Het oogsten eau tabak op een Zuid-Balgaarseh tabaksveld. tegenwerking, zette de Bulgaarsche regeering het plan door. Bovendien werd omstreeks dienzelfden tijd de nacht-arbeid verboden, zooals ook de arbeid van kinderen onder de veertien jaar. Iets later vonden de Bulgaren de profijtelijke werking uit van het coöperatie-systeem, dat heden overal is ingevoerd, zoodat we in de hoofdstad Sofia - een groote, bloeiende stad het merkwaardig ver schijnsel aantreffen, dat alles van eenig belang coöperatief geworden is. Er zijn coöperatieve hotels, restaurants, winkels, banken en het mag bijna een wonder genoemd worden, dat het Nationale Museum, de universiteit en de kathedraal „Swa Alexandei Newski" nog niet in coöperatie werken, als be schermers en bevorderaars der Bulgaarsche kunsl en wetenschap. De verplichte arbeidsdienst en de zuinige, spaar zame, hardwerkende aard der Bulgaren bereikten al spoedig goede resultaten. De graanbouw bloeide op, de export steeg met sprongen en niettegenstaande het verlies van een groot deel van Macedonië is de tabaksproductie heden bijna de voornaamste bron van Bulgaarsche inkomsten. De geheele bevolking, mannen en vrouwen, werkt op de tabaksvelden, de huizenfronten in de talrijke dorpen zijn behangen met slingers drogende tabaksbladeren, op den grond hurken de tabaksarbeiders in lange rijen en sorteeren en verpakken de verschillende soorten tabak. Want de verwerking geschiedt ook heden nog hoofdzakelijk met de hand, alhoewel er de laatste jaren natuurlijk fabrieken verrezen zijn, o.a. in het zuidelijke Mastanli, en dan in Plovdiv (Philip- popel). Deze laatste stad is bovendien, te zaaien met Cirpan. het centrum der zijderupsencultuur. Dc moerbeiboom die het voedsel voor de zijderupsen oplevert, werd, zoo zegt men, voor het eerst in de vierde eeuw uit Byzantium naar Bulgarije gebracht. Tusschen het Balkan- en Iredna Oora gebergte ligt het vermaarde dal der rozen, waar de heerlijke rozenolie vandaan komt. Een typisch Bulgaarsch meisje met eenige manden pas geplukte rozen. De Morus alba en de Morus nigra (witte en zwarte moerbei) groeiden aanvankelijk rondom de steden Sliven en Star-i Zagora, tot ze tegen het einde der negentiende eeuw naar de vochtige warmte van de Maritzavallei verhuisden, waar ze beter op haar plaats waren. Het kweeken van zijderupsen geschiedt in Bulgarije, uitsluitend in de boerenhuizen zelf en de persoonlijke verzorging komt de kwaliteit van de zijde ten goede; dat de Bulgaarsche zijde mooi is, kunnen we constateeren aan de geborduurde bloesjes en schortjes, die het Bulgaarsche handwerk overal in Europa zoo bekend gemaakt hebben. De gastvrije Na een ietwat verwarrende kloosters van reis in een open speelgoedtrein- tje waar de zwarte rook van een gastvrij miniatuur-locomotief on- lantl barmhartig overheen streek, zoodat we in minder dan geen tijd op grijnzende negers leken, na eenige malen gestopt te hebben om de amechtige loco motief, door middel van met de hand aangedragen pe'troleumblikkeii vol water, gelaafd te hebben, arriveerden we heel van lijf en leden in Rila. Dit is een gehucht rondom het prachtige klooster Rilski Monastic, gelegen in het Rila-gebergte. We hadden al veel van Bulgarije gezien, we waren in Warna ge weest, de badplaats aan de Zwarte Zee, waar de Bulgaren sinds korten tijd het zwemmen geleerd hebben. In .Trnovo aan de Jantre, tegen de noorde lijke helling van den Grooten Balkan, hadden we een bezoek gebracht aan de „Quarante Mariyrs", de veertig beschermheiligen van deze heuvelstad, waar we door de inwoners aangestaard, maar verder bij - zonder gastvrij werden opgenomen en getracteerd op geconfijte rozenbottels in een glaasje water. We had den daar de merkwaardige constructie van de huizen bewonderd, waardoor men van de straat de achter- zolderverdieping binnenkomt en dan afdaalt naar de woonvertrekken In Sofia gingen onze klassieke harten open, want die stad is door keizer Trajanus gesticht boven op de ruïnes van een oude Thracische vesting overi gens is Bulgarije vol van stukken en brokken beeld houwwerk uit den Romeinschen en Byzantijnsclien tijd. Sofia heette toen l'lpia Serdica en werd later door de Bulgaren Scredetz genoemd, terwijl eerst in het Tweede Bulgaarsche Rijk de naam Sofia ontstond. En nu waren we dus in het bekendste en mooiste van alle Bulgaarsche kloosters, vol verwachting der komende dingen. In dit klooster wonen twaalfhonderd monniken en leeken, en het biedt bovendien met zijn uitbouwen en bijgebouwen nog plaats voor een paar honderd. Het is eigenlijk bijna een hotel, alleen dan heel, heel primitief. Moor eten zorgt het klooster- bestuur en als men nog extra-honger heeft, is er in het gehucht een enkele bakker, die tegelijk de eenige restaurateur en de eenige slager is, en zoo kan men wel doorgaan, omdat deze bakker de eenige man is, die iets verkoopt. Zijn winkel is een aftandsch huisje en de verkoop geschiedt in de openlucht. Je kunt in Rila ook in het daar aanwezige hotel wonen, maar dat is heel erg primitief en 't. zal er vermoedelijk wel nooit moderner worden, omdat de merkwaardige regeling bestaat, dat dit hotel elk jaar de som van 100.000 lewa's aan het Rilski Monastir betalen moet wegens de „concurrentie". Rilski Monastir is een der rijkste kloosters van Bulgarije, de gouden en zilveren iconen wedijveren ir kostbaarheid en schoonheid met de eoudmozaïeken. Gebeeldhouwd marmer en slanke porfieren zuilen omringen de kloosterhoven, waarstilte heerscht en rust en vrede. Heel oud-Bul- garije bloeit op binnen de zware muren en al hebben ook tallooze vreemdelingen vóór ons door de gangen en zalen gedwaald, toch voelt men zich vreemd en bijna beklemd, te midden van deze bewijzen van een zeer oude kunst. In het klooster wordt een be langrijke relikwie bewaard: de hand van Swa Iwan. Men meent dat hiermede be doeld is de tsaar Iwan Assen II uit het Tweede Bulgaarsche Rijk. Hij schijnt in de buurt van het klooster vermoord te zijn, afgeworpen van de steile rotsen van den Rila-berg. Er worden echter nogal veel van die handen van Swa Iwan bewaard, dus kan men werkelijk niet met al te groote zekerheid spreken. Dit hindert echter heele- maal niet, want de Bulgaren zijn een een voudig, godsdienstig volk, dat onze wester - sche problemen niet kent, dat zonder al te veel denken, rustig verder werkt en na het dagwerk in de zachte Bulgaarsche avondlucht om den heerlijken landwijn bijeenzit. En als ze dan door het maan licht en den wijn in een gelukkige stem ming gekomen zijn, deze tot uiting brengen in de bevrijdende figuren van hun lieve- lingsdans, de „Ratchemtsa", dan lacht Bulgarije in den stillen nacht, dan geurt de „Roode Roos van den Balkan". De geoogste tabaksbladeren worden om lange stangen gewikkeld, die voor liet drogen der bladeren tusschen de huizen zijn gelegd. In den oogsttijd wandelt men in de tabaksdorpen als het ware onder een baldakijn van tabaksbladeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 6