks drie woor den werden tusschen hen gewisseld. En sindsdien had hij niet meer naar haaT omgekeken. Wat was dit verschrikte vogeltje, grootgebracht onder moeders wieken, naast de schoonheden die hij in Parijs had ontmoet? De kamenier van een dezer dames bezat meer charme dan dit dorpsmeisje. En tot eèn huwelijk met zoo'n onbenulligheid werd hij door zijn vader gedwongen? Goed! Maar Wie het laatst lacht, lacht het best. Charlotte was wel bleek en ontdaan, doch niet van angst of verbazing. Er gebeurde iets inet haar, dat ze zelf niet kon verklaren. ITrenlang had ze dien nacht wakker gelegen en aan het in uitzicht gestelde huwelijk gedacht. Ze had zich afgevraagd, waar ze zou gaan wonen, hoeveel dienstboden ze zou nemen en hoe groot haar inkomen zou zijn. Volmaakt rustig, ofschoon wat laat, was ze dien ochtend wakker geworden. En in den loop van den dag werd al haar aandacht in beslag genomen fjoor toilet-vragen. „Zal ik mijn witten mousselinen japon aantrekken of de lichtbruine met kanten belegsels?" Eerst aan de koffietafel zag ze moeder, maar die was toen zoo diep in gesprek met vader, dat ze niet wilde storen. Klokke drie kwam het rijtuig van den baron voor en vader liep naar de deur om de gasten te begroeten. Zelfs op dat moment was Charlotte nog volmaakt rustig. Ze stond aan het ven ster van haar slaapkamer, wachtend op moeder, die haar zou komen halen. De heeren hadden zich ontdaan van jassen en hoeden en werden naar den salon gebracht. Moeder kwam boven. „Ben je klaar, Charlotte?" „Ja, ma." „Goed. Dat japonnetje staat je lief. Ga maar mee. Je hoeft lieuseh niet bang te zijn!" Ze keek moeder glimlachend aan. Waarom zou ze bang wezen? Er was bezoek! Welnu: er kwam wel meer be zoek: de oude baron kwam minstens twee keer per maand! Waarom zou ze bang of nerveus zijn? Moeder opende de deur van den salon en trad binnen. Charlotte volgde haar op den voet. De oude baron kwam haar, als gewoonlijk, met gul toegestoken hand tegemoet. Nog was Charlotte volmaakt rustig. Het volgende moment begon ze te beven Daar stond iemand en het leek wel een reus. In zijn oogen lag een vuur, waaraan je je lippen zou kunnen ver branden. Wat 'n kin; wat 'n schouders! Hij deed je denken aan een van die oude heldenfiguren, die voor niets en nie mand uit den weg gaan. Doch al deze uiterlijkheden vielen in het niet naast hetgeen in zijn oogen lag. ,,Nou Luit, U hebt het ook te pakken „Ja, gisteren opgeloopen „Warm van het tirailleeren en toen in de koude wind naar den majoor staan luisteren ,Als ik U raden mag, steek dan altijd een doosje Wybertjes in Uw zak. Die voorkomen kouvatten." Dag- o/ nachtoefeningen Wybert-tabletten houden U fit. Alleen in origineele blauwe tloozen a 25, 35 en 60 cent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 26