Vrijdag 12 Januari Den vierden dag in successie hebben Duitsche vliegtuigen vandaag een raid gemaakt langs de Britsche kust. Volgens de ontvangen berichten verkende de Duitsche luchtmacht boven de kusten van Surfolk, Norfolk, Yorkshire en ook in het gebied van de Theems-monding. In alle gevallen werden zij ver dreven. De Britsche koopvaardijvloot heeft, volgens het Duitsche nieuwsbureau, van 9 tot 12 Januari zeer zware verliezen geleden. Ongerekend de Britsche schepen, die volgens het Duitsche legerbericht vandaag tot zinken gebracht zijn, en waarvan de tonnage nog niet vaststaat, hebben de Britten sedert 9 dezer zeven schepen verloren. Daartoe be- hooren de „Dunbar Castle" van 10.200 ton, de Rothesay Castle" van 7500 ton en de twee groote tankschepen „British Liberty" van 8.485 ton en de ,,Eloso" van 7.267 ton. Het totale verlies in drie dagen van de Engelsche koopvaardijvloot bedraagt volgens het Duitsche nieuwsbureau ruim 37.000 ton. Op een persconferentie heeft men van officieele zijde verklaard, dat de Engelsche regeering binnen kort de overdracht zal verlangen van buitenlandsche effecten van Britsche. staatsburgers om den invoer uit het buitenland, in het bijzonder der Vereenigde Staten, te kunnen betalen. De houders van deze buitenlandsche effecten krijgen daarvoor oorlogs- leeningen of andere, staatsfondsen in de plaats. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de exploitanten van radiocentrales een rondschrij ven gezonden betreffende het doorgeven van de programma's van buitenlandsche radiozendstations aan de aangesloten luisteraars. De minister deelt in dit rondschrijven mede, dat het in verband met de tegenwoordige tijdsom standigheden voor de exploitanten van radio- centrales verboden is het gesproken woord van radiostations van belligeren-te staten in hun pro gramma's op te nemen. Een uitzondering wordt gemaakt voor redevoeringen van erkende staatshoofden en minister-presidenten. Onder het thans uitgevaardigde verbod vallen uiteraard niet alleen causerieën en redevoeringen, maar ook nieuwsberichten. Tevens heeft de minister van binnenlandsche zaken be paald, dat de microfoons, die in de meeste radiocentrales staan opgesteld en met behulp waarvan de aangesloten luisteraars kunnen wor den toegesproken, uit de gebouwen, waarin de be treffende centrales zijn gevestigd, moeten worden verwijderd. Het betreft hier uit den aard der zaak een veilig heidsmaatregel, waardoor voorkomen wordt, dat ongecontroleerde berichten of toespraken worden gehouden. IJS EK WATERLINIE Nu de aanhoudende vorst de Nederlandsche water vlakten bevroren heeft en reeds in eenige rivieren het ijs vast is gaan zitten, bekruipt sommigen de vrees dat hiermede de vriend van de Nederlandsche defensie het water een geboeide bondgenoot is geworden en weinig waarde meer heeft. De vrees wordt door de deskundigen niet gedeeld. Voorbeelden uit de jongste krijgsgeschiedenis laten zien, dat de moderne bewapening dengene, die over het ijs een aanval tracht te ondernemen, in het nadeel stelt. De redenen zijn duidelijk. De aanval lende troepen hebben op de gladde ijsvlakten niet de minste dekking. Elke soldaat heeft de wetenschap, dat hij, als hij gewond wordt, op het ijs zal blijven liggen, omdat hij onbereikbaar zal zijn voor genees kundige hulp. Gewond worden beteekent doodvrie- zen. en dit vooruitzicht is fnuikend voor zijn moreel. Aangezien de verdediger zich in stellingen ver schanst zal hebben, van waaruit hij met zijn auto matische wapenen eiken infanterie-aanval kan smoren, is een aanval over het ijs wel ondenkbaar zonder grondige voorbereiding en ondersteuning door artillerie. Maar diezelfde artillerie vernielt het terrein, waarlangs de eigen soldaten de stellingen van den verdediger zullen moeten bereiken: zij vernielt het ijs en speelt daardoor in de kaart van de verdediging, welker artillerie op haar beurt ook niet zal nalaten tot, vernieling van de ijsvelden bij te dragen. Verrassende aanvallen onder bescherming van het nachtelijk duister, zouden, gezien de kracht der automatische vuurwapenen, tegen een zichtbaren vijand, de eenig overblijvende mogelijkheid op succes voor den aanvaller kunnen schijnen. Maar ook dan waagt de aanvaller zich wat men noemt op glad ijs. Het ijs biedt mogelijkheden tot verrader lijke hinderlagen. Van ouds bekend zijn de ijs- cunettes, ijsvrije sleuven, welke vooral bij nacht voor oprukkende troepen gevaarlijke valkuilen vormen. Meestal zijn ijscunettes versterkt door versperringen, welke men uit ijsblokken, uit de sleuven afkomstig, opbouwt. Reeds in 1672 wer den deze cunettes op ruime schaal tegen de Fran- schen gebezigd. Ook op andere wijze kan het ijs tot hindernis wor den gemaakt. Wanneer de verdediger den water stand verandert, door het water onder het ijs te laten wegloopen, zal boven de slooten en vooral boven de kanalen het ijs breken en zullen de schuin tegen de kanaalwanden omhoog stekende schotsen vallen gaan vormen, welke, zoo niet voor 's vijands infanterie, dan toch in ieder geval voor zijn tanks onoverkomelijk zijn, terwijl het ijs bulten de slooten en kanalen al die onaange name eigenschappen gaat vertoonen, welke in het woord bomijs begrepen liggen. Ook onze rivieren zijn in den winter gevaarlijk voor een aanvallend leger. Een tijdsverloop van enke le dagen kan hoog water brengen, dat alle operatie plannen in de war stuurt. Heeft men, zooals thans het geval is, drijfijs op de rivieren, dan is elke over gang onmogelijk. Indien wij in vredestijd onze zware schipbruggen en veerponten moeten wegnemen, wanneer het drijfijs zich op de rivier vertoont, dan kan een vijand met zijn licht ponton materiaal er zeker niets beginnen. Maar zelfs gesteld, dat de rivieren geheel zouden dichtvriezen en een zoo sterk ijsdek zouden vormen, dat het aanvallende leger er met gemak met trein en al over zou kunnen oprukken, dan blijft nog steeds het gevaar bestaan, dat eens Luxembourg bedreigde: de dooi, en het daarop volgende kruien van het ijs. Dooi beteekent, dat de opgerukte vijand afge sneden wordt van zijn basis, dat zijn aan- en afvoer worden afgesneden gedurende langen tijd, wellicht voor eenige weken. Zoolang de weersvoorspellingen niet verder dan eenige dagen reiken en ook daarvoor nog slechts zeer beperkte zekerheid bieden, zal een verantwoordelijke legeraanvoerder zich wel driemaal bedenken eer hij zijn troepen in dit wisselvallige klimaat laat trekken over een zoo onbetrouwbare brug als het ijs. Want, hoe onaangenaam de positie is van een aanvaller, die achter zich een kruiende rivier en vóór zich de dooiende inundaties van den verdediger heeft, laat zich gemakkelijk denken. Het-winterseizoen op zichzelf brengt ook reeds groote nadeelen voor den aanvaller met zich mee. Wel is waar kennen wij geen Finsclien winter, doch ook bij ons zou de aanvaller te lijden hebben van gladde wegen, van korte dagen, van koude, welke Aan de vechtwagens ie het niet getukt over het he- Ook hij bevroren inundatiën gelukt t de vechtwagens vroren inundatiegebied te trekken. Hoewel 't ijs sterk niet deze te passeeren als gevolg van de inderhaast genoeg was,- geraakten de vechtwagens in de lange opgeworpen ijsbamères. ijsvrije sleuven, waar ze zelfs na zeer veel moeite niet meer uitkwamen. Ook voor de ampnibie-terreinwagens bleken de ijshindernissen te moeilijknoch. vooruitnoch achteruit gelukte 'I de gladde kanten te beklimmen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 16