VOOR DE HEEREN DER SCHEPPING! Een paar warme Mitaines Een paar Heeren handschoenen Deze mitaines, die heerlijk warm aansluiten, zullen zeker in den smaak vallen van onze mi Benoodigdhedenong. 70-100 gram vierdraads grijsgroene wol en 2 lange, aluminium breinaalden met knop nr. 21/,. We zetten 65 st. op en breien hierboven als volgt le naald: recht. 2e naald: 40 av., 25 r. 3e naald: recht. 4e naald: recht. 5e naald: 25 r., 40 av. 6e naald: recht. We hebben nu een ribbel. Deze 6 naalden herhalen we nu tot we 9 ribbels hebben. Daarna breien we le naald: 8 r., deze st. op een veilig heidsspeld zetten, 17 r., omkeeren. 2e naald: een overhaling (1 st. av. afhalen, 1 r., den afgeh. st. over den gebr. st. halen), 15 r„ 8 nieuwe st. er bij opzetten. 3e naald: 24 r. 4e naald: een overhaling, de naald r. uit breien. 5e naald: recht (23 st.). De laatste 2 naalden herhalen we nu voortdurend tot we nog 8 st. op de naald hebben. Daarna kanten we deze 8 st. bij de volgende naald af. Op de nae'd met de 40 st. (van het gedeelte voor den pols) nemen we 17 lussen van den schuinen kant op. Deze 57 st. breien we daarna recht. Bij de volgende naald breien we 40 av., 17 r. en nu nemen we er de 8 st. van de veiligheidsspeld bij op. Boven deze 65 st. breien we weer verder in ribbelpatroon tot we vanaf den opzetrand gerekend 18 ribbels hebben. Daarna kanten we af. De 2e mitaine wordt geheel op de zelfde wijze gebreid. Ten slotte naaien we ze in elkaar. 4 r., 1 av., 1 st. meerderen, door de verbindingslus tusschen de beide st. r. verdr. te breien, 1 r., 1 st. meerderen op dezelfde wijze, 1 av., 9 r.3e naald: als bij den 2en toer. 5e toer: le naald: als bij den 2en toer; 2e naald: 4 r., 1 av., 3 r., 1 av., 9 r.; 3e naald: als bij den 2en toer. 6e toer: als de 5e toer. 7e toer: le naald: als bij den len toer: 2e naald: 4 r., 1 av., 1 st. meerderen, 3 r., 1 st. meerderen, 1 av., 9 r.; 3e naald: als bij den 2en toer. 8e en 9e toer: als de 5e toer, alleen krijgen we nu bij de 2e naald 5 r. st. tusschen de av. st. 10e toer: als de 4e toer, alleen krijgen we nu bij de 2e naald 5 r. st. tusschen de meerderingen. 11e en 12e toer: als de 5e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 7 r. st. tusschen de av. st. 13e toer: als de 7e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 7 r. st. tusschen de meerderingen. 14e en 15e toer: als de 5e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 9 r. st. tusschen de av. st. 16e toer: als de 4e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 9 r. st. tusschen de meerderingen. 17e en 18e toer: als de 5e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 11 r. st. tusschen de av. st. 19e toer: als de 7e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 11 r. st. tusschen de meerderingen. 20e en 21e toer: als de 5e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 13 r. st. tusschen de av. st. 22e toer: als de 4e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 13 r. st. tusschen de meerderingen. 23e en 24e toer: als de 5e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 15 r. st. tusschen de av. st. 25e toer: als de 7e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 15 r. st. tusschen de meerderingen. 26e en 27e toer: als de 5e toer; alleen krijgen we nu bij de 2e naald 17 r. st. tusschen de av. st. 28e toer: le naald: als bij den 4en toer; 2e naald: 5 r., de volgende 17 st. op een draadje rijgen, 5 st. er bij opzetten, 10 r.3e naald: 18 r. We hebben nu dus 20 st. op de le, 20 st. op de 2e en 18 st. op de 3e naald. Hierboven breien we op de gewone manier verder (dus de le naald steeds in kabelpatroon en de 2e en 3e naald r., behalve de 2 laatste st. van de 3e naald; deze breien we av.). Bij den 49en toer beginnen we met de vingers. Allereerst de pink. We rijgen de 20 st. van de le en 2e naald en 4 st. van de 3e naald op een hulpdraad en zetten er aan het einde van de 3e naald (dus na de 2 av. st.) 2 st. bij op. De 16 st., die we nu heb ben, verdeelen we over de 3 naalden en breien hierboven 26 toeren r.; daarna minderen we voor den top door bij de volgende toeren steeds afwisselend 1 r., 2 st. r. te zamen te breien, tot we nog 6 st. overhebben. Deze 6 st. rijgen we op een draadje, trekken dit stevig aan en hechten het aan den binnenkant af. We nemen nu op de eerste naald 20 st., op de 2e naald 12 st. en op de 3e naald 12 st. en de 2 lussen van de bijgemaakte st. voor den pink. Boven deze 46 st. breien we nu eerst 3 toeren op de gewone manier (dus le naald in kabelpatroon en 2e en 3e naald r.). Bij den 4en toer breien we 8 st. van de le naald; de overige 12 st., de 12 st. van de 2e naald en 6 st. van de 3e naald rijgen we op een hulpdraad. We zetten er 2 st. bij op (voor den ringvinger) en breien de laatste 8 st. van de 3e naald. De 18 st. die we nu hebben, verdeelen we over de 3 naalden en breien hier boven 31 toeren recht; daarna minderen we voor den top, zooals bij den pink is beschreven. De ringvinger is nu klaar. We nemen nu de eerste 8 st. op (van den bovenkant, dus boven het kabel patroon), zetten er 2 st. bij op (voor den middelvinger), nemen dan de laatste 6 st. er bij en eveneens de 2 lussen van Op veler verzoek wij deze week een paar vlotte, warme heerenhand schoenen. Het aardige kabel patroon heeft tot voordeel, dat het model hierdoor goed rekbaar wordt, zoodat u dit patroon voor verschillende maten kunt gebruiken. De lengte van de vingers kunt u al heel eenvoudig wijzigen, door nl. al naar believen deze enkele toeren langer of korter te breien. Benoodigdheden voer den handschoen van onze afbeel ding waren: ong. 50 gram grijze, dunne driedraads wol (voor ons model gebruikten wij Nomotta Elégance), 4 stalen breinaalden nr. 8/0 en een hulpnaald. De rechterhandschoen. We zetten 52 st. op, en wel 20 st. op de le en 16 st. op de beide andere naalden. Hier boven breien we voor den boord eerst 33 toeren (we spreken van toeren daar we in de rondte breien; iedere toer bestaat dus uit 3 naalden) steeds afwisselend 2 r., 2 av. (altijd r. boven r. en av. boven av.). Daarna breien we direct in patroon. le toer: le naald: 3 st. op de hulpnaald nemen, en deze aan den voorkant van het werk houden, de volgende 3 st. r. breien, daarna de 3 st. van de hulp naald r. breien, 2 av., 2 r., 2 av., 3 st. op de hulpnaald nemen en deze aan den voorkant van het werk hou den, de volgende 3 st. r. breien, daarna de 3 st. van de hulpnaald r. breien, 2 av.; 2e naald: 16 r.,; 3e naald6 r., 2 r. st. breien uit de 2 volgende st. (we meerderen dus 2 st.), 6 r., 2 av. We hebben nu dus 20 st. op de le, 16 st. op de 2e en 18 st. op de 3e naald. 2e toer: le naald: 6 r., 2 av., 2 r., 2 av., 6 r., 2 av.; 2e naald: 16 r.3e naald: 16 r., 2 av. 3e toer: als de 2e toer. 4e toer: le naald: als bij den 2en toer; 2e naald:

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 36