PANORAMA-
OORLOGSKRONIEK
WeeU van 8 Januari tot 14 Januari 1940
14
Maandag 8 Januari
De slag bij Salla aan het noordelijk front duurt
ook heden nog voort. Volgens de laatst binnengeko
men berichten moet echter spoedig de beslissing
vallen. Het verluidt, dat zich hier een der bloedigste
veldslagen uit den geheelen Finsch-Russischen
oorlog afspeelt. Het heeft er alles van, dat de Finnen
de overwinnaars zijn. Zij drijven de Russen over het
geheele front terug tot aan de Russische grens in de
richting van Kandalaksa.
De gevechten rondom Raate, 36 km. ten oosten van
Suomussalmi (in de zg. Wespentaille) zijn in een
eclatante overwinning van de Finnen geëindigd,
die de vierde Sovjet-divisie, welke zich op den
weg van Suomussalmi naar de Russische grens
bevond, vernietigd hebben. Tot nu toe hebben
de Finnen reeds 1000 krijgsgevangenen gemaakt
en verder veroverd: 102 kanonnen, 42 tanks, 10
pantserauto's, 20 tractors, 278 auto's met oorlogs-
materieel, o.a. luchtdoelmitrailieurs en automa
tische geweren. De Finnen maakten eveneens
1170 paarden en 47 veldkeukens buit.
Velen schrijven het gebrek aan succes der Russische
troepen toe aan de aanwezigheid van zg. politieke
commissarissen in het leger, waardoor de officieren
geen voldoende gezag over de soldaten kunnen uit
oefenen.
De politieke commissarissen hebben een aparte
opleiding en een eigen hiërarchie, die van de militaire
hiërarchie verschillend is. Er is een politieke commis
saris voor elke compagnie, elk bataillon enz. De com-
Kapitein Wilhelm
Dahne rechtsin
gezelschap van Ru
dolf Reimer, den im
migratie- commissa
ris (links) bij zijn
aankomst op Ame-
rikaanschen bodem.
De kapitein heeft
zijn schip de Co
lumbusop bevél
der Duitsche over
heid in brand moe
ten steken.
Nadat de „Colum
bus" door de eigen
bemanning tot zin
ken was gebracht
heejt de Amerikaan-
sche kruiser „Tus
caloosa", dien wij
hieronder zien afge
beeld, assistentie
verleend bij de red
dingder opvarenden
missarissen zijn verantwoordelijk voor het moreel
van hun troep. Zij moeten in principe samenwerken
met den bevelvoerenden officier, maar zij kunnen
zich verzetten tegen een bevel, indien zij meenen, dat
het in strijd is met de belangen van het proletariaat
of van de Sovjet-Unie.
De Dui sche autoriteiten hebben Italiaansche
vliegtuigen en wapens, voor Finland bestemd, in be
slag genomen.
De wapenzendingen zijn aangehouden door den
rijkscommissaris voor den invoer van oorlogsma-
terieel, die is aangesteld om op het vervoer van oor-
logsmaterieel uit, naar en door Duitsohland toezicht
te houden. Wat er met de zendingen uit Italië zal
geschieden, of zij worden geretourneerd of vastge
houden, is nog niet bekend.
Officieel wordt medegedeeld, dat vice-admiraal
Upborne, de leider van de Britsehe censuur, afgetre
den is om een nieuwe taak van nationaal belang te
gaan vervullen, waarvoor hij door zijn ervaringen
en zijn werk op het gebied van marine-bouw bijzonder
geschikt is.
Usborne wordt waarschijnlijk mede-directeur van
een scheepsbouwmaatschappij, die materiaal voor de
marine aanbouwt.
Hij heeft, toen hij nog actief in den marinedienst
was, verschillende uitvindingen op marine-gebied
gedaan. Van hem is de paravane, het verdedigings
middel van schepen tegeu mijnen afkomstig. Ook
heeft hij veel gedaan voor de verbetering van het
luchtdoelgeschut en de vuurleidingsapparaten.
Dinsdag 9 Januari
Vanochtend is het Nederlandsche motorschip
Truida, thuisbèhoorende te Wildervank, op de Noord
zee bij de Noordhinder op een mijn geloopen en ge
zonken. De bemanning, welke uit vier personen be
stond, is" gered en aan boord genomen van het s.s.
Tiberius van de K.N.S.M., dat zich toevallig in de
buurt bevond.
DUITSCHE VLIEGMACHINES
VALLEN SCHEPEN AAN
De Britsehe admiraliteit deelde mede:
Op de Noordzee heeft de vijandelijke luchtmacht
aanvallen gedaan op kleine, niet-geëscorteerde koop
vaardijschepen. Uit de ontvangen berichten blijkt,
dat drie schepen tot zinken zijn gebracht: le. het
Britsehe s.s. „Gowrie", groot 689 ton, waarvan de
geheele bemanning gered is door een Deensch
schip; 2e. het Deensche schip „Ivan Kondrup", 239
ton, waarvan elf overlevenden door een Britsch schip
aan land gezet zijn, doch waarvan nog tien man
vermist worden; 3e. het Deensche s.s. „Feddy",
955 ton, omtrent welker bemanning nog geen nadere
berichten ontvan
gen zijn.
VanDuitschezijde
wordt omtrent den
aanval het volgen
de medegedeeld
Duitsche ge
vechtsvliegtuigen
hebben vanochtend
en vanmiddag ver
kenningsvluchten
gemaakt boven de
Eugelsche en Schot-
sche oostkust. Hier
bij werden verschil
lende bewapende
patrouilleschepen
en de onder hun
geleide varende
koopvaardijsche
pen aangevallen en
vernietigd. Alle
vliegtuigen zijn be
houden naar hun
basis teruggekeerd.
Nabij de Shet-
landeilanden heb
ben Engelsche vis-
schers een mijn op-
die toen
Neville Chamberlain, minister
president van Engeland, hield
in het Mansion House te Lon
den een grooie rede over den
voortgang en de vooruitzichten
van den oorlog.
men haar onschadelijk wilde maken een verrassing
opleverde. De mijn ontplofte niet. doch viel in
elkaar. De inhoud bestond uit steenen en stukken
cement. Over de beteekenis van dit soort „ersatz"-
mijnen breekt men zich thans het hoofd.
Het Amerikaansche s.s. „City of Flint", dat aan
vankelijk door de Duitschers buitgemaakt was en
na aankomst in een Noorsche haven weer vrijgelaten
moest worden, is thans op de ter ugreis naar de V.S.
Chamberlain, de Engelsche minister-president,
hield vandaag een lange rede in het Mansion House,
die per radio werd uitgezondenhij zei o.a.
Wij moeten niet denken, dat, omdat deze oorlog
tot nu toe niet dien loop heeft genomen als in
1914, wij zuilen kunnen blijven leven, alsof wij
nog in vrede zijn. Wij moeten het stellen zonder
veel dingen, die wij hard zullen missen. Hoewel
wij op het land nog niet in werkelijke gevechten
gewikkeld zijn, moeten wij ons toch hierop voor
bereiden. Wij zuilen meer en meer arbeidskrach
ten noodig hebben voor de wapenproductie. Als
gevolg hiervan zullen steeds minder menschen
beschikbaar zijn voor de productie van verbruiks-
artikelen.
Er zijn menschen, die zeggen: „Maar waarom
gebruikt ge hiervoor de werkloozen niet," doch in
de eerste plaats zijn onze werkloosheidscijfers voor
een deel misleidend. Een half millioen man van het
werkloozenleger behoort tot diegenen, die voort
durend van betrekking wisselen. De vraag naar ar
beidskrachten voor onze wapenfabrieken zal steeds
toenemen en in de honderdduizenden loopen. Daar
naast moeten wij acht slaan op ons bezit aan buiten-
landsche deviezen. Wanneer we op de huidige schaal
ammunitie vervaardigen, beteekent dat een enorme
verhooging van onzen invoer en dientengevolge ook
van de eischen, die aan de scheepvaart gesteld wor
den. Wij moeten zorgen, dat wij schepen houden om
de allernoodzakelijkste goederen naar Engeland te
brengen. Wij moeten overwegen, dat onze import
moet worden betaald op twee of drie manieren, hetzij
in goud, door den verkoop van buitenlandsche va
luta's, of door te exporteeren.
Zooveel mogelijk moeten wij onzen export doen
toenemen en te zelfder tijd onzen import vermin
deren. ik geloof niet, dat er nog iemand in Enge-