22
DOOR WILLEM VAN WAESBERGHE
De tegenstanders van Hanssmann beschuldigden
hem er van, de staatsfinanciën en de spaar
gelden der kleine luiden te verslinden. Doch
Haussmann liet hen praten en lachte in stilte. Inder
daad: de verwezenlijking van zijn droomen verslond
tientallen millioenen, maar het goud zou in dubbele
hoeveelheid terugstroomen: uit alle deelen der
wereld zouden naar Parijs de mensehen komen die
vergetelheid wilden zoeken in weelde, schoonheid en
genot. Als een opperbevelhebber, als een keizer, als
een potentaat voor wiens wil ieder boog, regeerde
hij over een machtig leger van arbeiders, bouw
meesters, kunstenaars, bankiers en industrieelen.
Met de ontwikkeling dezer economische, com-
mercieele en financieele macht had zijn politieke
invloed gelijken tred gehouden. In het groote ge
bouw aan de Seine mocht het parlement zetelen,
in het paleis der Tuilerieën mocht Napoleon III
beraadslagen met de ministers: hij, Joseph Hauss
mann, was het, die in Frank -
rijk de lakens uitdeelde.
VIERDE! O, ja: hij verdiende ten
I wr dv/oI C I volle den bijnaam van „onder-
V cKVULu keizer van Parijs".
En nu zat de onder-keizer
van Parijs in diepe zorgen.
De oorzaak van die zorgen was Alexander
van Heusden.
Het was een Woensdagochtend tegen einde Sep
tember. Op den prachtigen na-zomer was plotseling
een ruwe, gure herfst gevolgd. Een trieste motregen
goot zich uit op Parijs en deed het in aanleg zijnde
Pare Monceau nog armoediger schijnen dan het
reeds was. Baron Haussmann zat aan het venster
van zijn werkkamer en staarde somber naai da jonge
boompjes van het park. Haussmann was een man
van vijfenvijftig, kort en gedrongen, met staal
blauwe oogen en dunne lippen, die meestal stijf op
elkaar waren geklemd. Voor hem, op de schrijftafel,
lag een met getallen volgeschreven blad papier.
Haussmann rekende en rekende en wierp ten
slotte zijn pen ongeduldig neer. Wat anders nooit
gebeurde, gebeurde nuhij vergiste zich telkens. Het
was hem onmogelijk, zijn gedachten te concentreeren.
„Zoo gaat het niet langer," mompelde hij. „Dat
wachten.die spanning.'t lijkt wel of Van
Heusden comedie speeltmaar nee, dat kan
toch niet.... die man is anders de bedachtzaam
heid en eenvoud in persoon.
Hij nam een voor hem liggend telegram op en
herlas het voor de zooveelste maal. „verzoeke on
middellijk een extra-trein Calais Parijs ter beschik
king te stellen van Heusden". 's Nachts om vier
uur had men het telegram bij hem bezorgd. Ofschoon
halfdronken van slaap en niets begrijpend van het
vreemde verzoek, had hij telegrafisch de noodige
instructies gezonden naar Calais. „Wat moet Van
Heusden 's nachts om vier uur in Calais doen!"
vroeg hij zich wel honderdmaal af. „En waarvoor
heeft hij een extra-trein noodig! Waarom gaf hij
geen verklaring! M'n hemel, als de zaak mis loopt,
ben ik verloren
Er werd gekjopt. „Binnen!" riep Haussmann
en had moeite om rustig op z'n stoel te blijven.
Richard, de huisknecht, kwam binnen. „Monsieur
le baron, daar i3 een heer die u wenscht te spreken.
„Wie is het!"
„Vraag wel excuus, monsieur le baron: de man
wilde zijn naam niet zeggen. Hij beweert, dat
monsieur le baron van de zaak op de hoogte is."
„Laat hem hier komen."
De bezoeker kwam binnen. Het was een man
van even in de veertig, eenvoudig maar goed ge
kleed, met bleek gelaat en ziekelijk glanzende
oogen.
„Wel, Dorville," vroeg Haussmann toen hij met
den bezoeker alleen was, „wat heb je voor nieuws!"
Dorville, makelaar in effecten en vertrouwens
man van den prefect van de Seine, haalde droef
geestig de schouders op. „Monsieur le baron, het
spijt me ontzettend, maar die papieren kelderen
meer en meer. Ik heb de laatste berichten van den
koers van gisteravond. Monsieur le baron weet,
KORTE INHOUD VAN HET VOORGAANDE:
Alexander, zoon van baron Willem van Heusden en
student te Parijs, krijgt van zijn vader een brief in
ultimatumvorm, om dadelijk naar Holland terug te
komen. Bij zijn thuiskomst wordt hij voor een dubbele
taak gesteld: werken en trouwen binnen den kortst
mogeiijken tijd. Hij stemt er voorloopig in toe zijn
vijfentwintigjarig hart neer te leggen aan de voeten van
Charlotte Bunschoten, dochter van den vriend zijns
vaders. De baron heeft den huwelijksdatum al bij
voorbaat vastgesteld, de huwelijksreis uitgestippeld en
Alexander schikt zich in het schijnbaar onvermijdelijke.
Charlotte vraagt zich af wat haar toekomstig leven moet
worden aan de zijde van een man. in wiens oogen
zij alleen onverschilligheid of minachting kan lezen.
Eindelijk breekt de huwelijksdag aan. De plechtigheid
wordt voltrokken in het kleine kerkje te Heusden, maar
na de ceremonie neemt Alexander van Heusden hals
over kop de vlucht. Intusschen begint in Frankrijk
het voorspel van belangrijke gebeurtenissen.
dat 's avonds na acht uur, op het trottoir bij de
Passage de 1'Opéra, de kleine beurs wordt ge
houden. Dat duurt soms tot middernacht. Gister
middag, toen de groote beurs sloot, stonden de
stukken nog op vijftig procent
„Weet ik," viel Haussmann hem ongeduldig in
de rede. „En ben je nu hier gekomen om te ver
tellen, dat de noteering gisteravond aan de kleine
beurs nog lager was! Man, voor zoo'n jobstijding
hoefde je me niet te storen!"
„Monsieur le baron," stotterde Dorville, „ik
dacht.
„Je dachtje dacht," spotte Haussmann ver
bitterd. „Dat is nuttelooze moeite voor je hersens!
Laat het denken maar aan mij over en doe alleen wat
je gezegd wordt. Wat was de slotkoers van de kleine
beurs!"
„Vijfendertig procent, monsieur le baron," klonk
het benepen terug. Haussmann kon amper zijn schrik
verbergen. „Zoo, h'm, vijfendertig procent.dat
is honderd vijfenzeventig francs. In orde, Dorville:
als ik je noodig heb, zal ik bericht sturen."
„Monsieur le baron, zou het niet beter zijn om nu
te verkoopen! Op een hausse hoeft monsieur le baron
niet meer te rekenen. Met vijfendertig procent red
den we ten minste nog iets."
Haussmann stond in tweestrijd. En, wat nog erger
was: voor het eerst in zijn leven moest iemand mer
ken, dat hij geen beslissing durfde nemen. Verkoopen!
Nu! Ja, dan zou nog wel iets gered kunnen worden.
Maar bij vijfendertig procent was al zooveel ver
loren
Haussmann keek naar het voor hem liggende blad
papier. De pendule op den schoorsteen sloeg tien uur,
doch hij hoorde bet niet. „Vijfendertig procent."
dreunde het in zijn hersens. En onder op het blad
papier stond een getal: het eindgetal. Het getal, dat
klaar en duidelijk zijn verlies voorstelde.en zijn
ondergang beteekende. Zou hij nu verkoopen! Bij
vijfendertig procent! In dat geval.
„Pardon, monsieur le baron," merkte de makelaar
bedeesd op, „er wordt geklopt."
Haussmann had het kloppen niet gehoord. „Bin
nen!" riep hij en ten tweede male verscheen de
huisknecht.
„Monsieur le baron, daar is.
„Ik kan nu niemand ontvangen!" beet Haussmann
hem toe.
„Pardon, monsieur le baron, het is de particuliere
secretaris, monsieur van Heusden
„Dadelijk hier komen!" riep Hanssmann. En tot
Dorville: „Ga maar heen! Nee, wacht! Blijf wach
ten in de anti-chambre. Misschien heb ik je straks
nog noodig."
Dorville verliet de kamer. Bij de deur passeerde hij
een heer, wiens gelaat vermoeid en vriens kleeding
met stof bedekt was: den particulieren secretaris
van baron Haussmann.
De onder-keizer van Parijs keek zijn particulieren
secretaris aan en had voor de zooveelste maal reden
om zich over hetzelfde feit te verbazen: het gelaat
van Alexander van Heusden bleef onder alle om
standigheden kalm. „Een gezicht als een gesloten
boek," had Haussmann dikwijls voor zichzelf opge
merkt. „Een gezicht, waarop geen enkel gevoel te
lezen is. Zou die man werkelijk iets voelen! Zou hij
wel een persoonlijk leven leiden!" Het was en bleef
hem altijd een raadsel.
„Goede reis gehad!" informeerde Haussmann, die
wel wist, dat hij zijn particulieren secretaris niet me'
vragen kon overrompelen.
„Dank u, monsieur: gaat nogal. Op de terugreis
van Dover naar Calais hadden we flink storm en in
Londen heeft het de laatste dagen bijna voort
durend geregend."
„Een glas wijn, monsieur van Heusden!", of
freerde Haussmann vriendelijk.
„Graag, monsieur. Sinds mijn vertrek uit Dover
heb ik niets gegeten of gedronken. En bij aankomst
in Parijs kwam ik van het station regelrecht hier
naar toe."
Haussmann stond op, liep naar een buffet in den
hoek en kwam terug met een karaf en twee glazen.
„Zoo, monsieur van Heusden, nu kunnen we
rustig praten. Ik begrijp nog niet, waarvoor u een
extra-trein noodig had, maar dat hooren we straks
wel. Hoe staat het in Londen
„Heel goed, monsieur...."
„Dus was het valsch alarm!"
„Geen sprake van, monsieur; de zaak was zelfs
zeer ernstig. Toen verleden week de eerste geruchten
opdoken, vreesde ook ik het ergste. Maar tusschen
gisteren en vandaag ligt een verschil van meer dan
honderd jaar. Nog verleden week was de partij van
Gladstone in Engeland oppermachtig. Monsieur
kent de gevoelens van oud-minister Gladstone jegens
Frankrijkallesbehalve vriendelijk. En in den
eersten minister lord Derby had Gladstone geen ern-
stigen tegenstander. Bovendien lijdt lord Derby reeds
maandenlang aan waterzucht en is hij nauwelijks
tot regeeren in staat. Zoo had Gladstone met zijn
volgelingen vrjj spel.
Gladstone ziet niet verder dan zijn neus lang
is, dat wil zeggen: hij houdt slechts rekening met
de onmiddellijke belangen van Engeland, 't Is een
man zonder fantasie, zonder flair, zonder gevoel voor
de toekomst. Voor hem gelden slechts de belangen
van het oogenblik. Aldus kunt u zich voorstellen,
dat hjj ontzettend gebeten is op Frankrijk, onder
welks leiding het geprojecteerde Suez-kanaal tot
stand komt. Gladstone, met zijn kortzichtigen blik,
ziet alleen maar het volgende: Frankrijk, meesteres
van het Suez-kanaal, meesteres van den kortsten
zeeweg naar Indië, beteekent een gevaar voor de
Britsche scheepvaart, die haar weg moet nemen om
de Kaap. Iets anders zou het voor Gladstone wezen,
indien het beheer over de werkzaamheden aan het
Suez-kanaal onder Britsche controle kwam en indien
bij de financiering ook Britsch kapitaal werd ge
in vesteerd. Nu dit niet het geval is, misgunt hij
Frankrijk de voordeelen en poogt die met alle mid
delen te vernietigen. Daarbij verliezen Gladstone en
de zijnen uit het oog, dat Engeland op den duur
dezelfde voordeelen kan genieten als Frankrijk. In
Engeland is slechts een man noodig, die voldoende
invloed bezit om de Engelsche regeering financieel
bij het Suez-kanaal te interesseeren. En dien man.
monsieur, heb ik gevonden."
„Wat!" riep Haussmann. „Maar, Van Heusden.
dat is de redding!"
„Voorloopig nog niet, monsieur," gaf Alexander
van Heusden kalm ten antwoord. „Voorloopig kan
die man zich nog niet met de geldkwestie bemoeien.
Maar wel kan hij ons op een andere manier behulp
zaam wezen en dat doet hij al. Het is Frankrijks
beste vriend in Engeland."
„Wie is het!" vroeg Haussmann.
Alexander van Heusden, die juist naar de pendule
op den schoorsteen keek, had de vraag niet gehoord
of er niet op gelet.
„Monsieur," ging hij verder, „hoe het ook zij
onder den druk van Gladstone en diens volgelingen
werd tegen het einde der vorige week in het Britsche
parlement verlangd, dat men aan Frankrijk een ulti
matum zou stellen waarin de onmiddellijke stop
zetting der werkzaamheden aan het Suez-kanaaj