ROMANTISCHE FIGUREN UIT HET LEVEN VAN BUFFALO BILL 7 T? 1 n 1862 werd Bill veertien jaar, liij kon toen schrijven zonder fouten te maken, rekenen als ..een boekhouder en hij kende al de hoofdste den van de Staten van Amerika uit zijn hoofd. En dit was heelemaal een bijzonder jaar, want tegelijkertijd werd in Colorado goud ontdekt. Uit alle windstreken kwamen avontu riers naar deze streken om hun geluk te beproeven. Ook Bill be sloot 'n kans te wagen en begaf zich op weg naar het nieuwe goudland. Toen hij echter te paard door Julesburgtrokhoorde hij iemand roepen: „Hallo, Bill!...." Hij herkende een grooten, goedlachschen kerel, George Christman, die vroeger een be langrijken post bij de wagen transporten van de firma Russel, Majors en Waddel bekleed had. „Wat doe jij hier, jongen?" Bill antwoordde, dat hij van plan was goud te zoeken, zoo als iedereen. „Goud?" herhaalde Christman. „Dat kan ik wel voor je vinden, maar dan zonder houweel of spade. Het ligt onder de hoeven van je paard. Wil je 125 dollar per maand verdienen? Een klomp gedegen goud is natuurlijk meer waard. Maar dit is zeker en dat andere niet. Bovendien behoef je bij mij geen gaten in den grond te maken als een mol." Bill was nog niet heelemaal overtuigd. De klomp gedegen goud lokte hem en hij was er bijna zeker van dat hij dien zou vinden. „Alleen," vervolgde George, „moet ik je waar schuwen, dat het nogal een gevaarlijk werkje is. Dat woord was juist noodig om Bill's nieuwsgierig heid op te wekken. „Gevaarlijk?" vroeg hij. „Waar gaat het over?" „Over de Pony-expresse." „Wat is dat?" „De Pony-expresse is een snelle koeriersdienst. Ieder lid ervan heeft zijn eigen traject. Je gaat dus van pleisterplaats tot pleisterplaats, maar als om de een of andere reden de kameraad, die je af moet lossen, niet op zijn post is, als hij bijvoorbeeld ver moord is door Indianen of roovers, dan moet je zijn route er bij nemen. Als alles goed gaat moet je ge middeld 20 tot 25 kilometer per uur afleggen. De postzakken zijn heel licht en mogen niet meer dan 20 pond wegen. De brieven worden op zijdepapier geschreven. En we gaan van St. Joseph aan den Mis souri naar Sacramento in Californië. Dat traject wordt in acht dagen af gel egd Op denzelf den dag nam Bill nog dienst en drie maan den lang deed hij zijn werk zonder dat er iets bij zonders voor viel. Juist op Wat doe jij hier. jongent" den tweeënnegentigsten dag stuitte hij bij 'n bocht van den weg op een man, die hem een revolver voorhield en schreeuwde „Handen omhoog!" Meteen voegde hij er bij „Ik ben niet -van plan je iets te doen. Geef me alleen maar je postzak, want ik heb gehoord, dat daar een flinke geldzending in zit. Daar na kun je weggaan. Maar pas op, dat je je pooten omhoog steekt!" „Ja," spotte Bill, „en mijn paard ook." Met zijn handen omhoog drukte hij zijn dijen zoodanig tegen de flanken van zijn paard, dat dit zich omdraaide en be gon te schoppen. De roover kreeg zoo'n trap, dat hij achter over tuimelde en bewusteloos bleef liggen. Voor hij weer tot bezinning kwam was hij ge kneveld en Bill zorgde er wel voor, dat hij geen kans kreeg te ontsnappen voor hij goed en wel aan de politie was overgeleverd. Door deze daad kreeg men zooveel vertrouwen in hem, dat men hem naar het gevaarlijkste traject op de route overplaatste, waar om zoo te zeggen achter schild - w achten ren dikwijls het slaehfoj ter van slui pende India De roover kreeg zoo'n trap, dat hij achterover tuimelde en bewusteloos bleef liggen. iederen struik een Indiaan op de loer kon liggen.'De drie ruiters, die voor hem dit traject bereden hadden, waren allen gedood. Zelfs de schildwachten, die aan den rand van een kamp of een nederzetting voor de veiligheid van de kolonisten moesten zorg dragen, waren dikwijls het slachtoffer van zachtjes nader bij sluipende Indianen. „Pas vooral goed op," had zijn vriend Georges Christman Bill aangeraden, „want de Indianen hebben de oorlogsbijl opgegraven." Bill vertrok. De weg ging door een streek, waar met elk oogenblik een hinderlaag kon verwachten. Diepe kloven en holle wegen wisselden af men ondoordringbare pijnboomwouden. Ver schillende malen weerklonken geweerschoten en floten de kogels langs zijn ooren. De Indianen waren nu niet langer gewapend met pijl en boog, maar hadden karabijnen tot hun beschikking. Gelukkig konden zij hier nog niet zoo goed mee omgaan als met hun oude en vertrouwde aanvalsmiddelen en het is niet onwaarschijnlijk, dat Bill aan deze omstandigheid zijn leven te danken had. stuitte hij bij een bocht van den weg op een man, die hem een revolver voorhield. Maar hij wist wel, dat het niet lang zou duren of de Indianen zou den tamelijk goed geoefend zijn en dan zou het on mogelijk zijn dezen weg te rijden. Intusschen naderde Bill nu de volgen de pleister plaats, waar hij van paard zou moeten wisselen. Het was een stevige blokhut, maar Bill vroeg zich af of deze niet verlaten was, want het leek er erg stil te zijn. Hij zag nergens paarden aan de palen vastge bonden staan, zooals dat toch gewoonlijk het geval was, en ook kwam de bewoner van de hut hem niet tegemoet. Hij opende voorzichtig de deur, die niet op slot was, en keek naar binnen. Op den vloer lag een man uitgestrekt, die reeds eenige uren dood moest zijn. De Indianen hadden dezen post dus overvallen en de paarden mee genomen. Nadat Bill zijn ontdekking aan zijn kameraden had medegedeeld was men het er over eens, dat het onmogelijk was op dezen voet voort te gaan. Er werd dus een expeditie uitgerust en op aanraden van Bill Cody viel men de dorpen van de Indianen uit sluitend bij nacht aan. Daar men er in de eerste plaats voor zorgde zich van de paarden meester te maken waren de Rood huiden niet in staat te vl uchten en zich zoodoende te vereenigen met hun stamgenooten. Het duurde dan ook niet lang of de opstand was volledig gedempt. Maar nauwelijks had men deze vij anden overwonnen of er dreigde een nieuw gevaar en dat waren de paar dendieven. Men kon deze lieden lang niet zoo gemakke lijk bereiken als de Indianen, omdat zij «tv»- Uitgestrekt op den vloer lag een man, eenige uren dood moest zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 6