Intusschen Icon de generaal achter op den ezel meerijden, dar.
schoten ze wat vlugger op.
Het vleesch van die dieren is buitengewoon smakelijk en
als men de jacht verstandig inricht, heelt men jaren lang
genoeg vleesch voor vijftienhonderd man."
De gebroeders Goddart namen geestdriftig zijn voorstel
aan. Bill kreeg een hoog salaris voor de organisatie van de
jacht, waardoor z\j in staat waren zooveel moeite en
kosten te sparen.
Weldra had Bill een aantal jagers onder zijn bevelen, die
hem hielpen bij 't opsporen van de kudden, maar het dooden
van de dieren was het gevaarlijkste werk en zoo kwam het,
dat Bill gewoonlijk meer buffels buit maakte dan de anderen
samen. Men weet, dat deze beesten niet vluchten als zij
achtervolgd worden of gewond zijn, maar hun vijanden maar
al te dikwijls aanvallen en de meeste jagers konden het
gezicht van een in galop
°P hen afhollenden stier
-niet verdragen en kozen
het hazenpad, maar Bill,
die van nu af aan door
iedereen Buffalo Bill ge
noemd werd, liet zich
niet zoo gauw van de
wijs brengen en bond
zonder aarzelen den strijd
aan met de oudste buffels
uit de kudde. Deze laat-
gaf lucht aan zijn verontwaardi- ste moest hij wel dooden,
ging door luid „ia, ia" te schreeuwen, omdat zij min of meer
als de aanvoerders te
beschouwen waren, die eerst neergelegd moesten zijn,
alvorens men de jongere dieren kon bemachtigen. Zijn metho
de was eenvoudig, maar eischte moed en groote behen
digheid. Hij wachtte kalm den aanval van een grooten
stier af en zoodra hij èr zeker van was, dat het beest
werkelijk het oog op hem had, wendde hij zijn paard en
vluchtte. Van tijd tot tijd loste hij een schot op het hem
achtervolgende dier en als dit gedood was, dan zocht hij
een anderen tegenstander, net zoo lang tot de kudde van
al haar aanvoerders beroofd was en weerloos aan de jagers
was overgeleverd.
Zoo bleef hij maanden lang in dienst van de gebroeders
Goddart tot de spoorweg zoover gevorderd was, dat de
proviandeering van de werklieden geen moeilijkbeden meer
bood. Bill nam daarop weer dienst in het leger en werd
benoemd tot chef van de verkenners in den rang van
luitenant. Eerst diende hij onder generaal Sheridan en
later onder generaal Auger; bij dezen generaal stond hjj
onder de onmiddellijke bevelen van majoor Franck Worth.
Dezen laatsten deed hij een voorstel, dat een ommekeer
bracht in de organisatie van het leger. Het was hem namelijk
opgevallen, dat de Indianen in het algemeen veel betere
verspieders waren dan de blanken en nu gaf hij hun in
overweging Boodhuiden in het leger op te nemen om de
positie van den vijand te verkennen.
„Dat is onmogelijk," zei de majoor. „De Indianen zijn
onze vijanden."
„Ik ken de Pawnies heel goed," antwoordde Bill, „en ik
mag wel zeggen, dat zij mijn vrienden zijn. Zij zullen
ongetwijfeld mee willen doen, als ik het hun vraag."
„Het is heel gevaarlijk," meende de generaal. „In zulke
gereis kunnen we toch geen vertrouwen hebben. Zoodra
ze de kans schoon zien, zul
len ze ons verraden."
„Neen," zei Bill. „De
Indianen en vooral de Paw
nies houden zich aan het
eenmaal gegeven woord. Zjj
zijn van nature trouw, als
men hen behoorlijk behan
delt."
Het kostte hem nog heel
wat moeite zijn superieuren
over te halen, maar ten
slotte stemden zij toe, hoewel zij niet aan
zijn succes geloofden. Het bleek echter, dat
de Pawnies gaarne in dienst van de Ver-
eenigde Staten wilden treden op voor
waarde, dat zjj onder de bevelen van
Buffalo Bill kwamen te staan.
De afdeeling, die hij samenstelde, zag er
bijzonder schilderachtig uit. Want het
eenige, waartoe hij zijn vrienden niet kon
bewegen, was, dat ze er in toestemden de
militaire uniform aan te trekken. Wel ac
cepteerden ze een deel er van en zoo zag
men plotseling een Indiaan, die wel een
kepi had opgezet, maar zijn oude, leeren
hemd bleef drageneen ander had hooge
leeren rijlaarzen aangetrokken, maar kon
geen afstand doen van de veer in zijn
haar. Zij konden niet nalaten zich te ta-
toueeren en te beschilderen en de onder -
scheidingsteekens van hun regiment be
vestigden zij op plaatsen, waar die, naar
hun meening, het beste tot hun recht
kwamen en dat was lang niet altijd daar,
waar zij volgens voorschrift moesten zitten.
De gebroeders Goddart lieten hem bij zich Icomen en vroegen 'm omraad
Het was inderdaad een raar stelletje soldaten,
maar als verkenners voldeden zij uitstekend. Hoe gek
de mannen van Buffalo Bill er ook uitzagen, het
troepje werd weldra beroemd.
„En toch verwonder ik mij er over," zei generaal
Sheridan, toen hij de mannen eens kwam inspecteeren,
„toch verwonder ik mij er over, dat uw verkenners
met hun verkleeding hun paarden niet zoo hard aan
het lachen maken, dat zij zich onmiddellijk aan
den vijand verraden."
Van dien goedmoedigen spot trok Bill zich niets
aan en dat men werkelijk over hem tevreden was,
bleek wel uit het feit, dat hij weldra tot kapitein en
daarna tot majoor bevorderd werd. Wanneer hij niet
met zijn Pawnies op verkenning was, kwam zijn vrouw
met haar baby in het fort wonen, waar hij tijdelijk
gelegerd was.
„Ach. waarom zou dit heerlijke, kalme leven niet
van langen duur kunnen zijnf" vroeg zij dan wel
eens.
„Waarom niett" vroeg Buffalo Bill. „Omdat 't, nu
eenmaal mijn bestemming is, nooit rust te vinden."
W O B D T
VEBVOLGD
maar Bill, die van nu af aan Buffalo Bill genoemd werd, bond zonder aarzelen eten strijd
aan met de oudste buffels uit de kudde.