'iXt werd geëischt. Onder den invloed van dien eisch be gonnen hier de aandeelen van de Compagnie Univer- selle du Canal Maritime de Suez te dalen. Monsieur, eer ik verder ga, een vraag: hoe staat op het oogen- blik de koers?" „Vijfendertig procent," gaf Haussmann somber ten antwoord. „Prachtig," verklaarde Van Heusden. Hij keek weer naar de pendule. „Hopelijk dalen ze nog meer." „Van Heusden! Bent u gek geworden?" „Integendeel, monsier," gaf Alexander van Heus den bedaard ten antwoord. „Ik weet heel goed wat ik zeg en herhaal: hopelijk dalen ze nog meer. Het is nu half elf. Om twaalf uur opent de beurs. We hebben dus nog anderhalf uur tijd om verschillende maatregelen te treffen. Sinds twintig September is op de route Dover-Calais den winterdienst ingesteld. Ik had een voorsprong van achttien en half uur, die door de telegraaf gereduceerd wordt tot drie en half uur. De kabel tusschen Frankrijk en Engeland is sinds enkele dagen defect geraakt. De eerste boot. die van daag uit Engeland naar Frankrijk vertrekt, kan pas vanmiddag om half vier Calais binnen loopen. En zelfs indien dan nog onmiddellijk getelegrafeerd wordt...." „Van Heusden," viel Haussmann hem ver bijsterd in de rede, „waar hebt u het over? Ik be grijp u niet! We spraken zooeven over de aandeelen van het Suez-kanaal en nu begint u over den winter dienst tusschen Dover en Calais. „Monsieur, dat is juist het allervoornaamste," antwoordde Van Heusden, zonder zich van zijn stuk te laten brengen. „We moeten op het oogenblik rekening houden met uren en minuten. Want gisteravond om even over acht, een half uur eer ik Londen verliet, werd mister Benjamin Disraeli ont boden bij koningin Victoria op het kasteel Osborne. Het heeft hare majesteit behaagd om mister Disraeli te benoemen tot eersten minister van het Vereenigde Koninkrijk en hem te belasten met de vorming van een nieuw kabinet. Lord Derby, lijdende aan waterzucht, is als eerste minister afgetreden." „Hè?" Haussmann leunde achterover in zijn stoel. Hij was een man, die zijn verbazing in den regel goed wist te verbergen, maar wat hij nu meemaakte, werd hem toch een beetje të machtig. Deze jonge Hol- land8che edelman vertelde daar met een ijskoud ge zicht. dingen.dingen. om van te duize len. „Hemel, Van Heusden, dat is nieuws! Disraeli eerste minister! Dat is een koerswijziging die alle berekeningen omver werpt!" „Nietwaar, monsieur!" beaamde Van Heusden rustig. „Ik zei u straks al: tusschen gisteren en van daag ligt een verschil van meer dan honderd jaar. Met Disraeli aan het bewind gaat Engeland een nieuwe politiek volgen. Hij is de man dien ik zooeven bedoeldereeds uit hoofde van zijn nieuwe functie is hij ons behulpzaam. Hij is het ook, die Engeland vroeg of laat financieel zal betrekkeu bij het Suez-kanaal. Disraeli, „old Dizzy", zooals men hem in Engeland noemt, is een man met ruimen en zeer ver zienden blikhij zal zich niet bezondigen aan de kort zichtigheid van Gladstone. En, wat meer is; in Enge land heeft Frankrijk geen beteren vriend dan Benjamin Disraeli. Hij was verschei dene malen in Parijs en werd, met zijn vrouw, op de Tuile- rieën ontvangen door den keizer en de keizerin. „Om nu op de zaak terug te komen: het gevaar, dat Engeland, onder drang van Gladstone, een ultimatum zou stellen aan Frankrijk, was lang niet denkbeeldig. Ik heb verschillende poli tieke persoonlijkheden in Londen gepolst en kreeg de stellige zekerheidworden de werkzaamheden aan het Suez-kanaal niet dadelijk stop gezet, dan staat het ergste te vreezen. Disraeli heeft het gevaar bezworen. Hij deed het op de hem eigen geniale manier. Al dertig jaar was inliet parle ment te Londen een voorstel sleepende tot herziening van het Engelsche kiesstelsel. Het was een soort parlementair stokpaardje geworden. Gladstone en diens partij waren de heftigste tegenstanders van de herziening; voor hen was het een politiek d'honneur geworden om bij iedere voordracht tegen te stemmen. Disraeli wist het en maakte er op geniale wijze gebruik van. Dezer dagen, toen niemand er op voorbereid was, bracht hij de herziening van het Britsche kies stelsel opnieuw aan de orde. Zooals dertig jaar lang, wilde men ook nu het voorstel lachend ter zijde leg gen. En toen gebeurde het onverwachte: Disraeli hield voet bij stuk. Hij verlangde, afhandeling van het voorstel en wist bij voorbaat, dat de partij van Gladstone tegen zou stemmen. Het gebeurde inder daad: gistermorgen stemde de partij van Gladstone tegen. In de zitting van gistermiddag kwam de rest der stemmers aan de beurt: Disraeli won met een meerderheid van eenentwintig stemmen. Gezien dit verbijsterende resultaat, moest Gladstone zijn on macht bekennen. De ovatie, die Disraeli in ontvangst moest nemen, was volgens Britsche parlementaire begrippen ongeloofelijk. En toen, monsieur, waagde ik mijn kans. Toen Disraeli gisteravond het parlementsgebouw verliet, werd hij door zijn vrouw opgewacht in een rijtuig. Op het moment, dat hij zou instappen, klamp te ik hem aan. Ik sprak met hem over het project van het Suez-kanaal. Hij lachte. Hij wilde niet over politiek spreken en zei alleen maar: „Ik denk nog dikwijls terug aan een boottochtje dat we jaren gele den op de Theems maakten. Mevrouw Disraeli was er ook bij. Wij waren de gasten van keizer Napoleon en keizerin Eugenie. Het was charmant." Alexander van Heusden zweeg. „Is dat alles?" vroeg Haussmann. „Alles, monsieur. En: voldoende. Want dit kan ik u garandeeren: zoolang Benjamin Disraeli eerste minister is, blijven Frankrijk en Engeland vrienden. Koningin Victoria aanvaardde onmiddellijk de conse quenties van de stemming en ontbood Disraeli naar Osborne om hem tot eersten minister te benoemen; Derby had inmiddels z'n ontslag ingediend. Toen de. benoeming van Disraeli officieel bekend was, sprong ik in een cab en reed naar het station. Ik kon net nog den laatsten trein naar Dover pakken. Maar de eerstvolgende boot naar Calais zou pas vanmorgen om tien uur vertrekkenzulks in verband met den winterdienst. Voor vijftig pond sterling vond ik den eigenaar van een kleine stoomboot bereid, mij naar Calais te brengen en daar verzocht ik u telegrafisch, mij een extra-trein naar Parijs ter beschikking te stellen. Want aangezien men nog niet van Engeland naar Erankrijk kan telegrafeereu, zal de benoeming 23 van Disraeli pas bekend worden wanneer de eerst volgende passagiersboot uit Engeland arriveert, dat wil zeggenvanmiddag om half vier in Calais. Degeen, die het nieuws brengt, kan wel dadelijk naar Parijs telegrafeeren, maar dan is hier de beurs al gesloten. Inmiddels kunt u, monsieur, de noodige maatregelen treffen. U en ik zijn in Frankrijk de eenige menschen die iets van de benoeming van Disraeli weten. Ik heb geen minuut geaarzeld om u de zekerheid te brengen, dat de aandeelen van het Suez-kanaal vol komen veilig zijn." „M'n beste Van Heusden," zei Haussmann, op staande, „wist ik niet al lang, dat u op dergelijke zaken een scherpen kijk hebt, dan was ik door dit rapport overtuigd. U oordeelt nooit lichtvaardig. Maar," ging hij zuchtend verder, „Van Heusden, u weet, dat mijn heel particulier vermogen in aandeelen van het Suez-kanaal is belegd. Zijn uw berekeningen niet juist of komen uw verwachtingen niet uit, dan ben ik geruïneerd." Alexander van Heusden stond eveneens op. „Monsieur," verklaarde hij rustig, „ik bezit een klein kapitaaltje: a.mper dertigduizend francs; de erfenis van mijn moeder. Toch waag ik het, u vriendelijk te verzoeken, mij nog een dergelijk bedrag te leenen. Vóór twaalf uur zal ik het heele bedrag beleggen in aandeelen van het Suez-kanaal." Haussmann keek hem vast in de oogen. „Van Heusden, is u dat ernst?" „Volkomen, monsieur." Haussmann keerde zich naar de schrijftafel, greep een pen en schreef. „Alstublieft, Van Heusden; u vraagt mij dertigduizend francs ter leen: ik geef u het dubbele. Hier is een cheque voor zestigduizend. Ik vertrouw u!" Het was een der meest merkwaardige dagen, welke de Parijsche beurs sinds vele jaren had gekend. Het Fransche groot-kapitaal was sterk geïnteresseerd bij het Suez-kanaal, waarvan de aandeelen angstwek kend daalden. Een faillissement zou onberekenbare gevolgen hebben. Tientallen banken zouden eveneens tuimelentienduizenden kleine spaarders zouden hun geld verliezen. En met deze catastrophe in het vooruitzicht, opende de beurs. De koers van de kleine beurs, die den vorigen avond gesloten had met vijfendertig procent, liep schokkend terug. Nog geen kwartier na opening der beurs noteerden de aandeelen van het Suez-kanaal dertig procent. Ze tuimelden naar achtentwintig, vijfentwintig. De strijd was wanhopig en zonder genade. Wie even de kans kreeg, ontdeed zich van de papieren, welke misschien tegen het einde van de Vervolg op bladz. 26 MOOI NEDEXLAND. Molen un de plassen te Maarden (N.-HJ A /V' 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 23